Links en Raad van State hekelen ‘cadeautjes’ kabinet

Minister Wopke Hoekstra van Financiën (CDA) en Premier Mark Rutte tijdens de eerste dag van de Algemene Politieke Beschouwingen. Foto: ANP.

GroenLinks, PvdA en SP verwijten premier Mark Rutte (VVD) dat hij hoe dan ook het bedrijfsleven een douceurtje van twee miljard euro wil toestoppen. Nu het niet lukt via het afschaffen van de dividendbelasting of een verlaging van de winstbelasting, zet Rutte volgens hen in op een belastingkorting ten gunste van multinationals. ‘Het is als onkruid tussen de stoeptegels,’ zei Jesse Klaver (GroenLinks) bij de Algemene Beschouwingen in de Tweede Kamer. ‘Je haalt het weg, maar een jaar later is het er weer.’

Rutte trok zijn voorstel tot schrappen van de dividendbelasting twee jaar geleden terug, maar beloofde het geld (1,9 miljard) te benutten om de winstbelasting te verlagen. Dat plan wordt vanwege de coronacrisis ingetrokken, ten gunste van een faciliteit voor ondernemers die investeren: de Banen-gerelateerde Investeringskorting (BIK). Op initiatief van werkgeversverbond VNO-NCW komt er ook een Solvabiliteitsfonds van 300 miljoen om noodlijdende bedrijven overeind te houden.

De precieze uitwerking van deze plannen is nog onbekend. De linkse partijen hekelden fondsen daarom als ‘cadeautje’ aan de grote bedrijven. Zij eisten een betere onderbouwing.

Lees ook de blog van Constanteyn Roelofs: Wiebes en Wopke kunnen beter middenklasse helpen

VVD-fractieleider Klaas Dijkhoff verdedigde de plannen. Dat straks voor het met 20 miljard gevulde Nationale Groeifonds via een kleine commissie investeringsprojecten worden geselecteerd, zet kabinet en Kamer op een zijspoor. Maar volgens Dijkhoff is in het verleden met bijvoorbeeld het Fonds Economische Structuurversterking gebleken dat je dergelijke fondsen zo moet organiseren ‘dat de politiek er niet makkelijk bij kan’.  Destijds werd het geld ook regelmatig gebruikt om politieke onenigheid weg te masseren door elke partij een favoriet project te laten uitkiezen. Zo moet het volgens Dijkhoff niet.

Ook Raad van State kritisch: uitgaven dreigen onbeheersbaar te worden

Het kabinet smijt op zo’n ingewikkelde manier met miljarden dat het onbeheersbaar en oncontroleerbaar dreigt te worden. Deze kritiek van de Raad van State klonk woensdag al door in de aanvallen van de linkse oppositie op het Wopke-Wiebesfonds’ en het kabinetsvoorstel voor de ‘BIK’.

‘Sturen in de mist,’ zei CDA-minister Wopke Hoekstra (Financiën) gisteren toen hij het koffertje met begrotingsstukken opende. Hij doelde op de grote economische onzekerheden. Maar volgens de Raad van State schept het kabinet- Rutte III ook mist. Het geeft nu zoveel miljarden uit, dat het niet meer in een overzichtelijke begroting kan worden verwerkt. Er ontstaat een papierlabyrint met aanvullende begrotingen, aanpassingen van uitgavenkaders en investeringsfondsen. De Raad van State waarschuwt dat hierdoor de kosten onbeheersbaar worden en dat het parlement de regering niet meer kan controleren.

Raad van State: kabinet bemoeilijkt met fondsen parlementaire controle

Belangrijkste voorbeeld is het ‘Nationale Groeifonds’, een pot van 20 miljard waaruit projecten moeten worden gefinancierd die ‘het verdienvermogen van Nederland versterken’. In zijn Advies op de Miljoenennota hekelt de Raad van State de vaagheid van dit fonds en van andere fondsen, omdat het kabinet op deze manier de parlementaire controle bemoeilijkt.

Lees ook dit commentaar van Jeroen van Wensen: Nationaal Groeifonds is belediging voor ambtenaren

Tussen maart en eind augustus kwam het kabinet met 34 wetswijzigingen op de vorige begroting. In de huidige Miljoenennota beslaat een lijst met de namen van coronamaatregelen liefst drie pagina’s. ‘Dat geeft al aan om hoeveel maatregelen het gaat,’ stelt de Raad van State. ‘De veelheid aan incidentele suppletoire begrotingen en de talrijke aanpassingen van de uitgavenkaders, belemmeren zowel het zicht op de uitgaven voor de bestrijding van de coronacrisis als het zicht op de reguliere uitgaven. Hierdoor worden de beheersing van uitgaven en de verantwoording aan het parlement bemoeilijkt.’

‘Kabinet geeft te optimistische voorstelling van zaken’

De Raad van State hekelt impliciet ook de nogal optimistische voorstelling van zaken van het kabinet. Troonrede en Miljoenennota gaan uit van een economisch scenario waarbij het tekort oploopt tot 7 procent van het nationaal inkomen. De schuld neemt volgend jaar toe tot ruim 60 procent. De Raad van State wijst erop dat er ook een pessimistischer scenario is waarbij de schuld uitkomt boven de 72 procent. Zou een massale nieuwe coronagolf het land treffen, dan stijgt de schuld de komende jaren naar 84 procent.

De Raad van State waarschuwt dat een en ander ‘iets zegt over de toekomstige lastenverzwaringen die nodig zijn’ om de publieke sector te financieren. De Raad, het hoogste adviescollege van het kabinet, hekelt het stilzwijgen van Rutte III hierover: ‘In de Miljoenennota wordt daarop door het kabinet niet gereageerd’. Ten onrechte, want: ‘Een tweede golf is helaas geen volstrekt hypothetisch scenario.’

De maatregelen waarmee het kabinet investeringen wil uitlokken en opjagen, missen volgens de Raad van State samenhang. Er ontstaan allerlei ‘vehikels’. Naast het Nationaal Groeifonds komt het kabinet ook met een Baan-gerelateerde Investeringskorting, een door VNO-NCW bedacht solvabiliteitsfonds voor het bedrijfsleven, een nationale scale-up- faciliteit, een uitbreiding van de provinciale ontwikkelingsmaatschappijen en extra loonsubsidie voor speur- en ontwikkelingswerk.

De Raad van State maant tot financiële prudentie, omdat economische groei en krimp onvoorspelbaar zijn.

Grafiek 1: bbp-ontwikkeling Nederland 2008-2020

‘Tweede Kamer op zijspoor’

Ook hier gaat volgens de Raad van State het overzicht verloren: ‘De veelheid aan voorstellen en de verscheidenheid in aard en vormgeving daarvan behoeven nadere toelichting. Wat is het totaalbeeld, waar zit de samenhang, waar(om) is gekozen voor variatie, hoe verhouden verschillende afbakeningen en doelstellingen zich tot elkaar, hoe zit het met uitvoeringslasten.’ De Raad van State vreest dat de Tweede Kamer op een zijspoor wordt gezet: ‘Hoe wordt de ministeriële verantwoordelijkheid en parlementaire verantwoording inhoud gegeven?’