Op woensdag 15 maart werkte de democratie volop en veroverde BBB de oude positie van het CDA als middenpartij. Over de uitslagen en de gevolgen van deze bijzondere verkiezingen. ‘Ongelooflijk.’
Hoe verder met stikstof en kabinet? In Den Haag draaide het na de mokerslag die BBB bij de Provinciale Statenverkiezingen had uitgedeeld, meteen om koppen die zouden moeten rollen. Alsof het de kiezer daarom ging.
Zou het vertrek van Wopke Hoekstra als leider van het gehavende CDA iemand tevredenstellen? Zou het de onvrede onder de kiezer wegnemen en zou het iets oplossen van de problemen waarop de regering maar geen vat krijgt?
Uit een Ipsos-peiling in opdracht van de NOS bleek dat 46 procent van de anti-Haagse stemmers de ministers ‘onbekwaamheid’ verwijt. Een zelden in enquêtes gehoord argument. De onbekwaamheid sloeg vast niet alleen op Hoekstra, maar vermoedelijk op het hele kabinet, dat zich geen raad weet met de vele echte en zelfgemaakte crises waarmee het land kampt.
Den Haag als beleidsfabriek maar zonder uitvoeringskracht
Kabinetten die vooral veel beleid produceren en dat vervolgens over de muur van gemeenten en provincies kieperen zonder op de uitvoering te letten. Om daarna weer nieuw beleid te produceren. Den Haag als beleidsfabriek maar zonder uitvoeringskracht. Onder anderen boeren en andere ondernemers lijden onder die politiek van vooruitschuiven, stapelen en onzekerheid.
De gang van zaken rond stikstof illustreert dat perfect. Het kabinetsbesluit erover in juni 2022 zou worden gevolgd door een perspectief voor de boeren, maar dat perspectief is er na driekwart jaar nog steeds niet. Provincies moeten het stikstofbeleid uitvoeren, maar wachten op het dralende kabinet dat maar niet tot een akkoord komt met de landbouwsector.
BBB profiteerde bij de verkiezingen van de proteststemmen van kiezers die zich mede lieten leiden door de stikstofkwestie die het land op slot houdt, maar volgens Ipsos ook door het klimaatbeleid, gezondheidszorg en immigratie.
BBB bleek ook kiezers in verstedelijkte gebieden aan te spreken
De partij van Caroline van der Plas boekte een monsterzege door in alle provincies de grootste te worden en onverwacht goed te scoren in het westen van het land. BBB bleek ook kiezers in verstedelijkte gebieden aan te spreken. De uitslag illustreert de verdeeldheid tussen de grote stad en het platteland, maar ook in gemeenten en regio’s.
GroenLinks werd de grootste partij in steden als Amsterdam, Nijmegen, Maastricht, Groningen en Utrecht en tot veler verrassing ook in Rotterdam, waar de partij 14 procent van de stemmen haalde. In deze stad scoorde BBB toch nog een respectabele 8 procent.
In de provincies presteerde BBB het beste in Van der Plas’ eigen Overijssel (33,5 procent), gevolgd door Drenthe (31,3 procent). In de provincie Groningen bleef de score steken op 23,6 procent, maar ook daar was BBB de grootste. Niet in de stad Groningen, waar GroenLinks met 16 procent de grootste werd. De ‘ommelanden’ zorgden ervoor dat BBB in de Groningse Staten toch bovenaan eindigde.
Algehele afkeer van Den Haag leeft in de ommelanden breder
Algehele afkeer van Den Haag leeft in de ommelanden breder. Dat komt niet alleen voort, zoals vaak wordt gedacht, uit de voor veel Groningers heftige gevolgen van de gaswinning. Maar ook doordat Den Haag er vooral in Oost-Groningen enorme windparken tegen de zin van de lokale bevolking – én lokale bestuurders – doordrukte.
Burgers die zich overvallen voelen door overheidsplannen en -projecten, zijn er overal in het land. In buurten met veel hogeropgeleiden weren burgers zich beter als ze dreigen te worden opgezadeld met asielopvang of windmolens dan waar praktisch opgeleiden domineren. Zo bezien is de verkiezingsuitslag het bewijs van de veelgenoemde kloof.
Laden…
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Wilt u opnieuw inloggen