Ingezonden opinie: Niet het gender van jonge vrouwen, maar de maatschappij moet veranderen

Transgender-demonstratie in Erfurt, Duitsland. Foto: IMAGO/MŸller-Stauffenberg

De Franse feministe Simone de Beauvoir stelde in De tweede sekse (1949) dat je niet als vrouw wordt geboren, maar tot vrouw wordt gemaakt. Zij kon vast niet vermoeden dat inmiddels aan meisjes wordt geleerd dat vrouw-zijn iets is waar je je uit kunt identificeren, schrijft rector van de Vrije Hogeschool Gerrie Strik in een ingezonden opinie.

Ik weet niet meer precies wanneer ik stopte samen te vallen met mijn lichaam, maar ik denk dat die verandering inzette met de puberteit. Het ene moment was ik een meisje dat net als mijn broers in een open blouse rondrende, in bomen klom en in een meertje leerde duiken. Het volgende moment was ik een doodongelukkige puber, in een onhandig lichaam waarvan de niet meer te ontkennen aanzet tot borsten het noodzakelijk maakte dat ik mijn blouse dichtknoopte. Steeds vaker werd mijn lichaam onderworpen aan een nauwverholen taxatie. Het gevoel dat ik met dit schaamtevolle lichaam zwaar in de achterstand stond, ging niet meer weg totdat ik begin dertig was.

Ik denk vaak terug aan het gevoel dat ik toen had, als ik verhalen lees van jonge mensen die lang na mij geboren zijn, die vertellen over hun weg naar identificatie als transgender. Helena, een jonge vrouw, beschrijft hoe ze net als ik het leven als nieuwbakken vrouw enorm stressvol vond. Maar waar mijn puberteit samenviel met de ‘seksuele bevrijding’ (van wie eigenlijk?) in de jaren tachtig, bereikte Helena haar puberteit op het hoogtepunt van de ‘seks-positieve’ jaren 2010, toen een meerderheid van de adolescenten een smartphone had en pornografie endemisch was geworden.

Helena beschrijft hoe haar seksualiteit werd ‘gehyperseksualiseerd en gepornografiseerd’. Het zou ‘versterkend’ moeten zijn voor vrouwen om gevaarlijke, kinky, eng klinkende seks te hebben. ‘Ik hoorde dat mijn ongemak hiermee mij vanilla maakte,’ zegt Helena. Ze komt tot een verreikende conclusie: ‘Ik ben vast niet voorbestemd om een meisje te zijn, want als dat wel zo was, zou dit allemaal niet zo eng en verwarrend zijn.’ Voor Helena stond haar lichaam symbool voor een vrouwonderdrukkend systeem: ‘Ik haatte mijn lichaam. De oorzaak moet zijn dat ik er niet van houd omdat het vrouwelijk is.’

Problematiek rond gender nam toe met socialemediagebruik

Je ongemakkelijk voelen over je lichamelijkheid, is van alle tijden. Maar er is iets bijgekomen: elke generatie jonger dan de mijne is opgegroeid in een digitale sociale wereld die per definitie onstoffelijk is. Op Tumblr, YouTube, TikTok, Reddit en andere online platforms fantaseren jongeren over alternatieve zelven en spelen ze met ‘identificatie’ en voornaamwoorden. Dat voelt verbazingwekkend en bevrijdend. De innerlijke wereld, niet het lichaam, lijkt klaar om zich te manifesteren in de echte wereld door de pure kracht van de verbeelding.

Maar tegelijk verslechterde de mentale gezondheid van vooral meisjes. In Nederland steeg het percentage meisjes in het voortgezet onderwijs met emotionele problemen in vier jaar tijd van 28 naar 43. Met de verslechterde mentale gezondheid en het socialemediagebruik nam ook de – overal in de wereld voorheen zeldzame aandoening – genderdysforie exponentieel toe.

De Britse ‘transgenderzorg’ meldt een vertwintigvoudiging van het aantal verwijzingen in tien jaar. Ook in Nederland tonen de wachtlijsten een duizelingwekkende curve: van enkele tientallen tot 2013 naar meer dan vijfhonderd jongeren per jaar nu. Ging het voor 2013 in meerderheid om jongens in de prepuberteit, nu bestaan de wachtlijsten voor 75 procent uit adolescente meisjes. Correlatie betekent niet altijd causaliteit, maar het stijgende percentage meisjes dat zich aanmeldt voor ‘transgenderzorg’ vraagt in het licht van deze context om serieuze aandacht.

Sommige jonge vrouwen willen vooral geen vrouw zijn

Seksuele differentiatie gaat niet vanzelf en heeft twee kanten: de fysieke, lichamelijke en die van de belevingswereld. Het eerste is een biologisch fenomeen en daarmee een biologisch-biografische werkelijkheid, maar de beleving daarvan wordt ten diepste gekleurd door de sociale sfeer waarin deze differentiatie verloopt. Iedereen weet dat de puberteit een hel kan zijn, zeker nu voor jonge vrouwen. Terwijl je lichaam snel verandert, word je geconfronteerd met sterk geseksualiseerde rolmodellen in de media, met ingewikkelde en dwingende sociale hiërarchieën om je heen, en met vaak agressieve mannelijke aandacht.

In haar boek Irreversible Damage, over de snelle opkomst van meisjes die zich identificeren als transgender, interviewt de Amerikaanse journalist Abigail Shrier psychotherapeut Sasha Ayad, wiens praktijk voornamelijk gericht is op trans-adolescenten. Ayad zegt dat vrouwelijke cliënten vaak iets zeggen in de trant van: ‘Ik weet niet precies of ik een jongen wil zijn, ik weet gewoon dat ik geen meisje wil zijn.’

Wat voor een samenleving stuurt kinderen die wanhopig zijn over zichzelf en de wereld waarin ze opgroeien, die lijden onder paniekaanvallen, klimaatstress, depressies, angsten en eetstoornissen, naar een genderkliniek, omdat ze duidelijk ‘in de war’ zijn? En wat voor een maatschappij doet dit onder de noemer van compassie?

Niet verwonderlijk dat jonge vrouwen ‘eruit stappen’

Transgender Jack Halberstam (voorheen Judith) schreef in 1998: ‘Vrouwelijke adolescentie vertegenwoordigt de crisis van de volwassenwording als meisje in een door mannen gedomineerde samenleving. Als adolescentie voor jongens een overgangsrite is en een opstijging naar een of andere versie van sociale macht, hoe zwak ook, dan is adolescentie voor meisjes een les in beheersing, bestraffing en onderdrukking.’

In die rite de passage worden de instincten van meisjes omgevormd tot meegaande vormen van vrouwelijkheid. Geconfronteerd met deze transitie als ogenschijnlijk enige keuze, is het niet verwonderlijk dat sommigen ervoor kiezen om ‘eruit te stappen’. Shrier rapporteert dat veel transmannen of ‘non-binaire’ adolescenten niet per se voor een man willen doorgaan, maar op zoek zijn naar een creatieve herframing van het soort aandacht dat ze als vrouw ten deel valt.  ‘Ze ontvluchten het vrouw-zijn als een huis dat in brand staat, hun gedachten gericht op ontsnappen en niet op een bepaalde bestemming.’

Wat tweede-golf-feministen als ikzelf bedoelden met gender, was iets externs: een sociale structuur waarin vrouwelijke mensen werden beschouwd als inferieur en ondergeschikt aan mannen. Maar de hedendaagse genderidentiteitsideologie vervormt gender tot een innerlijke waarheid, die zich openbaart door de aanpassing van het lichaam aan de gevonden ‘essentie’.

Biofobie kenmerkt debat rond gender

De normale ontwikkeling van adolescenten is een van nature radicale verandering. Die kan en mag niet worden ontkend. Volwassenen die hen begeleiden, moeten dermate emotioneel en mentaal zijn gerijpt dat ze de enorme intensiteit van hun zelfexpressie goed kunnen begeleiden en niet misbruiken voor hun eigen doeleinden. Maar adolescenten die worstelen om zichzelf te uiten hebben sinds kort de permanente medische aandoening ‘genderdysforie’, in plaats van een voorbijgaande psychologische crisis.

Jongeren leren dat biologie niet echt is, dat hun ‘zelf’ zich bevindt in een subjectieve werkelijkheid in hun geest, en dat hun geest niets te maken heeft met hun lichaam. Dit is biofobie in haar puurste vorm, gepropageerd door de overheid en instituties die de band van kinderen met de biologische bron van hun natuur zal vervangen door een blijvende afhankelijkheid van het industriële kapitalisme.

Transgenderjongeren verdienen compassie

Al die jongeren die zich in het verkeerde lichaam geboren voelen, verdienen diepe compassie voor de moeilijke keuzen die zij maken. Transgenderkinderen die onder de medische hoede van het industriële kapitalisme worden genomen, zullen voor hun gezondheid en eigenwaarde de rest van hun leven afhankelijk blijven van de farmaceutische industrie.

Met uitvergrote identiteiten en chemische lichamen, en zonder verbinding met de natuur, elkaar en de biodiversiteit die ons omringt, wordt het tot vreugde stemmende potentieel van het kind het zwijgen opgelegd door een trend die meer en meer lijkt op een schending van de mensenrechten. Voor volwassenen die een lange weg hebben afgelegd om hun getraumatiseerde lichamen opnieuw te aanvaarden en onze lichaam-geest-verbinding te herstellen, doet de gedachte dat deze jonge mensen geloven dat hun lichaam ‘verkeerd’ is pijn als niets anders.

Bescherm kinderen tegen schade en littekens

Brits en Nederlands onderzoek wijst uit dat 84 procent van de kinderen met genderdysforie daar in de late adolescentie overheen groeit. Een groot aantal van hen blijkt uiteindelijk homoseksueel te zijn. Te vroege transitie komt dan neer op conversietherapie. Maar organisaties die op grond van dit onderzoek een periode van watchful waiting adviseren, waarbij ingrijpende stappen als een nieuwe naam en een ander uiterlijk worden uitgesteld tot na de puberteit, bezondigen zich volgens demissionair zorgminister Ernst Kuipers (D66) aan ‘het verspreiden van desinformatie’. Zij ‘handelen in strijd met het kabinetsbeleid’.

Wie met zo’n houding niet zijn geholpen, zijn kinderen die, inhakend op een rage, leren dat hun reële angsten en depressies voortkomen uit dat ze in het verkeerde lichaam geboren zijn, en daarin worden bevestigd door ‘begripvolle’ leraren en artsen met puberteitsblokkers, cross-seks-hormonen en, uiteindelijk, een onomkeerbare geslachtsoperatie.

Van een overheid mag je verwachten dat zij de lichamelijke integriteit van kinderen beschermt met niet-exploitatieve en psycho-sociaal duurzame middelen. Zodat kinderen volledig kunnen rijpen, zonder schade en littekens op te lopen door een te vroeg in gang gezet medisch transgenderisme. Alle kinderen hebben recht op de veilige ruimte die nodig is om zich te ontwikkelen en te groeien, en op de tijd om te rijpen tot iemand met zelfbehoud en zelfliefde.

Niet mijn lichaam, maar de maatschappij moest veranderen

De maatschappelijke discussie over genderidentiteit neemt wereldwijd in intensiteit toe: Engeland, Finland, Zweden en Noorwegen besloten recent om de transzorg aan kinderen te herzien. In Nederland blijft het vooralsnog opvallend stil. Boeken over dit thema worden niet besproken. Recensies worden ingetrokken. Wetenschappelijke kritiek en debat is taboe en leidt onherroepelijk tot beschuldigingen van transfobie, haatcampagnes en uitsluiting van de wetenschappelijke gemeenschap. Vrijwel iedereen die twijfelt doet aan zelfcensuur.

Gerrie Strik (1958) is rector van de Vrije Hogeschool.

Eens te meer realiseer ik mij hoe gezegend mijn generatie was, om in een tijd op te groeien voordat de alliantie tussen visionaire ideeën en disruptieve technologieën de macht verwierven over lichaam en geest. Inmiddels weet ik dat ik niet een ander lichaam of gender wilde. Mijn afkeer van het misogyne klimaat waarin ik als jonge vrouw opgroeide, is deel geworden van een levenslange sensitiviteit voor de tweederangspositie van jonge mensen en vrouwen. Niet mijn lichaam, maar de onwaarachtige visie op wat een vrouw is, was het probleem. Niet mijn lichaam, maar de maatschappij moest veranderen.

Lang dachten we dat het beter ging. Het is dan ook een immense achteruitgang en een onbeschrijfelijk verlies dat de eerste generatie meisjes die wordt geleerd dat vrouw-zijn iets is waar je je uit kunt identificeren, dit nu in schrikbarende aantallen doet.