Het werk van BBB-leider Caroline van der Plas zit erop als Nederland een ‘Noaberstaat’ is. ‘Waar de Mien-skip tot in Limburg gevoeld wordt,’ zei ze aan het einde van de EW HJ Schoo-lezing die zij op maandag 4 september gaf. Verschil tussen stad en platteland, bijvoorbeeld in de omgang van mensen met elkaar en in het voorzieningenniveau, zijn belangrijke thema’s voor de BBB. EW brengt vier thema’s in beeld op kaarten.
In haar lezing lag veel nadruk op noaberschap, op sterke sociale gemeenschappen, zoals die volgens Caroline van der Plas nog voorkomen in regio’s als de Achterhoek, Twente en de Zaanstreek, in een stad als Den Helder en op de Waddeneilanden. De verbinding zie je volgens haar terug in tradities als paasvuren, dorpskermissen en carnaval. Dat feestelijke erfgoed heeft volgens haar veel nut, want waar mensen zich verbonden voelen, is de democratie het effectiefst en worden maatschappelijke kwesties het best opgelost.
Op 29 juli publiceerde EW de resultaten van Beste gemeenten 2023, het jaarlijkse onderzoek in samenwerking met Bureau Louter naar de woonomgeving in alle gemeenten van Nederland. Dit jaar werd nadrukkelijk gekeken naar de mate van sociale cohesie, vastgesteld op basis van de uitkomsten van het grootschalige Woononderzoek Nederland. De binding tussen buren blijkt, inderdaad, nog zeer hoog op de Waddeneilanden en in het oosten van het land, zoals te zien is op onderstaande kaart.
Bron: Beste gemeenten 2023, EW/Bureau Louter
Op plek 1 staat Vlieland, op 2 Terschelling en op 3 Dinkelland. Wel blijkt uit de analyse, waarvoor enquêteresultaten vanaf 2006 werden gebruikt, ook dat de binding in het hele land afneemt, dus ook in het ‘sociale oosten’ (lees het artikel hier).
Voorzieningen onder druk
In de laatste EW HJ Schoo-lezing kwam ook het voorzieningenniveau ter sprake: scholen, een huisarts, een pinautomaat. Het aanbod aan zulke voorzieningen zou buiten de steden met een kernfunctie onder druk staan. Toegang daartoe, en tot elkaar, valt of staat volgens de spreker met goede bereikbaarheid.
Het voorzieningenniveau is met name in het oosten en noordoosten van het land laag. En dat geldt ook voor de bereikbaarheid over de weg en met het openbaar vervoer.
Geld naar gemeenten
Van der Plas gaf aan dat grote investeringen in wat zij ruimtelijke en sociale economie noemt, al jaren vooral worden gedaan in de Randstad en veel te weinig in andere regio’s: ‘Er is institutioneel urbanisme in onze overheid en in haar beleid geslopen.’ Ze hekelt de wijze waarop via zogenoemde ‘Regio Deals’ in een deel van de financiële behoefte van regio’s wordt voorzien: één centrale pot geld waar de regio’s om moeten concurreren.
Hier is het interessant om ook te kijken naar de verdeling van geld van het Rijk over gemeenten. Het Gemeentefonds, deels bedoeld om het voorzieningenniveau in stand te houden, is de belangrijkste inkomstenbron van gemeenten.
Uit onderstaande kaart blijkt dat de grote steden, zoals Rotterdam, Amsterdam, Utrecht en Groningen, naar verhouding een grote uitkering ontvangen. Maar dat geldt ook voor de ‘voorzieningenarme’ regio’s in het noorden van het land. Dat is overigens logisch, omdat de verdeelsleutel van het Gemeentefonds onder meer is gebaseerd op sociaal-economische kenmerken van de bevolking. Gemeenten met veel problemen waarvan de aanpak duur is, zoals werkloosheid en een grote vraag naar jeugdhulp, krijgen meer geld. Dat geldt ook voor gemeenten die zelf minder inkomsten kunnen genereren.