Premium Lock Waarom er zaterdag 1.154 namen klinken in de Rotterdamse Laurenskerk

Witte Huis en Oude Haven, kort na het bombardement. Daarachter brandt de stad. Foto: Hugo Jaeger/The LIFE Picture Collection/Shutterstock

In de Laurenskerk in Rotterdam begint zaterdag 14 mei, om negen uur ’s ochtends, een nieuwe traditie: het voorlezen van de namen van 1154 slachtoffers van het bombardement op Rotterdam, 82 jaar geleden. Het zijn niet alle doden die er op 14 mei 1940 vielen, wel alle geïdentificeerde. Met hulp van nabestaanden kwam die identificatie pas recent echt op gang.  ‘Ook in Marioepol zijn er over 82 jaar nabestaanden met verdriet.’

Over hoe het oorlogen vergaat, schreef de Poolse dichteres Wislawa Szymborska een mooi, wijs gedicht, Einde en begin. Uiteindelijk raken oorlogen gelukkig vergeten, is de strekking. Maar voor het zover is, moet iemand wel de sporen ‘opruimen’, dicht ze. ‘Min of meer netjes / wordt het tenslotte niet vanzelf. [….] Fotogeniek is het niet / en het kost jaren. / Alle camera’s zijn al / naar een andere oorlog.’

Nog steeds nieuwe namen ontdekt van slachtoffers bombardement

En zo is het. Terwijl alle camera’s naar de oorlog in Oekraïne zijn, zijn buiten de spotlights nog steeds mensen bezig om – 82 jaar na dato – het Duitse bombardement op Rotterdam van 14 mei 1940 ‘op te ruimen’. De Stichting Voorouder en het Stadsarchief Rotterdam zoeken en ontdekken nog steeds de namen van burgers en militairen die bij dat bombardement omkwamen, en bij oorlogsgeweld in de dagen ervoor. In totaal zijn er nu 1.154 slachtoffers geïdentificeerd, onder wie 709 burgerslachtoffers van ‘het’ bombardement: dat van 14 mei.

Het onderzoek was complex: in de chaos van toen werd weinig geadministreerd. Ook is dit niet het definitieve getal. Toen de Stichting Voorouder en het Stadsarchief half april hun officiële lijst met namen bekendmaakten, stonden daarop 1.150 mensen. Sindsdien werd vanuit het publiek sluitend bewijs aangeleverd voor vier slachtoffers van wie al een vermoeden bestond dat zij bij het bombardement van 14 mei waren omgekomen. Dat is tekenend, zegt Walter Schulze (55) van de Stichting Voorouder. Het identificeren van alle slachtoffers is iets wat nu meer leeft dan toen.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Vergelijking met Marioepol

De oorlogsgeneratie en de generatie daarna waren niet zo bezig met dat soort dingen. Honderden doden kwamen in een massagraf – vak GG – op begraafplaats Crooswijk te liggen. Nabestaanden van de derde generatie willen juist wel precies weten ‘wat er met opa en oma is gebeurd’, zegt Schulze. Met hun hulp en uitgebreid archiefonderzoek kon die lijst met namen eindelijk worden gemaakt. Ook de digitalisering van krantenarchieven heeft de zoektocht enorm vergemakkelijkt. Tegelijk is zeker dat de namenlijst nooit helemaal compleet zal zijn. In het massagraf op Crooswijk liggen van 126 slachtoffers alleen verkoolde resten. Hun identiteit kan hooguit aannemelijk worden gemaakt.

Premium Lock

Laden…

Premium Lock Word abonnee en lees direct verder

Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.

  • Bent u al abonnee, maar heeft u nog geen account? Maak die dan hier aan. Extra uitleg vindt u hier.

 

Premium Lock Verder lezen?

U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.

Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?

Bekijk abonnementen

Premium Lock Er ging iets fout
Premium Lock Uw sessie is verlopen

Wilt u opnieuw