Een nieuw ingestelde Staatscommissie Demografische ontwikkelingen 2050 moet aanbevelingen doen om de gevolgen van de bevolkingsgroei tegen 2050 te kunnen opvangen. Dat is de reactie van het kabinet op een motie van een Kamermeerderheid die al in 2018 vroeg om beleid.
Eerder verscheen al een studie van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI), met medewerking van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over de demografische ontwikkelingen.
Lees ook dit commentaar van Gertjan van Schoonhoven: Nogmaals de vraag: met hoeveel mensen willen we straks in Nederland wonen?
Dat eindrapport – Bevolking 2050 in beeld: opleiding, zorg, arbeid en wonen – werd april 2021 zonder kabinetscommentaar naar de Tweede Kamer gestuurd. Ook nu maakt het kabinet nog niet duidelijk hoe Nederland de gevolgen van de explosieve bevolkingsgroei in combinatie met de te verwachten dubbele vergrijzing (toename van het aandeel oude ouderen (meestal 80 jaar en ouder) onder alle 65-plussers) moet opvangen.
De staatscommissie moet ‘scenario’s, mogelijke beleidsopties en handelingsperspectieven’ schetsen. Daarna besluit het kabinet erover.
Meer ouderen en meer burgers met migratieachtergrond
In 2050 is het aantal ouderen toegenomen door een dubbele vergrijzing, is het aandeel van de bevolking in de werkzame leeftijden afgenomen en het aandeel van de bevolking met een migratieachtergrond gestegen.
Dit heeft grote gevolgen voor de krapte op de arbeidsmarkt, die nu al merkbaar is. De aanstaande dubbele vergrijzing zal dat probleem verergeren doordat ouderen de arbeidsmarkt verlaten en de (ouderen)zorgvraag zal toenemen. Het aantal eenpersoonshuishoudens blijft toenemen, mede doordat ouderen langer zelfstandig wonen.
Minister ziet mogelijkheden om migratie en gedrag te beïnvloeden
In haar brief aan de Tweede Kamer stipt minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Karien van Gennip (CDA) aan dat beleid mogelijk is om de omvang en samenstelling van de migratie, het geboortecijfer of sterfte (of levensverwachting) te beïnvloeden. Ook wijst ze op mogelijkheden om gedrag te beïnvloeden, zoals bevordering van de arbeidsmarktparticipatie of van een gezonde leefstijl.
‘Als bijvoorbeeld ouderen langer doorwerken en de arbeidsparticipatie onder vrouwen toeneemt (zowel voor wat betreft het aantal vrouwen dat werkt, als het aantal uren dat zij werken) en de arbeidsparticipatie van delen van de bevolking met een migratieachtergrond toeneemt, kan dit volgens het NIDI en het CBS resulteren in een stijging van het aandeel van de beroepsbevolking in de totale bevolking.’
Over beïnvloeding van migratie blijft minister Van Gennip vaag
Beïnvloeding van het kindertal is geen begaanbare route. Een hoger kindertal leidt uiteindelijk wel tot een toename van de beroepsbevolking, maar op korte termijn leidt het juist tot krapte op de arbeidsmarkt doordat de vraag naar kinderopvang en onderwijs toeneemt.
Over beïnvloeding van de migratie blijft Van Gennip vaag. ‘Hoewel het migratiesaldo de meest bepalende factor is in de demografische ontwikkeling, zijn de sturingsmogelijkheden mede afhankelijk van bredere maatschappelijke en economische vraagstukken,’ verwijst ze naar de onderzoekers van NIDI en CBS. Arbeidsmigratie is hooguit een deeloplossing omdat arbeidsmigranten van nu niet per se geschikt zijn voor de arbeidsvraag van later.
Arbeidsmigratie moet volgens Van Gennip selectief zijn, ook al wegens de effecten op huisvesting, zorg, onderwijs, openbare orde en veiligheid en op het draagvlak voor migratie en de sociale cohesie.
Staatscommissie moet eind 2023 met aanbevelingen komen
De staatscommissie kan bij haar advies de in de motie Dijkhoff c.s. benoemde terreinen betrekken als ruimtelijke ordening, sturing van alle vormen van migratie, infrastructuur, energievoorziening, sociale zekerheid en sociale cohesie.
Het staat de commissie vrij deze domeinen naar eigen inzicht te verbreden, aldus Van Gennip, die er ook nog op wijst dat de commissie in gesprek moet gaan met burgers en deskundigen. Het eindrapport moet er in het vierde kwartaal van 2023 liggen.
Update vrijdag 8 juli, 17.00 uur: De staatscommissie is benoemd. Dit zijn de leden:Wie zitten er in de staatscommissie?
- Voorzitter is Richard van Zwol. Hij is oud-secretaris-generaal van diverse ministeries en momenteel Staatsraad in de Afdeling Advisering van de Raad van State.
- Monika Sie Dhian Ho, plaatsvervangend voorzitter en directeur van Clingendael (Nederlands Instituut voor internationale betrekkingen)
- Helga de Valk, plaatsvervangend voorzitter en directeur van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) en hoogleraar Migratie en de levensloop aan de Rijksuniversiteit Groningen
- Tamara van Ark, oud-minister voor Medische Zorg en oud-staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Paul Scheffer, hoogleraar Europese studies aan de Universiteit van Tilburg
- Tineke Huizinga, politica van de ChristenUnie en fractievoorzitter in de Eerste Kamer. Ook oud waarnemend minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en Milieubeheer en oud-staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat
- Marco Pastors, directeur van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid en oud-wethouder van gemeente Rotterdam
- Louise Elffers, lector Kansrijke Schoolloopbanen in een Diverse Stad aan de Hogeschool van Amsterdam (HvA), onderwijsonderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) en directeur van het Kenniscentrum Ongelijkheid, een samenwerkingsverband van de Gemeente Amsterdam, de UvA, de Vrije Universiteit, de HvA en Inholland
- Floris Alkemade, architect en voormalig Rijksbouwmeester
- Ismintha Waldring, opleidingscoördinator en hoofddocente Identiteit, Diversiteit en Inclusie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Ook assistent professor Sociologie aan dezelfde universiteit
- Mohammed Essafi, oprichter en directeur van PublicEffect met ruim 20 jaar ervaring als adviseur en interimmanager in de publieke sector
- Daniël van Vuuren, hoogleraar Sociale Zekerheid en Economie aan Tilburg University en hoofd van het cluster Werk en Zekerheid bij SEO Economisch Onderzoek