Om zich op straat te verdedigen, nemen steeds meer leerlingen een mes mee naar school. Docenten houden hun hart vast. De gemeente Den Haag treft maatregelen tegen het wapenbezit. ‘Kinderen van 12 jaar met een steekwapen. Dat is vreselijk.’
Op middelbare scholen in grote steden wordt er niet echt meer van opgekeken. Zelfs op basisscholen komt het aan de orde. In Den Haag, waar school- en gemeentebestuurders erkennen dat steekwapens op school ‘praktisch normaal’ worden, werden december vorig jaar schriftelijke afspraken gemaakt om het messenbezit onder jongeren terug te dringen.
Zo zijn op elke school veiligheidscoördinatoren aangesteld. Kluisjes worden vaker gecontroleerd. Scholen spraken af voortaan aangifte te doen als ze bij een leerling steekwapens vinden, maar willen zich er volgens de politie ook weer niet toe verplichten.
Dat laatste komt doordat er een taboe op dit onderwerp rust. Veel scholen doen alsof het bij hen niet bestaat uit vrees voor verlies van de goede naam en een daling van het aantal aanmeldingen.
De Haagse CDA-wethouder voor Onderwijs Hilbert Bredemeijer (40) vindt dat ze het onderwerp juist moeten bespreken. Zo veel leerlingen dragen een wapen, dat onderwijsinstellingen maatregelen moeten aankondigen, zodat ouders weten dat de school het probleem serieus neemt.
Bredemeijer zegt dat de schooljeugd soms met messen rondloopt ‘waar je helemaal eng van wordt’.
Het gaat niet om een enkele jongere uit een probleemwijk. ‘Het rukt overal in de stad op. Ook in de idyllische wijken.’ Het messenprobleem breidt zich uit, vertelt hij, en is zelfs op basisscholen aan de orde. ‘Kinderen van 12 jaar met een steekwapen. Dat is toch vreselijk!’
Jongeren voelen zich onveilig
Leerlingen zeggen messen bij zich te dragen om zich te kunnen verdedigen – niet per se in school, maar op straat. Exacte cijfers van het wapenbezit onder jongeren ontbreken. De politie houdt daarvan geen aantallen bij, maar het aantal steekincidenten in steden waarbij minderjarigen zijn betrokken, is groeiende.
Speciale inleveracties in Den Haag en andere steden leverden een huiveringwekkende oogst op.
Wordt op school een wapen aangetroffen, dan wordt dit nogal eens in stilte afgedaan. Jeugdige messendragers worden niet altijd aangehouden. Evenmin wordt geregistreerd hoeveel wapentuig er op scholen wordt ingeleverd.
Inspecteur Meike Heringa (39) van de politie Haaglanden: ‘Jongeren voelen zich onveilig en denken dat ze het recht hebben zich te verdedigen. Dat klopt, maar niet met een mes of ploertendoder. Als er dan iets gebeurt, ben je dader, geen slachtoffer.’
Scholen kunnen het niet meer zelf oplossen
Brigadier Bob van Dijke (31), jeugd-agent van politie in het ‘Basisteam’ Loosduinen: ‘Als je ze vraagt tegen wie ze zich denken te moeten beschermen, zwijgen ze. Niemand wil een snitch zijn en extra gevaar lopen.’ Onder jongeren geldt immers: Snitches get stitches. Letterlijk: verraders lopen hechtingen op.
‘Wij hebben nog niet echt met steekwapens te maken,’ zegt rector Remco Vogel (56) van het Segbroek College, een vwo-, havo- en mavo-opleiding. ‘Maar op bijna elke school zijn incidenten, waarbij berichten op social media een negatieve invloed hebben op het veiligheidsgevoel van docenten.
‘Langzamerhand zijn de veiligheidskwesties zo ernstig dat scholen ze niet meer zelf kunnen oplossen. Tegen die achtergrond werd het programma Netwerk Veilige School in gang gezet. Dat biedt een centraal punt om ervaringen en expertise te delen.’
‘Op middelbare school is het anoniemer’
‘Wij zijn heel streng en zitten er bovenop,’ zegt directeur Daniëlle Webb (53) van Openbare Basisschool Houtwijk. ‘We merken niet dat onze leerlingen met steekwapens rondlopen. Maar ze hebben het er wel over. We horen van kinderen dat het de norm is.’
Volgens Webb treffen haar leerlingen na schooltijd in de omgeving leerlingen van middelbare scholen. ‘Dan zien ze weleens een wapen. En ze horen dat er wapens op andere plekken worden gebruikt. In incidentele gevallen gaan ze zich dan ook zelf bewapenen.’
Zo komen leerlingen van basisscholen ermee in aanraking. Webb: ‘We proberen ze bij te brengen dat het níet normaal is. Maar we leveren de kinderen af aan middelbare scholen en daar is het anoniemer. Je houdt je hart vast.’
Het convenant van december vorig jaar werd getekend door Haagse middelbare scholen, de gemeente, politie, jeugdzorg en justitie. De basisscholen sluiten zich hierbij aan. Wethouder Bredemeijer: ‘Omdat de onveiligheid zich uitbreidt naar de jongere leeftijdscategorieën.’
Willekeurig kastje
De aangestelde veiligheidscoördinatoren vormen een netwerk om kennis en informatie te delen. Het is de bedoeling dat tegen leerlingen ook aangifte wordt gedaan als de school aanwijzingen heeft dat ze worden geronseld voor ‘klusjes’ als het plaatsen van vuurwerkbommen of het vervoeren van drugspakketjes.
Bij controles van kluisjes op scholen worden, naast steekwapens, handelsvoorraden drugs en vuurwerk aangetroffen. Sommige scholen hebben alleen nog ‘dagkluisjes’. Daar huren de leerlingen niet een vast kluisje met eigen sleutel, maar een willekeurig kastje met een code voor één dag. ’s Avonds gaan die open.
Tonnes Blonk (47), programmamanager Netwerk Veilige School, constateert dat de intensievere controle ertoe leidt dat scholieren hun wapens ‘in hun rugzak of onder het zadel van hun scooter opbergen’.
Brigadier Van Dijke: ‘Jongeren zijn heel creatief. Ze dragen soms twee trainingsbroeken over elkaar om hun mes te verbergen. Van karton maken ze een foedraal om het wapen te verstoppen. Zijn ze eens gesnapt, dan dragen ze erna een puntige schroevendraaier bij zich. Een tijdje waren verknipte creditcards in zwang.’
Die creditcards waren zo scherp geslepen, dat je er iemand flink mee kon verwonden.
Vlak ook zeker de meiden niet uit. De politie ziet sleutelbossen met een uitklapbaar mesje, nagelvijltjes met een vlijmscherp geslepen rand, geïmproviseerde wapens van hard plastic.
Disciplinerende werking
Soms oogt het wapen onschuldig: een briefopener of klein keukenmesje. Van Dijke: ‘Heus niet alle scholieren zijn bewapend, maar het lijkt wel de norm. We treffen tijdens straatcontroles ook machetes aan en andere jungle-kapmessen. Er lopen jongens over straat met Zombie Killers.’ Dit zijn messen met een weerhaak, waardoor bij het steken én het terugtrekken verwondingen ontstaan.
Van Dijke zegt dat dergelijk wapentuig ‘extreem’ is en dat hij erop vertrouwt dat scholen wel degelijk aangifte zullen doen, als ze vermoeden dat een leerling met zo’n mes rondloopt.
Werkt de kluisjescontrole misschien contraproductief? Als leerlingen tijdens de lessen of in de pauze een mes bij zich dragen en daarnaar kunnen grijpen, ontstaat toch extra gevaar?
‘Van elke controle gaat een disciplinerende werking uit,’ zegt Blonk. ‘Tot nu toe zijn er geen gevallen waarbij leerlingen wapens in de klas of de aula hanteren.’
Volgens schoolbestuurders vervaagt de grens tussen de straat en de school. De samenleving verhardt, de misdaad breidt zich uit en het onderwijs raakt ermee geïnfecteerd.
School is heilig
Gelukkig ervaren veel leerlingen hun school nog als een rustgevende enclave te midden van een sidderende stedelijke en virtuele omgeving, zeggen schoolbestuurders. Directeur Webb van de basisschool Houtwijk: ‘Voor kinderen is de school heilig.’
Veel problemen spelen zich af op plekken op afstand van school. Van Dijke geeft het voorbeeld van een jongen uit Loosduinen die elders in Den Haag op school zit.
‘Elke dag komt hij iemand tegen die een beef met hem heeft. Hij bewapent zich om zich onderweg te verweren en bergt tijdens de les zijn mes of boksbeugel weg.’
Preventieprogramma’s moeten jongeren leren dat ze zich moeten ontwapenen. Want: ‘Als iemand tegen jouw mes aanloopt, zul je dat de rest van je leven bezuren.’
De mogelijkheden van scholen om op te treden zijn echter beperkt. Rectoren en conrectoren mogen kluisjes openen, mits ze een briefje achterlaten waarop staat dat een controle werd uitgevoerd.
Pubers babbelen graag
Leerlingen weten dat in hun huurcontract staat dat de directie het kastje inspecteert. De school mag leerlingen niet fouilleren. Hooguit vriendelijk vragen om zakken leeg te halen, tassen te openen of de zadelklep van de scooter open te klappen. Leerlingen mogen vanwege hun privacy weigeren.
Alleen bij een vermoeden van wapenbezit, kan de school de politie inschakelen.
Soms werken leerlingen liever mee en is de school mede daardoor tamelijk goed op de hoogte van wapenbezit. Klasgenoten zien dat een leerling per abuis een mes uit zijn tas laat vallen.
Of de leerling begint te snoeven over zijn wapen. Pubers babbelen graag. Direct doen verhalen de ronde.
Het duurt niet lang of de schoolleiding is op de hoogte. Veel leerlingen bekennen meteen tegenover docenten en conciërge: ‘Ja, mijn wapen.’ Ze bezweren het nooit aanvallend te gebruiken. Het is louter bedoeld voor zelfverdediging en afschrikking op straat.
Doorgaans brengt de school de ouders op de hoogte. De leerling levert het mes in en komt weg met een reprimande. In het belang van het kind handelen school en ouders de zaak het liefst stilletjes af.
Volgens Blonk van Netwerk Veilige School bezoeken wijkagenten geregeld scholen om ‘een bakkie te doen’. Schoolleiding en agent wisselen in zo’n koffiegesprek informatie uit: wat speelt er in de wijk? Wat merkt de school? Welke leerlingen naderen de gevarenzone?
Geen exclusief Haags probleem
Wordt een wapen gevonden, dan verschijnt de wijkagent om het mee te nemen naar het bureau.
Soms nodigen scholen de wijkagent uit aanwezig te zijn bij de controles van de kluisjes, zodat leerlingen extra onder de indruk raken. Brigadier Van Dijke: ‘Dan staan wij er met de handen op de rug bij.’
Worden bij zo’n inspectie wapens, vuurwerk of drugs gevonden, dan neemt de politie de spullen direct in beslag, verzekert Van Dijke.
Wapenbezit onder jongeren is zeker geen exclusief Haags probleem. Amsterdam en Rotterdam kondigden eerder een messenverbod af. Den Haag wil ook hiertoe overgaan. Zelfs de burgemeesters van Rotterdamse randgemeenten bepleiten zo’n verbod in hun gemeenten.
Onder docenten en schoolbestuurders in Den Haag leeft nog altijd de herinnering aan conrector Hans van Wieren van het Terra College aan de Haagse Beresteinlaan. Hij werd op 13 januari 2004 door een leerling doodgeschoten. Dat gebeurde toen wapenbezit op school nog zeer uitzonderlijk was.
Het huidige probleem is dat jeugdgroepen van scholieren en niet-scholieren ontstaan, waarvan leden zich bewapenen. Zij nemen hun messen mee naar school, waardoor anderen zich bedreigd voelen en ook een wapen willen.
Kerstvakantie was oorzaak
Ander geweld in de Beresteinlaan gaf de aanzet tot het programma Netwerk Veilige School. Kort na de kerstdagen in 2022 werd in een avondwinkel een 15-jarige jongen in de rug gestoken. Hiervoor werd een 13-jarige jongen opgepakt. Later hield de politie ook het 15-jarige slachtoffer en enkele medestanders aan.
De steekpartij was de escalatie van een strijd tussen jeugdgroepen. Die was begonnen met een ruzie na een schoolfeest elders in Den Haag aan het begin van de kerstvakantie.
Schoolbestuurders en docenten concludeerden later dat die vakantie een rol speelde. Hun informatiepositie is doorgaans goed. Zij weten wat er speelt onder jongeren en manen hen tot kalmte. Door de vakantie kon dit keer niemand de geweldsspiraal keren.
Volgens Tonnes Blonk bracht dit drama het veiligheidsbeleid op Haagse scholen in een stroomversnelling. Er werd al langer nagedacht over een plan van aanpak, maar opeens zagen ook de scholen dat het zo niet langer kon. CDA-wethouder Bredemeijer kwam met het voorstel voor het programma Netwerk Veilige School.
Dat viel in goede aarde.
Het Terra College trof na 2004 veiligheidsmaatregelen en heet nu Zuid-West College. Directeur Anne Sinke vertelde in de lokale krant Den Haag Centraal over het convenant met gemeente, politie en jeugdzorg.
Wapens makkelijk verkrijgbaar
Leerlingen voelen zich zo veilig op school, dat ze liever nablijven dan meteen naar huis gaan, zei ze ook. Sinke geldt in het Haagse onderwijs als degene die het taboe op onveiligheid doorbreekt, maar wil er dit keer niet over praten.
Programmamanager Blonk zegt gevallen te kennen van leraren die uit angst voor represailles het wapenbezit van een leerling negeren. Maar er zijn ook schoolbesturen die extra alert zijn.
Wapens zijn makkelijk verkrijgbaar via Chinese postorderbedrijven. Je kunt ze thuis laten afleveren. Doen je ouders daar moeilijk over, dan laat je ze bij een afhaalpunt bezorgen en kun je ze met een code en zonder leeftijdscontrole uit een kluisje trekken.
Jongeren verkopen ook wapens aan elkaar en adverteren op social media. Scholen bespieden die praktijken. Iemand prees zijn Zombie Killer aan met een foto. Een conrector herkende de achtergrond: dit was ontegenzeglijk een hoekje van zijn school. Hij belde de politie.
Repressie en preventie
Wat gebeurt er dan met zo’n gastje? Dat hangt van de omstandigheden af, zo valt te beluisteren in het onderwijs, bij de politie en onder jongerenwerkers. De eerste optie is: reprimande en een stevig oudergesprek. Heeft zo’n puber verder niks op zijn kerfstok, dan ga je hem niet criminaliseren.
Is dat wel het geval, dan is er de PGA: Persoonsgerichte Aanpak. Daarbij wordt gekeken naar hoe ze jongeren weer op het goede pad krijgen. Voor zwaardere gevallen is er het Zorg- en Veiligheidshuis: een overlegplatform van diensten, maar dan met het Openbaar Ministerie en eventueel de ggz erbij.
Brigadier Van Dijke heeft het over ‘een mix van repressie en preventie’. Ook inspecteur Heringa vindt dat je jongeren ‘perspectief moet bieden’, zodat ze inbinden. ‘Een taakstraf via het bureau Halt is vaak een goede eerste interventie.’
Zij zou graag zien dat jongeren wordt geleerd dat ‘ze moeten stoppen elkaar op social media te dissen’. Want op internet ontstaan vaak de pesterijen en conflicten.
Het snelle geld lonkt
Doordat jongeren tijdens de coronacrisis een paar jaar thuis zaten, werden ze opgeslokt door een virtuele werkelijkheid en ervaren ze geen grenzen meer voor hun gedrag. Ook Webb van basisschool Houtwijk wijst daarop.
Welke kinderen zijn het kwetsbaarst? Jonge kinderen met criminele oudere broertjes, zeggen de deskundigen. Van Dijke vertelt over een 12-jarige met een pistool. Dat moest het jongetje bewaren voor zijn oudere broer.
‘Het snelle geld lonkt. Bendes ronselen kinderen op steeds jongere leeftijd,’ zegt Webb. Ze ziet kinderen in de risicozone belanden. Werken aan zelfredzaamheid, is dan het devies. ‘De zelfverzekerde haantjes gaan op de vuist en hebben geen messen nodig. Nee, het zijn de stille Willies die zich bewapenen.’
Stapt een kind over van de basis- naar de middelbare school, dan gaat een begeleidend persoonlijk dossier naar de nieuwe school. Met daarin steeds meer informatie over de veiligheidsrisico’s die de leerling loopt.
‘Het is dramatisch’
Scholen zijn echter geen vooruitgeschoven post van politie en justitie. ‘Eerste prioriteit is taal en rekenen. Voor zware criminaliteit bieden scholen geen oplossing,’ zegt wethouder Bredemeijer.
Maar ja, in een dreigende omgeving komen jongeren niet aan leren toe. ‘Het is dramatisch. Dit deugt absoluut niet.’
Hij begrijpt de terughoudendheid en het stilzwijgen van veel scholen, maar dat taboe moet er echt af. ‘Dit is zo ernstig dat je het moet benoemen. Via parkjes en schoolpleinen verplaatsen de problemen zich van stadswijk naar stadswijk. Wat ’s avonds op straat gebeurt, verplaatst zich overdag naar de scholen. Als we dit normaal vinden, dan zijn we als land ver heen.’