Pieter Omtzigt: ‘ISIS genocide’ betekent vervolgen Nederlandse ISIS-leden

Onthoofding Kopten door IS in Libië.

Deze zomer kwalificeerde de Tweede Kamer de misdaden tegen de jezidi’s als ‘genocide’. Daarmee verplicht Nederland zich onder de Genocide Conventie van 1948, tot het vervolgen van de daders. Een speciale officier van Justitie is nu nodig om onderzoek te doen naar de terugkerende ISIS-leden, schrijft Pieter Omtzigt in een ingezonden opinie. Hij heeft dit woensdagavond 24 november in de Tweede Kamer voorgesteld.

Pieter Omtzigt (1974) is Tweede Kamerlid.

Ingezonden opinieartikelen worden geselecteerd door de redactie, maar vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van EW.

Er is in de laatste jaren veel discussie geweest over het in Nederland berechten van uitgereisde mensen die zich bij ISIS aangesloten hadden. Berechting van degenen die zich bij het misdadige ISIS-regime hebben aangesloten, zou hun volgens sommigen een te makkelijke uitweg bieden. Het had mijn voorkeur om een internationaal tribunaal op te richten om deze mensen in de regio te berechten, maar dat is helaas niet gelukt. Inmiddels heeft de regering besloten om ze terug te halen naar Nederland en wordt het noodzakelijk ze hier te berechten. Daarmee wordt recht gedaan aan de slachtoffers en de veiligheid van de Nederlandse samenleving.

Ik vind het persoonlijk ook cru dat de regering soms jezidi’s wil terugsturen, terwijl zogenoemde IS-bruiden in Nederland kunnen rekenen op veel inlevingsvermogen. Het boek Laura H. wordt in de bibliotheek aangeprezen als ‘een ongelooflijk maar waargebeurd verhaal’. De verhalen van veel jezidi-vrouwen zijn eveneens ‘ongelooflijk’ en ‘waargebeurd’, maar liepen meestal veel slechter af. En hun leed, genocide op hun familie en seksslavernij, barbaarse misdrijven, zijn soms mede gepleegd of ondersteund door Nederlandse en westerse deelnemers van ISIS.

Abonnee worden?Dagelijks op de hoogte blijven van de laatste actualiteiten, achtergronden en commentaren van onze redactie? Bekijk ons aanbod en krijg onbeperkt toegang tot alle digitale artikelen en edities van EW.

Bekijk de mogelijkheden voor een (digitaal) abonnement hier

Het onbestraft laten van de ISIS-daden is verkeerd signaal

Mijn pleidooi om ISIS-strijders tóch in Nederland te berechten, is niet bepaald ingegeven door het motief om daders ‘gemakkelijk te laten wegkomen’ met hun misdaden. Het omgekeerde is het geval. Ik pleit ervoor dat IS-leden een strafproces krijgen, omdat straffeloosheid in mijn optiek een slechte en gevaarlijke toestand is. Wanneer ernstige misdaden niet bestraft worden, wordt daarmee het signaal afgegeven dat we slachtoffers niet belangrijk vinden en dat daders hun gang kunnen blijven gaan. De Verenigde Naties beschouwen straffeloosheid terecht als de belangrijkste factor bij het voortduren van schendingen van mensenrechten. ISIS heeft bijzonder wrede misdrijven begaan en houdt ook nu nog altijd duizenden jezidi-vrouwen als slaaf gevangen.

Deze zomer stemde de Tweede Kamer in met een motie van het CDA waarin werd bepaald dat het bij de misdaden tegen de jezidi’s inderdaad om ‘genocide’ gaat. Daarmee volgt het Nederlandse parlement het standpunt van de Raad van Europa, het Europees Parlement en verschillende nationale parlementen die deze term al eerder gebruikten voor de misdaden van ISIS. Door de misdaden van ISIS als genocide te kwalificeren, verplicht Nederland zich onder de Genocide Conventie van 1948 tot het vervolgen van de daders. Die verplichting is uniek binnen het recht en geldt alleen voor dit misdrijf.

ISIS-leden keren wel terug, maar internationaal tribunaal ontbreekt

In de VN-Veiligheidsraad zette Nederland zich actief in voor de bestrijding van ISIS en de berechting van ISIS-strijders, maar dit leidde ook tijdens het Nederlandse lidmaatschap van de VN Veiligheidsraad helaas niet tot een tribunaal of tot berechting van ISIS-leden. Nu zitten we dus met de situatie dat er wél ISIS-leden naar Nederland terugkeren, maar dat een internationaal tribunaal om hen te berechten, ontbreekt.

Met het vervolgen van ISIS-leden moet Nederland het voorbeeld van Duitsland volgen, dat recent een zogenoemde ISIS-bruid veroordeelde voor ‘deelname aan een terroristische organisatie’. Het zal niet makkelijk zijn om de bewijslast tegen ISIS-leden rond te krijgen. Maar dat betekent niet dat wij een situatie van straffeloosheid moeten laten bestaan.

Lees ook de column van Philip van Tijn: Geen halfzachte processen tegen kalifaatvrouwen!

Ik pleit ervoor dat de terugkerende ISIS-leden nu onder het Nederlandse recht bestraft worden voor hun begane misdaden. Dat kan onder de noemer van ‘lidmaatschap van een terroristische organisatie’, ‘het houden van seksslaven’ of ‘medeplichtigheid aan genocide’. Een gespecialiseerde officier van Justitie zou kunnen bijdragen aan het onderzoek dat nodig is om bewijs tegen de daders te verzamelen.