Dinsdag Prinsjesdag: wat weten we al

Prinsjesdag: Hoekstra presenteert zijn koffertje. Foto: ANP

Alles gaat anders aankomende Prinsjesdag, maar de traditie dat vrijwel alle stukken al gelekt zijn voor de derde dinsdag van september is in stand gebleven. Zo is al uitgelekt dat verwacht wordt dat de Nederlandse economie volgend jaar met 3,5 procent groeit en de koopkracht van de gemiddelde Nederlander een klein beetje toeneemt. Vier zaken die we nu al weten uit de Miljoenennota op een rij.

1. Stijging van de koopkracht

Voor politici draait Prinsjesdag maar om één ding: koopkrachtplaatjes. Die geven een indicatie of de burger volgend jaar erop vooruit, of op achteruit gaat. Dit jaar is dat extra belangrijk met de verkiezingen in aantocht. Het Centraal Planbureau (CPB) berekent die aan de hand van de Rijksbegroting die op Prinsjesdag wordt gepresenteerd.

Minister van Financiën Wopke Hoekstra (CDA) kan tevreden zijn met de voorspellingen van het CPB voor volgend jaar. Gemiddeld gaat iedere Nederlander er 0,8 procent op vooruit in zijn of haar koopkracht, ondanks de coronacrisis die de economie in zijn greep houdt. RTL Nieuws wist de cijfers al te bemachtigen.

Mensen met een baan merken het meest van de koopkrachtstijging. De verwachting is dat zij volgend jaar 1,2 procent meer te besteden hebben dan afgelopen jaar. Mensen met een uitkering gaan er 0,5 procent op vooruit en gepensioneerden 0,4 procent.

2. Economie groeit

De Nederlandse economie draaide de afgelopen jaren goed tot de coronacrisis uitbrak. Zes jaar lang op rij groeide het nationaal inkomen, vorig jaar met 1,8 procent. Gedacht werd dat dit jaar de groei wat kleiner zou zijn met 1,5 procent, maar de coronacrisis gooide roet in alle voorspellingen. Verwacht wordt dat de economie dit jaar krimpt met 5 procent.

Volgend jaar groeit de economie met 3,5 procent volgens de ramingen van het Centraal Planbureau. Daarmee is het volledige verlies van coronajaar 2020 niet ingehaald, maar lijkt de schade weer enigszins te worden gerepareerd. Volgens RTL Nieuws schrijft minister Hoekstra in zijn Miljoenennota: ‘We gaan door een diep dal, maar we komen er uiteindelijk weer bovenop. Sterker en weerbaarder.’

3. Geen bezuinigingen

Opvallend is dat het kabinet geen grote bezuinigingen bekendmaakt, ondanks de oplopende staatsschuld. Die komt uit op 62 procent van het nationaal inkomen, 2 procent boven de in Europa afgesproken norm van 60 procent. Minister Hoekstra liet eerder dit jaar al weten dat hij bezuinigen tijdens een economische crisis onverstandig achtte.

Dat is ook het devies van het onlangs gepresenteerde nationale groeifonds. Met dat fonds wil het kabinet dat Nederland zichzelf uit de crisis investeert. Door te investeren in plaats van bezuinigen moet de economie harder groeien, waardoor de toegenomen staatsschuld relatief een kleiner deel van het nationaal inkomen vormt. Ook is de schuld dan sneller af te lossen als de belastinginkomsten toenemen.

4. Grote onzekerheid

Elk jaar proberen het kabinet en het CPB zo goed mogelijk vooruit te kijken, maar voorspellingen zijn altijd kwetsbaar. Het coronavirus maakt de betrouwbaarheid van de voorspellingen er niet beter op. Volgens de gelekte stukken gaat het kabinet er in zijn voorspellingen vanuit dat de Nederlandse economie open blijft, en niet opnieuw in een lockdown moet zoals dit voorjaar het geval was.