Rapporteur: aanpak daders zedendelicten was ondermaats

Herman Bolhaar. Foto: ANP

De afgelopen jaren is er te weinig veranderd in de aanpak van daders van seksueel geweld tegen kinderen. Dat concludeert Herman Bolhaar, de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen in een op dinsdag 8 juni verschenen rapport. Bolhaar doet twee aanbevelingen voor het volgende kabinet.

In Dadermonitor seksueel geweld tegen kinderen 2015-2019 zet Bolhaar twee opdrachten voor het nieuwe kabinet uiteen. Allereerst moet de minister voor Rechtsbescherming het taakstrafverbod evalueren, omdat het volgens de Nationaal Rapporteur niet duidelijk is of dit een passend middel is voor het doel dat de wetgever ermee beoogt.

Voor iedereen die een heldere duiding van het laatste nieuws zoekt is er EW. EW laat de feiten spreken. Scherp, kritisch, maar altijd positief. Al sinds het eerste nummer verscheen op 27 oktober 1945.

Lees EW al vanaf € 8 per maand

 

Sinds 2012 mogen rechters in bepaalde zedenzaken niet meer uitsluitend een taakstraf opleggen. Toch komt het geregeld voor dat rechters een opgelegde onvoorwaardelijke gevangenisstraf van één dag combineren met een taakstraf. Daarnaast is er de afgelopen jaren steeds strenger gestraft. Bolhaar wil weten of het taakstrafverbod en het zwaarder straffen ook echt bijdragen aan de doelstelling van ‘preventie, recidive voorkomen en bescherming van de maatschappij’.

Herhaald daderschap voorkomen

Ook roept de Nationaal Rapporteur de minister op onderzoek te doen naar wat er gebeurt met jonge daders na het reclasseringstoezicht. Daarover bestaan zorgen. Op dit moment zijn er volgens Bolhaar onduidelijkheden over de effectiviteit van het jeugdreclasseringstraject voor jonge daders van seksueel geweld. De minister moet onderzoeken of voldoende begeleiding herhaald daderschap ook echt voorkomt.

Sinds 26 oktober 2017 is VVD’er Sander Dekker (demissionair) minister voor Rechtsbescherming.

Verontrustende ontwikkelingen

Volgens Bolhaar heeft de aanpak van de afgelopen jaren niet het gewenste effect. Zo zijn er veel jonge daders en is er sprake van lange doorlooptijden. De tijd van inschrijving bij het Openbaar Ministerie (OM) tot het vonnis duurde in 2015 net geen jaar. In 2019 was de duur gestegen naar 417 dagen. Daarnaast is het voorkomen van daderschap, of herhaald daderschap, volgens de Nationaal Rapporteur onvoldoende.

Bolhaar noemt de conclusies in de dadermonitor dan ook ‘verontrustend’. Er moet meer ruimte komen voor maatwerk in de aanpak van de daders, concludeert de rapporteur. Seksueel geweld tegen kinderen is volgens Bolhaar een ‘veelkoppig, ongrijpbaar en wijdvertakt’ onderwerp.

Volgens de Nationaal Rapporteur is het onbekend hoeveel daders van seksueel geweld tegen kinderen er exact zijn. Dat komt doordat seksueel geweld niet altijd wordt herkend en gesignaleerd. In de periode 2015-2019 registreerde de politie bijna 17.000 incidenten in deze categorie. De politie is de eerste stap in een strafrechtelijke aanpak.

Zwaardere straffen, maar minder vervolgingen

Op een aantal punten blijkt dat het niet de goede kant opgaat. Hoewel het aantal aangiften stabiel bleef, zijn in de periode 2015-2019 minder zaken doorgestuurd van de politie naar het OM. Dat er in steeds minder zaken een verdachte staat geregistreerd, speelt hierin een rol. In 2019 werden bijna vier op de tien zaken geseponeerd bij gebrek aan bewijs.

Wel straffen rechters steeds zwaarder als het om seksueel geweld tegen kinderen gaat. In 2019 is in 75 procent van de gevallen een onvoorwaardelijke of deels onvoorwaardelijke vrijheidsstraf opgelegd. In 2013 gebeurde dat in 50 procent van de gevallen.

De Nationaal Rapporteur maakt zich zorgen over het feit dat meer dan een kwart van alle daders van seksueel geweld tegen kinderen minderjarig is. Daarom is preventie volgens de Nationaal Rapporteur van groot belang.

Preventie van jonge daders topprioriteit

Bolhaar wil dat er meer aandacht komt voor het praten over seksualiteit en gewenste omgangsvormen. Hierbij moet aandacht zijn voor de leefwereld van jongeren en dus ook de wereld van sociale media. Bovendien moet in kaart worden gebracht welke jongeren kwetsbaar zijn en dader dreigen te worden.

Net als in de rest van de samenleving speelt technologische vooruitgang ook een rol in zedendelicten. De laatste jaren is er steeds meer sprake van online vormen van seksueel geweld. Het aantal gevallen van sexting – ongewenste seksuele berichten, foto’s of video’s sturen – steeg van 10 procent in 2017 naar 14 procent in 2019. Het aantal meldingen van kinderporno was in 2019 vijfmaal zo hoog als in 2015, schrijft de Nationaal Rapporteur.