Dinsdagochtend 11 september 2001. Vanuit haar kantoor op de 93ste verdieping in de zuidtoren van het World Trade Center (WTC) in New York belt Ingeborg Lariby om 08.55 uur lokale tijd haar ouders in Malaga, Spanje. Die ontwaken net uit hun siësta. ‘Schrik niet. Er is een vliegtuig tegen de noordtoren gevlogen. Ik ben okay.’
In hun riante appartement met uitzicht op de Middellandse Zee zetten Claude en Bettina Lariby meteen de televisie aan. Op CNN zien ze hoe de vlammen uit de noordtoren slaan. Net als iedereen zijn ze verbijsterd. Maar Ingeborg is goddank veilig.
Acht minuten later beweegt er iets donkers over het scherm. Een vlieg? Een helikopter die rond de Twin Towers surveilleert? Plotseling komt ook uit de zuidtoren een enorme vuurzee. De paniek slaat toe. Als ze niet op tijd heeft kunnen vluchten, komt Ingeborg daar nooit meer uit! Verdoofd blijven haar ouders tot diep in de nacht kijken. Een repeterende scène uit een horrorfilm.
Langzaam komt het besef
De volgende dag hopen Claude en Bettina Lariby tegen beter weten in dat hun dochter gewond in een ziekenhuis ligt. Een onbekend slachtoffer met tijdelijk geheugenverlies. Bettina verwacht elk moment een telefoontje: ‘Hallo mam, ik ben okay!’
Even lijkt het een kwade droom. Die 12de september meldt de World Trade Center Survivor Database om 14.27 uur over Ingeborg Lariby: fine! Maar Claude gelooft het niet als hij de naam van een andere ‘overlevende’ leest: Osama Bin Bush. Omdat ze niet belt, dringt langzaam de waarheid door: Ingeborg is dood. Een vrouw in de kracht van haar leven. Aantrekkelijk. Levenslustig. En helemaal op haar plaats in New York.
Van alle steden is New York haar favoriet
Van alle steden waar Ingeborg heeft gewoond – onder meer Amsterdam, Milaan, Londen, Wenen, Brussel, Casablanca, Santiago en São Paulo – is New York haar favoriet. Vanwege de mondiale uitstraling en, zoals ze in een verhaal over haar verslaving aan New York schrijft, ‘omdat het niemand iets uitmaakt of je twintig, veertig, homo of gescheiden bent’.
Lees ook het commentaar van Arendo Joustra: 9/11 herdacht met nation building in eigen land
Sinds maart 2001 verhuurt Ingeborg als centermanager voor Regus Business Corporation in het WTC flexibele kantoorruimte aan bedrijven van over de hele wereld. Ze is geknipt voor die functie. Naast Engels en Nederlands spreekt ze vloeiend Duits, Frans, Italiaans, Spaans en Portugees. Ze geniet van haar werk en het bruisende leven in The Big Apple.
Alleen een partner ontbreekt
Het enige wat na haar scheiding in 1997 nog ontbreekt, is een vaste partner. Met vriendinnen stelt ze, bij wijze van grap, in juli 2001 haar profiel samen op een datingsite:
‘Avontuurlijk, onafhankelijk en bereisd: ik ben een Europese vrouw die een kleurrijk leven heeft geleid in meerdere landen. Ik spreek mijn talen, heb een succesvolle carrière die me al naar vele steden bracht, maar Manhattan is nu mijn thuis. Ik stel hoge eisen, maar ben geen snob, ben vol vertrouwen maar niet arrogant, hou van de goede dingen in het leven, maar er hoeft geen duur prijskaartje aan te hangen. Ik hou van de open lucht, vind het heerlijk om in de bergen (skiën) of op zee (zeilen) te zijn. Maar ik ben vooral heel erg een stadsmens, hou van cultuur, film, kunst of een simpel etentje met een geweldig glas wijn in de Village of Tribeca. Ik vind het fijn om fit te zijn, maar ben niet geobsedeerd; ik vind mijn onafhankelijkheid belangrijk, maar geloof ook dat ik mijn leven kan delen met iemand die op dezelfde golflengte zit en meer zoekt dan
oppervlakkige ontmoetingen op modieuze plekken en in lawaaiige cafés.’
In de zevende hemel
Tussen alle reacties zit er maar één die haar echt aanspreekt: Gerald ‘Gerry’ Mackenzie, journalist, half Cubaans, half Canadees. Groot en blond, slordig gekleed, maar spiri-tueel. Vanaf begin augustus 2001 trekken ze intensief met elkaar op. De eerste weken is Ingeborg nog voorzichtig. Ze heeft immers al eens eerder een verkeerde keuze gemaakt. Maar het klikt en ze is in de zevende hemel. Tegen vriendinnen zegt – Ingeborg begin september zelfs dat ze aan kinderen denkt.
Ingeborg Astrid Desirée Lariby wordt op zondag 5 juli 1959 in New York geboren, in het Docters Hospital in Manhattan. Omdat ze Nederlandse ouders heeft, krijgt ze een dubbele nationaliteit, net als haar drie jaar oudere zus Sacha. Vanwege hun vaders hoge functies bij een Nederlandse bank – het latere ABN AMRO – moet het gezin vaak verhuizen. Tussen 1962 en 1965 woont de familie in Marokko. Ingeborg zit op de Franse school in Casablanca en pikt het Frans snel op.
Uitstraling van een prinses
Haar jonge jaren, van haar zesde tot haar veertiende, brengt ze door in Amsterdam-Zuid. Een blond meisje met de uitstraling van een prinses. Ze gaat op ballet en loopt kaarsrecht.
Paul Vinken – zoon van toenmalig Elsevier-topman Pierre Vinken – herinnert zich zijn klasgenote van de Openluchtschool aan de Cliostraat als een ‘blonde schoonheid’. Alle jongens waren verliefd op haar. ‘Ingeborg was een cosmopolitan girl: met haar familie had ze veel van de wereld gezien. Geen film of Ingeborg had hem drie maanden geleden elders al bezocht. Hetzelfde gold voor nieuw speelgoed en boeken. Maar ze ging niet prat op haar leefstijl.’
Hard werken om iets te bereiken
Op school was ze gedreven, maar niet opvallend slim. ‘Een typische middenmoter. Ingeborg had al vroeg door dat je hard moest werken om iets te bereiken in het leven. Al als meisje van elf, twaalf jaar had ze de mentaliteit van een ondernemer.’
Dat doorzettingsvermogen heeft ze van haar vader, zegt -iedereen. In Milaan, waar het gezin vanaf 1973 woont, stapt de dan veertienjarige Ingeborg uit zichzelf naar een modellen-bureau. Ze is nog te jong voor het echte werk, maar komt wel trots thuis met professionele foto’s. De helblonde zusjes Lariby – de naam is vermoedelijk van Scandinavische oorsprong – -vallen in de smaak bij de Italiaanse jongens. Op feestjes zit het huis vol en luisteren ze naar Italiaanse popmuziek.
Thuis in Londen
Hun opvoeding staat in het teken van cultuur. Eens in de twee, drie weken gaan de meisjes in avondjurk met hun ouders naar een operavoorstelling in de Scala. Via de bank heeft vader Lariby een eigen loge met vier plaatsen. Dankzij hem leert Ingeborg van klassieke muziek houden. Elke dag speelt hij na zijn werk een uurtje piano en ze bezoeken geregeld met zijn allen klassieke concerten.
Meer over 9/11: wat terreur met ons doet
Het reizen zit haar in de genen en Ingeborg houdt van avontuur. Met Sacha en een Italiaanse vriend trekt ze in 1977 twee maanden met de rugzak door Amerika en Mexico. Na de Internationale School in Milaan meldt Ingeborg tot ieders verrassing dat ze in Londen gaat studeren. Ze haalt een bachelor in business administration en voelt zich thuis in Londen. Ze woont samen met een Schotse vriend die ze tijdens een ski-vakantie heeft ontmoet. Voor de deur van haar flat staat haar trots: een Morris Mini.
Zelfs met een rugzak glamoureus
Eenmaal afgestudeerd – begin jaren tachtig – reist Ingeborg een jaar rond de wereld, onder meer naar Hawaï en Australië. Onderweg doet ze schoonmaakwerk of verhuurt zich als babysit tot ze weer voldoende geld heeft. Volgens een van haar vrienden, de Brit Matthew Fuller, ‘straalde Ingeborg zelfs met een rugzak glamour uit’. Hij leert haar in 1985 kennen in een zwembad in de Australische stad Darwin. ‘Het klikte en we werden vrienden voor het leven.’ Haar gave om snel vrienden te maken, heeft Ingeborg van haar moeder.
Als de relatie met haar Schotse vriend eindigt, pakt Ingeborg haar koffers en trekt tijdelijk bij haar ouders in, die inmiddels van Milaan naar Brussel zijn verhuisd. In 1987 wordt -Ingeborg manager public relations van het Sheraton. Daarna werkt ze als personal assistant van Mark Dixon, de Britse oprichter van Regus Business Corporation, een wereldwijde aanbieder van flexibele kantoorfaciliteiten.
Huwelijk op wijnboerderij in Zuid-Afrika
De Morris Mini heeft ze ingeruild voor een rood sport-wagentje. De weekeinden brengt ze het liefst door in de Ardennen: kanoën, wandelen, kamperen. Maar ze geniet ook van het uitgaansleven in Brussel: films, concerten, restaurants. Tijdens zo’n avondje uit leert ze Andrew kennen, een echte Brit. Hij werkt als financiële man bij Procter & Gamble. Ze wonen vijf jaar samen en besluiten dan te trouwen. Hun huwelijksfeest – in februari 1995 – vieren ze op de wijnboerderij van vrienden van Andrew bij Kaapstad, Zuid-Afrika. Volgens vrienden was de bruidslijst de duurste die ze ooit hadden gezien.
Als Andrew voor zijn werk naar Chili moet, neemt Ingeborg ontslag bij Regus en verhuist mee naar Santiago. Omdat ze van de Chileense overheid geen betaald werk mag doen, stort zij zich op vrijwilligerswerk: het opvangen en begeleiden van nieuwkomers.
Middelpunt van internationale vriendenclub
Al snel is Ingeborg het bruisende middelpunt van een internationale vriendenclub: El Club Del Fin Del Mundo (De Club van het Einde van de Wereld). Tot het gemêleerde gezelschap behoren latin playboys en getrouwde stellen, cowgirls uit Colorado en New Yorkse yups. Er zitten vroege vogels tussen die zaterdagochtend om zeven uur al in Central Park staan te tennissen, en nachtuilen die pas in de middag opstaan voor tapas in Madrid. De ‘leden’ hebben gemeen dat ze elkaar zo veel mogelijk willen zien. Opgericht in Chili is de eerste bijeenkomst van El Club Del Fin Del Mundo in Acapulco, Mexico. Daarna volgen afspraken in onder meer New York, Amsterdam, Guadeloupe, Madrid, Wenen en Brazilië.
Haar huwelijk met Andrew strandt begin 1997 en Ingeborg verhuist naar New York. Ze kan terugkomen bij Regus en opent een kantoor aan Park Avenue. Vanwege haar ervaring en talenkennis wordt ze geregeld uitgezonden om elders vestigingen te openen en personeel te scholen. Zo woont en werkt ze voor steeds een paar maanden onder meer in Panama, São Paulo, Madrid en Wenen.
Bruisend leven in New York
In maart 2001 opent ze voor Regus een tweede kantoor in het WTC. Haar vader heeft gemengde gevoelens over die locatie en wijst op de bomaanslag van 1993. De evacuatie – verliep rampzalig. Ingeborg lacht zijn angst weg: ‘Ach Pap!’
Bij Regus verdient Ingeborg zo’n 100.000 dollar per jaar. In haar eentje voldoende voor een bruisend leven. Haar lijfspreuk is carpe diem: pluk de dag! Ze houdt van sporten: skiën, zeilen, joggen, op skeelers door Central Park. Met vrienden bezoekt ze musea, films en concerten: Lenny Kravitz en Crowded House, maar ook Luciano Pavaroti, Plácido Domingo en José Carreras. Ze eet graag in exotische restaurantjes – Ingeborg weet altijd wel een goeie Vietnamees – en houdt van merkkleding. Maar ze deinst ook niet terug voor een barre tocht door Alaska, samen met haar vriendin Patricia Schaafsma, een Nederlandse advocaat.
Iedere dag een praatje met de buurvrouw
Via e-mail en telefoon onderhoudt Ingeborg intensief contact met haar internationale vriendenkring. Schaafsma: ‘Haar warmte en interesse in het wel en wee van haar dierbaren kenden geen grenzen of tijdzones. Zij was ontzettend trouw en heeft een groot hart.’
Commissielid: Saudische betrokkenheid 9/11-plannen met opzet verzwegen
Haar appartement in East Village – model schoenendoos, 3.000 dollar per maand – staat open voor iedereen. Een zwangere vriendin mag in haar bed slapen: Ingeborg gaat wel op de sofa in de woonkamer liggen. Met haar bejaarde buurvrouw Doris maakt ze elke dag een praatje. Doris krijgt haar sleutel.
Getalenteerd schrijfster
Geregeld organiseert ze een etentje of feestje. Haar verjaardag op 5 juli is elke keer een gebeurtenis. Eerst The Fourth of July – de nationale feestdag – vervolgens ’s avonds genieten van het vuurwerk boven New York, en dan om 12 uur: happy birthday!
Ingeborg leest veel en is vaste klant van boekhandel Barnes & Noble. Voor haar ouders brengt ze een paar keer per jaar een stapeltje met de nieuwste boeken mee. Ze heeft talent voor het schrijven van reisverhalen. Met veel enthousiasme volgt ze een schrijfcursus non-fictie. Dankzij Regus zitten de cursisten sinds kort voor een spotprijs op de eerste rang: in het WTC.
De stad als een gekwelde liefde
In maart 2001 schrijft Ingeborg een verhaal over haar New York Addiction: ‘New York is mijn gekwelde geliefde; hij brengt een achtbaan van emoties in me boven. De ene dag is vol passie, mijn hart bonkend van opwinding; de volgende dag is vol intense haat. (…) Regelmatig zoek ik de rust van exotische oorden, heel ver weg. Maar ik hou dat nooit lang vol, al snel verlang ik alweer wanhopig naar mijn terugkeer – als een junkie.’
New York is met haar uitstekende vliegverbindingen de ideale uitvalsbasis voor Ingeborg. Ze zoekt over de hele wereld vrienden op en belt rustig op donderdag vanuit New York of het uitkomt dat ze in het weekeinde op doorreis naar Milaan of Madrid even in Malaga langswipt. Of ze gaat in Brussel even langs bij zus Sacha en haar Italiaanse partner Guido.
Ook bij haar ouders kan ze niet stilzitten. ’s Morgens rent ze in alle vroegte door de luxe buitenwijk in Malaga naar beneden om over de boulevard te joggen. Koptelefoon op. En ze praat met iedereen in het appartementencomplex voor wel-gestelde senioren.
Eindelijk weer gelukkig
De Britse Gerry en zijn Deense vrouw Bente vertellen dat ze in mei 2001 naar New York komen. Ingeborg geeft ze meteen drie e-mailadresssen. ‘A golden girl! We dachten dat ze geen tijd voor ons zou hebben, maar de eerste avond zaten we al samen te eten in een geweldige pizzeria bij Central Station. Ze “dwong” ons te verhuizen van ons hotel op Long Island naar een veel gunstiger gelegen adres in Manhattan en adviseerde wat we moesten zien. “Ga om negen uur ’s ochtends naar het Empire State Building. Dan staat er nog geen rij.” Ze had net haar nieuwe kantoor geopend en leidde ons trots rond.’
Op 4 juli 2001 geeft Ingeborg op haar dakterras een spetterende party onder het motto Life Works! Er zijn vrienden van vele nationaliteiten. Ingeborg lacht veel en begint zich na haar scheiding eindelijk weer gelukkig te voelen. Ze heeft weleens een vriendje, maar krijgt steeds meer behoefte aan een vaste partner. Een vriend, treffend: ‘Ingeborg kon iedereen krijgen, maar kon hem niet vinden.’ In de blonde Cubaanse Canadees Gerry Mackenzie vond ze eindelijk een soulmate.
Tot op het laatst zorg voor klanten
In de vroege ochtend van 11 september 2001 wandelt Ingeborg Lariby zoals elke werkdag in drie kwartier van haar appartement in East Village naar de zuidelijke toren van het WTC. Veertig blokken. Koptelefoon op. Haar ex-man Andrew, met wie ze sinds kort weer contact heeft, wil die dag langskomen om de mogelijkheden voor een videoconferentie in het WTC te bekijken. Regus faciliteert die. Op de 93ste verdieping spreekt ze enthousiast met Carlos de la Torre, een van haar ‘klanten’, over haar aanstaande vakantie in Cuba. Ze heeft een ticket voor zaterdag 15 september.
Vlak daarna, om 08.46 uur, dwarrelt een stortvloed aan papier langs de ramen. Nog weer wat later ziet De la Torre rook en is er sprake van een doordringende brandlucht. Met een collega besluit hij acuut de toren te verlaten, van de 93ste verdieping naar beneden. Ondanks zijn aandringen blijft Ingeborg op haar plaats: ze wil zich er eerst van vergewissen dat al haar klanten veilig zijn.
Als ze hoort dat de noordelijke Twin Tower door een vliegtuig is geraakt, belt zij onder anderen haar baas Mark Dixon en mailt een bezorgde vriendin die haar niet kon bereiken: ‘I’m okay!’ Om 08.55 uur belt ze haar ouders in Malaga.
Als een kapitein op een schip
Exact acht minuten later raakt vlucht 175 van United Airlines de zuidtoren. De inslag is tussen de 78ste en 84ste verdieping, een aantal verdiepingen onder het kantoor van Ingeborg.
Na de inslag in de noordtoren had Ingeborg nog naar beneden kunnen rennen, maar ze blijft op haar post. De kapitein verlaat zijn schip altijd als laatste. Bovendien geldt de waarschuwing: blijf zitten!
Omdat de zuidtoren lager is geraakt dan de noordtoren en er dus meer gewicht rust op de gehavende verdiepingen, stort deze eerder in, om 09.59 uur. De noordtoren bezwijkt om 10.28 uur. Bij de inslag in de zuidtoren vallen ongeveer tweehonderd doden. Ruim zeshonderd mensen boven de inslagzone kunnen geen kant op. De liften doen het niet, de trappenhuizen zijn geblokkeerd. Achteraf blijkt dat trappenhuis A nog open was, maar dat wist bijna niemand. De achterblijvers werden niet geïnformeerd over die vluchtroute, schrijven Jim Dwyer en Kevin Flynn in hun gedetailleerde reconstructie 102 minuten. De strijd om te overleven in het World Trade Center door de ogen van degenen die zich in de torens bevonden.
Hoop dat ze kon ontsnappen
De informatie dat het trappenhuis nog intact was, bereikt de brandweercommandanten noch de 911-alarmcentrale noch de tv-journaals, ‘dus ook niet de plaats waar het van levensbelang zou zijn geweest. Net als de reddingsboten van de Titanic halfleeg wegvoeren, werd trappenhuis A maar weinig gebruikt.’
Vanuit zijn nabijgelegen appartement, waar hij net een yoga-les krijgt, ziet haar vriend Gerry Mackenzie alles voor zijn ogen gebeuren. Waar is Ingeborg?! Hij wil een boodschap inspreken op de voicemail van haar mobieltje, maar die is al vol. Tussen de meer dan veertig boodschappen is er ook een van haar moeder.
Haar vrienden hopen dat ze heeft kunnen ontsnappen aan de vuurzee. Ingeborg is een sportieve meid: die rent die 93 verdiepingen met gemak naar beneden!
Alle ziekenhuizen af
Als ze niets van haar horen, lopen ze alle ziekenhuizen af. Om haar DNA te laten vaststellen, gaat haar vriend Martijn de Pee, met wie ze maandagavond nog had gegeten, naar haar flat en vraagt Doris de sleutel. In haar appartement haalt hij Ingeborgs haren uit een kam. En hij gaat naar haar tandarts voor gebitsgegevens.
Maar het blijft stil. Op 21 september machtigen Claude en Bettina Lariby per fax een vroegere medewerker van Claude om waardevolle dingen uit haar appartement te halen.
Een week later geven ze de hoop op: Ingeborg is dood.
Zaterdag 29 september plaatsen ze een rouwadvertentie in De Telegraaf:
Na lange onzekerheid, delen wij tot onze grote
droefheid mede, dat bij de tragische gebeurtenis
op 11 september in New York is omgekomen,
onze intens geliefde dochter, zuster en schoonzuster
INGEBORG ASTRID DESIREE LARIBY
Centre Manager Regus
World Trade Center, South Tower, 93 fl.,
New York
Memorial voor Ingeborg
Een maand later, op 27 oktober, organiseren haar ouders gelijktijdig in Malaga en New York een memorial voor Ingeborg. Sacha en Guido zijn in New York om de zaken ter plaatse af te wikkelen en het huis van Ingeborg op te ruimen. Buurvrouw Doris wordt rijkelijk bedeeld. Alleen de persoonlijke spullen neemt Sacha mee.
De tijd tussen 08.55 uur – het laatste telefoontje aan haar ouders – en het moment dat de zuidtoren instort, iets meer dan een uur later, is één zwart gat. Hoe Ingeborg de dood vond, weet niemand precies. Was haar dood het gevolg van de vlammen? Of van de rookontwikkeling?
Vader Claude hoopt dat ze door de explosie en de giftige dampen meteen buiten bewustzijn was. ‘Maar ik wil er niet aan denken. Wat schiet je ermee op! Ze is gecremeerd. Ge-atomiseerd.’
Ongeveer anderhalf jaar na de aanslag krijgen ze een doorzichtige plastic zak van het Police Department City of New York thuisgestuurd. Er zitten vier creditcards in op naam van Ingeborg: een van Diners Club International, een van de Citibank, een kaart van Cigna Health Care en een lidmaatschapskaart van Blockbuster. De kaarten zien er stoffig en gebutst uit.
Dit is alles wat er van Ingeborg overbleef. Vermoord en verbrand in de stad waarvan ze zo hield. Op 11 september 2001.