De formatie loopt traag. Politici snappen oude spelregels niet meer. Ze denken niet in porties, maar in veelvouden.
Evenredigheid was een van de oude Haagse spelregels om tussen partijen een vergelijk te treffen. In een land van minderheden vond iedereen dat eerlijk. Naar gelang hun zetels in het parlement, kregen partijen burgemeestersposten. Je zag het ook terug bij ambtenaren op de ministeries: hun politieke kleuren weerspiegelden ruwweg de krachtsverhoudingen in de Tweede Kamer. Het was een van de grondprincipes van de verzuiling: elke minderheid krijgt haar deel.
Lees ook van Eric Vrijsen: Trage formatie komt Rutte heel goed uit
De proportionele spreiding van gezag, invloed en geld werd fijnmazig ter hand genomen. Uit een onderzoek bij de gemeente Sassenheim in de jaren zestig bleek dat de opgetelde salarissen van katholieke, protestantse en sociaal-democratische ambtenaren precies overeenkwamen met de zetelverdeling van KVP, ARP/CHU en PvdA in de gemeenteraad.
Alles werd in verzuild Nederland naar rato verdeeld
Evenredigheid stond gelijk aan rechtvaardigheid en was nog effectief ook. In kabinetsformaties hoefden de partijleiders niet te stoeien over bijvoorbeeld de budgetten voor katholieke en protestantse scholen, de geldstromen naar algemene en christelijke ziekenhuizen, de zendtijd voor de diverse omroepen. Alles werd naar rato toebedeeld en daarmee werden netelige debatten voorkomen.
Bijna alles werd een verdelingsvraagstuk. Zelfs zeer principiële meningsverschillen over bijvoorbeeld abortus, werden hanteerbaar door compromissen te sluiten over het aantal weken zwangerschap waarbinnen een behandeling was toegestaan. Het totaal aan afspraken in een Regeerakkoord was na te rekenen als het gewogen gemiddelde van de partijstandpunten. Elke coalitiefractie drukte een stempel op het regeringsbeleid overeenkomstig het aantal Kamerzetels. Bij de verdeling van de ministersposten en staatssecretariaten klopte het ook precies, zeker als je de zwaarte van de diverse posities in ogenschouw nam.
Lees ook dit commentaar van Eric Vrijsen: Als de VVD niet oppast, zwemt Rutte in een linkse fuik
De oude evenredigheidsregel is aan slijtage onderhevig en dat verklaart waarom de kabinetsformatie van 2021 zo moeizaam verloopt. GroenLinks heeft 8 zetels en de PvdA heeft er 9. Als de partijen ouderwets zouden geven en nemen, hebben VVD met 34 zetels en CDA met (straks) 14 zetels niets te vrezen. Dan zouden PvdA en GroenLinks braaf hun schamele portie Regeerakkoord oppeuzelen en tevreden zijn met een paar postjes in het kabinet.
‘GroenLinks eist met 8 zetels evenveel invloed als VVD met 34 zetels’
Maar zo werkt het dus niet meer. ‘GroenLinks,’ vertelt een VVD-bron, ‘eist met 8 zetels net zoveel invloed als wij met 34. Het gaat om het aantal partijen aan de onderhandelingstafel. Zijn dat er vier, dan wil iedereen 25 procent. Zijn dat er vijf, dan moet de VVD als grootste partij het doen met 20 procent. Vandaar dat wij niet met PvdA én GroenLinks willen.’
Laden…
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Wilt u opnieuw inloggen