Rommelspeeltuin in opkomst: onveilig spelen is heel gezond

19 september 2024Leestijd: 6 minuten
Een kind probeert met een bijl een houtje doormidden te hakken. Beeld: Ramon van Flymen

Kinderen spelen het liefst buiten, zonder toezicht. Aanhangers van ‘risicovol spelen’ willen hen daarbij helpen, om ze zelfstandiger en weerbaarder te maken.

Dex (7) probeert met zijn vriendje Tom (7) een plastic stoel op een stuk hout vast te spijkeren. Een eindje verderop heeft Ties (8) net een matras op een berg pallets gesleept. Vanaf het dak van een oude caravan kan hij er zo op springen, maar daar ziet het ventje toch maar vanaf.

In de rommelspeeltuin in de Utrechtse wijk Lunetten – de enige van Nederland – mag alles. Of in elk geval heel veel. Wie een vuurtje wil stoken, vraagt gewoon om lucifers. Hutten bouwen kan overal, ook boven op één van de twee zeecontainers die vol oude rommel liggen waarmee je je gang kunt gaan.

Vaders en moeders komen er hier niet in. De enige volwassenen op het terrein – een hoek van Fort Luna, een klassieke speeltuin – zijn twee vrouwen die een blauwe bodywarmer dragen met het woord ‘playworker’ op hun rug. Hun taak is niet zozeer toezicht houden, maar vrij spelen faciliteren.

‘Dat betekent dat je natuurlijk ingrijpt bij grote ruzies of bij acuut gevaar,’ zegt Anouk Andreae (53). ‘Maar verder is het de bedoeling dat wij geen invloed hebben op wat ze doen.’

Ook speeltoestellen als glijbanen en schommels ontbreken. Er zijn alleen losse spullen zoals een bureaustoel, een rollator, een brandslang met haspel, een koffer, lege vaten, een kano en een winkelwagentje. ‘Open-einde-materiaal,’ noemt Andreae het, omdat niet vaststaat wat je ermee kunt doen. ‘En juist dát vinden kinderen razend interessant.’

Kinderen die een vuurtje willen maken? Geen probleem, ze kunnen om lucifers vragen. Beeld: Ramon van Flymen

Vrij spelen is goed, maar kinderen spelen steeds minder buiten

Andreae volgde een training bij pedagoog Martin van Rooijen, de pionier van ‘risicovol spelen’ in Nederland en initiatiefnemer van de Utrechtse rommelspeeltuin. Risicovol spelen is wat Van Rooijen (57) betreft een antwoord op een aantal eigentijdse kwalen. Kinderen spelen steeds minder buiten, blijkt jaar na jaar uit onderzoek van Jantje Beton en diverse GGD’s. Vertier op beeldschermen, slecht weer, huiswerk en ‘geen andere kinderen op straat’, worden het vaakst genoemd als reden om binnen te blijven. Intussen waken ouders over de vrije tijd van hun nageslacht dat vooral niets mag overkomen.

Hierbij jutten ouders elkaar op, zegt Van Rooijen. Bijvoorbeeld door hun kinderen al vanaf groep 1 lid te laten worden van een sportclub. ‘Want ja, ze moeten meer bewegen. “Je moet ze nú inschrijven hoor! Want er zijn wachtlijsten!” Zo gaat dat ongeveer. Gevolg is dat de institutionalisering van de vrije tijd steeds meer wordt aangejaagd.’

Volgens Van Rooijen, die afgelopen zomer aan de Universiteit voor ­Humanistiek promoveerde op risicovol ­spelen, zijn naast de ouders ook profes­sionals in onderwijs en kinderopvang ­bezorgder geworden. ‘Er heerst steeds meer een risicomijdende cultuur, met een nadruk op veiligheidsprotocollen en sociale controle onder volwassenen die een negatief oordeel hebben over ouders die hun kinderen wel vrijlaten,’ schrijft hij in zijn proefschrift.

En dat terwijl uitgebreid gedocumenteerd is dat vrij spelen goed is voor een mens. ‘Kinderen die ongestoord risico’s en uitdagingen aangaan, zijn zelfstandiger en weerbaarder.’ Om het tij te keren, onderzocht Van Rooijen hoe de kinder­opvang de principes van risicovol spelen kan toepassen.

Dat leverde onder meer het inzicht op dat de pedagogisch medewerkers op de buitenschoolse opvang (bso) verschillend denken over het concept. Sommigen laten kinderen hoog in bomen klimmen, anderen staan dat liever niet toe. ‘Dan spreken ze één regel af die voor iedereen geldt, een limiet van maximaal 2 of 3 meter hoog.’ Maar dat is niet de bedoeling, meent Van Rooijen. ‘Een oplossing is dat de begeleider die er moeite mee heeft als een kind hoger in de boom zit, even koffie gaat drinken.’

Kind leert spelen met wat voor handen is. Beeld: Ramon van Flymen

Belangrijk dat kinderen weerbaar worden

Van Rooijen citeert graag de politiek filosoof Hannah Arendt (1906-1975) die pleitte voor een andere omgang met onzekerheid in het leven: ‘Wie probeert ­onvoorspelbaarheid weg te nemen bij een handeling, zal het echt menselijke vernietigen.’ Van Rooijen: ‘En Arendt voegt daaraan toe: “Je moet vertrouwen, er is geen alternatief.” Vertaald naar het spel van kinderen: als het spel voorspelbaar is en zeker afloopt, is het geen spel meer en is het kind geen kind.’

Sinds zijn promotie verspreidt Van Rooijen zijn boodschap als zelfstandig sociaal ondernemer. Hij geeft presentaties en workshops en gaat op uitnodiging bij bso’s langs met een boedelbak vol rommel van de kringloop. ‘Kinderen zitten vaak al te wachten op instructies als ik binnenkom. Maar die geef ik natuurlijk niet, ik zeg alleen: dit zijn dingen waar je mee mag spelen. De rest gaat vanzelf, ze begrijpen het meteen.’

Ouderwets klimmen in bomen in Het Woeste Westen, Amsterdam. Ouders worden op het terras gehouden. Beeld: Ramon van Flymen

Van Rooijen kan rekenen op de steun van VeiligheidNL, het kenniscentrum voor letselpreventie. Dagelijks belanden er ongeveer vijfhonderd kinderen op de spoed­eisende hulp. Minderjarigen hebben volgens de organisatie een veilige omgeving en toezicht nodig. Maar het is even belangrijk, meldt de website van de organisatie, om kinderen sterker te maken. ‘Bijvoorbeeld door ze risicovol te laten spelen. De kans op ernstig letsel of een ongeval neemt hierdoor af.’

Rafelrandjes lijken te verdwijnen

Dat is ook de overtuiging van Martin Hup. Hup (57) is een oud-leraar biologie die in 2010 natuurspeeltuin Het Woeste Westen oprichtte tussen twee spoorbanen in Amsterdam-West. Hij ontving al een half miljoen bezoekers. Tot nu toe gebeurden er twee ‘min of meer ernstige ongelukken’.

Hup: ‘Twee kinderen scheurden hun milt bij een val van de kabelbaan, een toestel dat je ook in veel speeltuinen kunt vinden. Vaders en moeders doen alles voor hun kinderen, maar met hun eeuwige mantra “pas op, kijk uit!” ontnemen ze de kinderen iets heel belangrijks.’

Zijn ouders zijn beiden overleden en op hun begrafenis heeft Hup ze bedankt voor hun ‘liefdevolle verwaarlozing’, een term van de psycholoog Dolph Kohnstamm. ‘Ik groeide op in Den Helder en wij speelden in bunkers, verlaten huizen en op bouwplaatsen. Ik klom eens langs een ­regenpijp vijf verdiepingen omhoog. ­Onverantwoord? Mijn vader en moeder wisten dat niet, ze vroegen ook nergens naar.’

Nu het Nederland uit zijn jeugd met zijn landjes en rafelranden verdwenen lijkt, probeert Hup de geest van dat ver­loren paradijs te laten voortleven in Het Woeste Westen. ‘Het is een reservaat,’ beaamt hij. Een reservaat waar hij kinderen ‘natuurervaringen’ wil laten opdoen en dat uitdagend is. Dat betekent dat hij het terrein vrijhoudt van echte viezigheid en echt gevaar en de ouders met koffie op het terras probeert te houden.

Lees verder onder de video

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Enthousiasme over rommelspeeltuinen

In Amsterdam liggen geen losse spullen zoals in Utrecht. In Het Woeste Westen kun je op een vlot varen, waterdiertjes vangen, kennismaken met snijdend riet, brandnetels en sloten, waarin je wegzakt in de bodem. ‘Vrij spelen heeft geen doel, wel resultaten,’ filosofeert Hup. ‘Je leert er niets specifieks van, maar het is wel vormend.’

Hup hoopt net als Van Rooijen dat ­risicovol spelen de grenzen van enkele vrijplaatsen gaat overstijgen. Volgens Van Rooijen is iedereen daarvoor nodig: ouders, professionals in de kinderopvang, gemeenten, de GGD’s en ook de ­Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, die belast is met de inspectie van speeltoestellen in de openbare ruimte.

In Het Woeste Westen staat de ‘natuurervaring’ centraal. Vies worden hoort erbij. Beeld: Ramon van Flymen

Voor de Utrechtse rommelspeeltuin kreeg Van Rooijen zes maanden financiering voor zijn ‘playworkers’. Die tijd is bijna om en hoe het verdergaat, is onduidelijk. Maar de voortekenen zijn niet ongunstig. De gemeente Utrecht heeft vanaf het begin enthousiast meegewerkt en er is nu ook belangstelling van andere gemeenten.

Op 25 september organiseert Van Rooijen naar aanleiding van zijn promotie een symposium waar ook de grondlegger van risky play zal spreken, de Noorse hoogleraar Ellen Sandseter. ‘Als je kinderen weer naar buiten wilt krijgen, moet je ze iets te bieden hebben. Want ik weet niet of ze op hun scherm blijven kijken als ze buiten met een winkelwagen kunnen racen.’

Spelen in de natuur: waar kan het?

De natuurspeeltuin is in opmars. De meeste van de zeshonderd leden van de branchevereniging voor speeltuinen LOS beheren een natuurspeeltuin of hebben elementen ervan opgenomen. De site springzaad.nl heeft een ‘speelnatuurkaart’ die helpt het aanbod in de buurt te vinden. Jantje Beton, dat zich sinds 1968 samen met kinderen inzet voor meer en uitdagender speelruimte, schat dat Nederland zo’n vijftig grotere groene speeltuinen en -bossen telt.