Het Nationaal Slavernijmuseum moet op de kop van Java-eiland komen. Dat is althans de voorkeur van de drie kwartiermakers. Rijk en hoofdstad beslissen later. Vorig jaar zomer reisde EW langs slavernijmusea in de Verenigde Staten om inspiratie voor Nederland op te doen.
Een paar dagen voor de opening staan in de stilteruimtes van het International African American Museum (IAAM) in Charleston, South Carolina, de doosjes met tissues al klaar. ‘It can get heavy,’ zegt publiekshistoricus Brandon Reid (29) verontschuldigend als hij EW rondleidt in het museum waar eind juni alles al draait, alleen de bezoekers ontbreken nog. ‘Het kan erin hakken.’
En inderdaad. Hoezeer het IAAM ook een museum is over de veerkracht van de Afrikaans-Amerikaanse gemeenschap en de rijkdom van de zwarte cultuur aan beide zijden van de Atlantische Oceaan, het IAAM is óók een regionaal historisch museum. Bijna de helft van alle Afrikanen die de Europese slavenhandelaren naar Amerika verscheepten, kwam hier in Charleston aan. Op de plek waar het museum staat – aan de rivier de Cooper, met in de verte de Atlantische Oceaan – lag een van de grootste slavenwerven.
Zonder pijn gaat het dus niet.
Meer dan in de grote getallen, die in het IAAM niet ontbreken, zit die pijn in het museum in kleine, alledaagse, onaanzienlijke voorwerpen. Zoals Ashley’s zak. Van alles in de vitrines raakt die simpele zak hem het diepst, zegt Reid. Het is de afscheidszak die een in slavernij levende moeder in South Carolina meegaf aan haar 9-jarige dochter Ashley, toen het meisje in 1850 werd verkocht aan een andere slavenhouder. Drie handjes pecannoten, een schamele jurk en een streng van haar moeders haar erin. Ze zagen elkaar niet terug.
Ashley’s kleindochter borduurde het verhaal veel later, in 1921, op de zak. Misschien nog wel het verdrietigst aan de zak, zegt Reid, is dat de moeder-dochter-keten met het verleden uiteindelijk toch is verbroken. Ashley’s zak is gevonden op een vlooienmarkt.
Het staat vast dat Nederland een Nationaal Slavernijmuseum krijgt
Het kan 2028, 2029 of misschien 2030 0f 2031 worden, maar Nederland krijgt een Nationaal Slavernijmuseum. Het komt in Amsterdam, met een park eromheen en aan ‘stromend water’. Waarschijnlijk wordt het een nieuw ‘iconisch’ gebouw. Over plek en architect volgt eind dit jaar, respectievelijk volgend jaar meer duidelijkheid. ‘Een van de beste architecten van de wereld mag dit gaan doen,’ heet het.
Omdat zowel het ontwerp als de bouw van het museum zeker twee, tweeënhalf jaar duurt, ligt het niet voor de hand dat het museum veel eerder dan in 2029 opengaat. Het wordt een ‘middelgroot’ museum, met een bruto vloeroppervlak van 9.000 tot 10.000 vierkante meter. Kleiner dan het Rijksmuseum, groter dan het Mauritshuis.
Laden…
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Wilt u opnieuw inloggen