Nederlandse onderzeeboot ook aangeboden aan Canada

Damen Shipyards in Amsterdam. Foto: Berlinda van Dam/HH/ANP

Scheepsbouwer Saab-Damen verhoogt de druk op het kabinet om de onderzeebotenorder toch nog aan de Zweeds-Nederlandse combinatie te gunnen. Defensieredacteur Eric Vrijsen doet verslag in de slotfase van de aanbestedingsprocedure voor ‘de defensieorder van de eeuw’, die gaat om de bouw van vier onderzeeboten ter vervanging van de Walrusklasse.

Saab-Damen meldt zich nu in de race voor nóg een miljardenorder: het leveren van diesel-elektrische onderzeeboten aan Canada. Volgens Damen Shipyards in Gorinchem gaat het om de ‘geavanceerde expeditionaire onderzeeboot C-718’. ‘Expeditionair’ wil zeggen dat de boot niet alleen in de Noordzee en Oostzee kan opereren, maar ook ver van huis: ver op de Atlantische Oceaan, in de Cariben en zo nodig ook in de Zuid-Chinese Zee en de Stille Oceaan.

Samen met de Zweden werkt Damen al sinds 2015 aan het ontwerp van een nieuwe onderzeeboot voor de Koninklijke Marine. Ook Canada wil zijn onderzeeboten vervangen, en stelt vergelijkbare eisen als de Koninklijke Marine.

Indien Saab-Damen de Nederlandse onderzeebotenorder krijgt, stijgen de kansen om ook aan Canada te kunnen leveren. Door een groter aantal boten te bouwen, ontstaan schaalvoordelen. Dan ‘verdubbelt in één keer het langjarige uitzicht op werkgelegenheid en inkomsten voor de hele Nederlandse marinebouw’, stelt een woordvoerder van Damen in Gorinchem.

Kabinet bereidt industrie voor op teleurstelling

Staatssecretaris Christophe van der Maat (VVD) van Defensie wil half maart de knoop doorhakken in de aanbestedingsprocedure, waaraan marinebouwers meedoen uit Zweden-Nederland (Saab-Damen), Duitsland (ThyssenKrupp) en Frankrijk (Naval). Naar verluidt concludeert een projectgroep op zijn ministerie dat de Barracuda van Naval in Cherbourg ‘de beste boot voor de beste prijs’ is.

Het lijkt er nu op dat Van der Maat de nationale marinebouw alvast op een teleurstelling wil voorbereiden. Vorige week liet hij weten dat Defensie in de komende tien jaar uitsluitend de eigen industrie (lees: Damen en zijn Nederlandse toeleveranciers) wil inschakelen voor de bouw van nieuwe Luchtverdedigings- en Commandofregatten.

Woensdag 6 maart voegde Van der Maat daaraan toe dat hij ook bij de Nederlandse marinebouw wil aankloppen voor de vervanging van de twee grote landingsschepen – Zr. Ms Rotterdam en Zr. Ms Johan de Witt – en voor de vervanging van vier zogenoemde OPV’s (Oceangoing Patrol Vessels, zwaarbewapende schepen die iets kleiner zijn dan een fregat).

Dit betreft orders waarvoor pas in de komende tien jaar de contracten worden getekend. Van der Maat laat in zijn brieven aan de Kamer de hete kwestie van de onderzeeboten onvermeld.

Geen enkele onderzeeboot in Nederland gebouwd

Van der Maat schreef de Tweede Kamer dat de geopolitieke omstandigheden sinds 2022 sterk zijn veranderd, en dat het van groot strategisch belang is de eigen marinebouw te ondersteunen. Voor de onderzeebotenorder leek dit aanvankelijk ook te gelden. Het kabinet-Rutte III publiceerde in 2018 een Defensie Industrie Strategie waarin stond dat Nederlandse bedrijven voorrang zouden krijgen.

Tussen de regels door viel toen te lezen dat de onderzeebotenorder scheepsbouwer Damen niet meer kon ontgaan. In een onderraad van de ministerraad ontstond de eerste afkeer van deze lijn. Vervolgens zette Van der Maat in het kabinet-Rutte IV een aanbestedingsprocedure door waarin scheepsbouwers een aanbod mochten doen dat zou worden getoetst op kwaliteit, prijs en inbreng van de eigen industrie.

Voor dit laatste onderdeel werkt het Franse Naval samen met IHC Holland, een scheepsbouwer in Kinderdijk. Ed Kronenburg, voormalig ambassadeur in Frankrijk, trad enige tijd op als lobbyist van Naval in Den Haag. Hij zei deze week dat geen enkele onderzeeboot in Nederland zal worden gebouwd: ‘Jammer genoeg wordt het Zweden, Frankrijk of Duitsland.’

In de sector wordt dit niet ontkend, maar volgens een woordvoerder van Damen Shipyards zegt dat ‘Saab-Damen 60 tot 70 procent van de bouw uitvoert op eigen bodem’. Ook andere bronnen zeggen dat een innovatieve marinebouw op Nederlandse bodem erbij gebaat is dat de order naar de Zweeds-Nederlandse combinatie Saab-Damen gaat. Dat geldt des te meer als Saab-Damen na de Nederlandse order ook de Canadese order zou bemachtigen.

Het omgekeerde geldt ook: het missen van de Nederlandse order verkleint voor Saab-Damen de kansen in Canada.