Philip van Tijn: Was de vergiffenis-toespraak van de koning wel zo’n goed idee?

Keti Koti: Koning houdt toespraak bij herdenking slavernijverleden

Philip van Tijn reflecteert over de recente excuses van de Koning voor het Nederlandse slavernijverleden, met speculaties over hoe prinses Beatrix daarop gereageerd zou kunnen hebben. Hij vraagt zich af waarom de focus zo sterk ligt op Suriname en de Antillen en niet op andere groepen die leden onder Nederlandse overheersing. Van Tijn analyseert de staatsrechtelijke en financiële aspecten en werpt vragen op bij de roep om van Keti-Koti een nationale feestdag te maken.

Hoe zou prinses Beatrix hebben gereageerd op de toespraak van de Koning? Beatrix kan heel formeel en formalistisch zijn, maar ook sociaal bewogen. In die laatste hoedanigheid vond ze vast en zeker dat haar zoon zich mooi en gewetensvol had gekweten van wat hij kennelijk als zijn taak zag. Maar voor haar formele kant deugde het vast niet. Immers, de regering is één en ondeelbaar en als de minister iets al gezegd heeft, hoeft het staatshoofd het niet nog eens dunnetjes (of eigenlijk: dikjes) over te doen. Op 19 december bood Rutte namens de regering al zijn excuses aan, dus dit was dubbelop. Het zou anders zijn geweest als de Koning éérst was geweest, waarna de minister-president het nog eens op zijn manier zou hebben herhaald; ‘minister’ betekent niet voor niets ‘dienaar’.

Met spanning heb ik in deze dagen ook uitgekeken naar de excuses-speech van Nana Akufo-Addo. Wie? vraagt u. Nana Akufo-Addo is president van Ghana, het land waar de meeste mensen tot slaaf zijn gemaakt die vervolgens per slavenschip naar Suriname en de Cariben werden overgebracht en eeuwen later voor een groot deel per KLM of Surinam Airways hun weg naar Nederland vonden. De slavendrijvers waren leden van de Ashanti-stam, zoals ons al lang geleden op de televisie met een zekere trots werd verteld door de Nederlander van Ghanese herkomst, Akwasi, die niettemin vorige week de prestigieuze Anton de Kom-lezing mocht houden. Maar op de bede om vergiffenis kunnen wij bij Akufo-Addo en Akwasi lang wachten.

De Koning is óók een individu, maar niet in zijn toespraken

Alles rond keti-koti 2023 is op zijn minst ‘ongerijmd’ te noemen. Dat de Koning in zijn toespraak als twéé personen sprak, is op zijn zachtst gezegd vreemd. Iedereen vond het prachtig dat hij het óók had over wat de familie Oranje-Nassau misdaan zou kunnen hebben (het wachten is, zoals gebruikelijk, op een rapport, dat we in 2026 tegemoet kunnen zien) en menigeen met een Surinaamse of Antilliaanse achtergrond moest bekennen dat de traantjes daarbij over de wangen liepen, maar het lijkt mij staatsrechtelijk gezien onzin. Die toespraak werd niet gehouden door Willem-Alexander van Oranje-Nassau (en nog een heleboel), maar door Willem-Alexander, staatshoofd van het Koninkrijk der Nederlanden. En het vragen van vergiffenis was daarbij een paar bruggen te ver, zeker waar de dikke Van Dale als synoniem het begrip ‘genade’ noemt.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Knap werk: Suriname heeft de koppositie veroverd

En de vraag is ook waarom keti-koti, de spijtbetuigingen, de excuses – en nu ook de vergiffenis – en binnenkort opnieuw de ‘schadevergoeding’ al een tijd zo’n prominente plaats innemen. Want het gaat niet om de vraag of slavernij ernstig was, onmenselijk en dus een schending van mensenrechten, maar waarom het zich allemaal concentreert op Suriname en een beetje op de Antillen. (Hoewel op het Museumplein Gerri Eickhof op zijn als altijd indringende vraag aan twee inwoners van Bonaire of ze elk jaar keti-koti vierden, het antwoord kreeg dat ze er tot voor kort nog nooit van hadden gehoord. Op Bonaire en Aruba wordt de slavernij nog maar sinds heel kort herdacht). Slavernij bestond in alle koloniën van Nederland; in Nederlands-Indië waren zelfs veel meer slaven dan in Suriname en de Antillen samen. 

Maar Suriname heeft die plek veroverd, vermoedelijk door knap lobbywerk, omdat er dezelfde taal wordt gesproken, door de aansprekende, kleurrijke traditionele kleding en niet in de laatste plaats omdat de helft van de Surinaamse bevolking naar Nederland is verkast, het land van hun onderdrukkers – een verschijnsel dat ik nooit helemaal heb kunnen begrijpen. Uit masochisme? Dan zouden ze dat van hun overheersers hebben overgenomen, want Nederland is daarin langzamerhand van wereldklasse. 

Elke dag een andere Nationale Feestdag!

Volgens ons staatshoofd komt er nu ‘een proces van heling, verzoening en herstel’. Dat klinkt mooi uit een koninklijke mond, maar de realiteit zal weerbarstiger zijn. Want het gaat weliswaar natuurlijk helemáál niet om geld, maar het gaat, als ik de straatinterviews en ook die met hogergeplaatsten mag geloven, heel erg wel om geld. Er wordt gegoocheld met miljarden, meestal uit de lucht geplukt en zonder rekening te houden met de vele miljarden die Suriname, de eilanden van de Antillen en de inwoners en ex-inwoners (thans in Nederland) van die gebieden in de loop der jaren van en vanuit ons land hebben gekregen. Op een bevolking van 400.000 (de andere 400.000 Surinamers wonen in Nederland) is dat per persoon een behoorlijk bedrag.

Trouwens, volgens vele rekenmodellen heeft de kolonie Suriname het moederland per saldo verlies opgeleverd – dat is niet hetzelfde als de plantage-eigenaren). 

En de tweede hobbel in het proces van heling enzovoorts is de wens – bijna een eis geworden – om keti-koti tot Nationale Feest- en/of Gedenkdag te maken. Er wonen in ons land óók 400.000 mensen van Turkse en evenveel van Marokkaanse herkomst. En ook nog naar schatting 1,5 à 2 miljoen mensen ‘met een Indische achtergrond’, die ook nogal wat reden tot beklag hebben. En ook zijn meer dan 100.000 Nederlandse Joden vermoord, die weinig tot geen steun van onze regering in Londen hebben gekregen. En  de weinige nabestaanden zijn door naoorlogse regeringen ronduit schandalig bejegend. En jegens de langdurig slecht tot schandelijk bejegende homoseksuelen is er ook wel wat goed te maken. Als al die groepen – en ook nog ongenoemde – een eigen Nationale Feestdag krijgen, zal de werkweek behoorlijk kort worden. Maar dat mag geen bezwaar zijn.