Hoe de Europese Unie denkt de gasprijzen laag te houden én de groene ambities van de energietransitie te verwezenlijken.
Om in 2022 leider te zijn in de Europese Unie, is een lichte mate van schizofrenie een handige eigenschap.
De Europese Raad van Regeringsleiders boog zich eind vorige week in Brussel over maatregelen om ‘de voorzieningszekerheid te waarborgen, rantsoenering te voorkomen en de energieprijzen voor huishoudens en bedrijven te verlagen’. Het ging natuurlijk over gas. De belangrijkste vraag was of er een Europees prijsplafond voor gas moet komen.
Een jaar geleden kwam gas alleen ter sprake als het ging over de ‘groene taxonomie’. Mocht gas in de lijst met tijdelijk getolereerde fossiele brandstoffen en een groen label krijgen in de energietransitie of moest het op de verboden lijst? Inmiddels weet iedereen hoe verslaafd aan gas Europa is. Zonder gas geen verwarmde huizen, geen kunstmest, brood en aluminium – zonder gas komt de Europese economie tot stilstand.
Dus aan de ene kant moeten de Europese leiders oplossingen bedenken om de komende jaren de gasopslagen tegen aanvaardbare prijzen gevuld te krijgen, aan de andere kant moeten zij gas uitbannen om in 2030 de gewenste CO2-reductie van 55 procent ten opzichte van 1990 te behalen.
Laden…
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Wilt u opnieuw inloggen