De kabinetsinformateurs Elbert Dijkgraaf (SGP) en Richard van Zwol (CDA) hebben acht weken de tijd om met de beoogde coalitiepartners een Hoofdlijnenakkoord op te stellen. Gaat deze fase van de formatie lukken?
Tijdens het laatste Kamerdebat, toen Dijkgraaf en Van Zwol werden voorgedragen, heerste in de wandelgangen pessimisme over de kans van slagen. De verkiezingsprogramma’s werden er nog eens bij gepakt. Ze zijn onverzoenlijk met elkaar.
Voor de zoveelste keer werd vastgesteld dat Omtzigt (NSC) dikwijls ‘achteruit onderhandelt’: hij komt terug op eerdere toezeggingen. De ene keer wil hij hoofdlijnen, dan weer duikt hij in de details.
Bij Wilders (PVV) hoort ook een nogal uitgebreide gebruiksaanwijzing. VVD-leider Yeşilgöz kondigde zondag al aan dat ze keihard wil onderhandelen.
Financiële afspraken formatie kunnen eenvoudig
Aan de andere kant: zo moeilijk is die inhoud nou ook weer niet. Essentieel is de financiële paragraaf. Daarin moet staan dat het begrotingstekort maximaal 3 procent mag bedragen. Verder dienen de ministers hun eigen uitgavenoverschrijdingen te compenseren. Belastingmeevallers mogen niet zomaar op de grote hoop worden gegooid, maar zijn – voor een zeker deel – bestemd voor belastingverlichting of schuldenreductie.
‘Veel ingewikkelder is het niet,’ zegt een hoofdrolspeler uit een vorige formatie.
Lastig is wel dat er fikse tegenvallers opdoemen. Zo weigerde de Eerste Kamer onlangs de zogenoemde salderingsregeling te schrappen. Dit is de gunstige regeling voor particulieren met zonnepanelen op het dak. Ze gebruiken stroom en produceren stroom, en hoeven alleen over het meergebruik het elektriciteitstarief te betalen.
Omdat circa de helft van het stroomtarief uit belastingen bestaat, leidt de voor particulieren gunstige salderingsregeling tot lagere belastingopbrengsten. In de veronderstelling dat de regeling zou verdwijnen, zette het demissionaire kabinet-Rutte IV alvast 700 miljoen euro per jaar extra inkomsten uit energiebelasting in de boeken.
Maar door de stemming in de Eerste Kamer gaan die inkomsten – 2,8 miljard over een kabinetsperiode van vier jaar – niet door. Voor het kabinet dat straks aantreedt, betekent dat een groot gat. De onderhandelaars zullen dit op een of andere manier gevuld moeten krijgen.
Kernenergie brengt financiële ruimte in formatie
De werkloosheid stijgt, ook een tegenvaller. Maar de economie blijft draaien als een tierelier. De financiële zorgen in Den Haag zijn weleens groter geweest. Ook al is de tijd voorbij dat de kabinetten-Rutte gemakkelijk beleid konden voeren door tientallen miljarden in speciale fondsen te stoppen (Nationaal Groeifonds, Stikstoffonds, Klimaatfonds).
In de formatiebesprekingen zal Wilders volgens insiders moeten erkennen dat er een klimaatprobleem bestaat en dat natuurbehoud geboden is. Wel zijn de fondsen van vele tientallen miljarden die de kabinetten-Rutte III en IV daarvoor uittrokken, excessief. Zij gaan op de helling. Dat geeft het nieuwe kabinet bestedingsruimte. Kernenergie is de nieuwe oplossing.
Beperken van migratie
Over een Nexit horen we Wilders niet meer. Over een terugkeer naar de gulden en het verlaten van de eurozone evenmin. Beperking van de immigratie is het belangrijkste punt waarop hij zich kan onderscheiden. In Afrika is een bevolkingsexplosie aan de gang. Iedereen snapt dat Europa onder toenemende migratiedruk komt en dat Brussel niet alle mensen kan weren. Laat staan Den Haag.
Maar Wilders kan via een Hoofdlijnenakkoord met VVD, NSC en BBB straks concrete maatregelen presenteren, waardoor zijn kiezers zullen zeggen dat er ‘tenminste eindelijk iets gebeurt’.
Welke maatregelen? Bijvoorbeeld verplaatsing van asielprocedures naar landen buiten de Europese Unie, zoals Tunesië, Albanië of Rwanda. Veel media en vluchtelingenorganisaties benadrukken dat de Rwanda-route juridisch onhaalbaar is gebleken in het Verenigd Koninkrijk, maar dat komt doordat de Britse Conservatieve regering asielprocedure én opvang in Rwanda wil. In kringen van de beoogde Nederlandse coalitiepartijen gaat het alleen om verplaatsing van de toelatingsprocedure. Dit is volgens kenners niet per se strijdig met het Vluchtelingenverdrag. In Kamervergaderingen wordt het Rwanda-plan al besproken en in het formatieoverleg zal het zeker aan bod komen.
Uit ouderlijke macht ontzetten
Ingewijden denken ook aan de mogelijkheid om de vaders en moeders van minderjarige asielzoekers uit de ouderlijke macht te zetten. Het argument ligt voor de hand: ‘U liet uw kind vertrekken op een riskante reis door de Sahara en over de Middellandse Zee. Zo hoopte u zelf een verblijfsvergunning te bemachtigen. U bracht uw kind in levensgevaar. Daarmee verspeelde u het ouderlijke gezag en verliest u het recht op gezinshereniging.’
Zo’n maatregel doet precies wat ook de VVD altijd zegt: een einde maken aan de mensensmokkel die elk jaar de dood veroorzaakt van honderden, misschien wel duizenden mensen. Het ontzetten uit de ouderlijke macht remt niet alleen de gezinshereniging, maar ook de migratie als geheel. Volgens twee oud-bewindslieden is het een redelijk plan, dat niet direct door een rechter kan worden geschrapt.
PVV, VVD, NSC en BBB zien ook iets in een tweestatussenstelsel, dat onderscheid maakt tussen politieke vluchtelingen en mensen die een goed heenkomen zoeken uit oorlogsgebieden. De tweede groep krijgt dan minder rechten dan de eerste.
Wilders zal moeten doordrukken
Wilders moet de komende acht weken dit soort voorstellen zien door te drukken. Er zijn twee valkuilen.
De eerste hangt samen met hoe de ministerposten worden verdeeld. De vier partijen zijn nu al vier maanden aan het steggelen, maar langzamerhand ontstaat toch een beeld van die verdeling. Wilders mag de premier aanwijzen. De VVD krijgt Financiën. NSC zal Sociale Zaken kiezen vanwege de bestaanszekerheid. BBB komt ook een plaats toe in de ‘sociaal-economische vijfhoek’ en neemt Economische Zaken voor Mona Keijzer. Dan mag Wilders weer kiezen: Fleur Agema als minister van Zorg.
De hoofdrolspelers weten tamelijk goed van elkaar wie ze straks op het bordes zetten. Dit maakt het juist extra lastig, want bij het opstellen van het Hoofdlijnenakkoord en de verdeling van budgetten willen ze de toekomstige ministers van hun politieke kleur een handje helpen.
De normale gang van zaken tijdens een formatie is dat eerst een Regeerakkoord wordt opgesteld. Pas daarna gaat het over de verdeling van ministersposten. Door de moeizame gang van zaken van de afgelopen maanden loopt dat door elkaar heen. Dat maakt het onderhandelen lastiger.
De tweede moeilijkheid is de onvoorspelbaarheid van Omtzigt. Wilders had Van der Plas al meteen na de verkiezingen in de fuik. Vervolgens zwom Yeşilgöz erin. Inmiddels kan Omtzigt ook niet meer terug. Of toch wel?
Iedereen weet dat dit een lastige fase is. Onderhandelaars kunnen makkelijker boos weglopen vanwege één concreet punt dan vanwege bezwaren tegen een nog vrij vage coalitievariant.
Wordt vervolgd.