Voormalig BVD- en AIVD-man Berrie Hanselman (74) promoveerde op de wereld die hij veertig jaar volgde: radicaal-linkse ‘bivakmutsen’ die geweld niet schuwen. Hij heeft zorgen over Extinction Rebellion.
Koranverbrandingen, A12-blokkades, pro-Palestijnse ‘sit-ins’, terreurdreiging van jihadisten en ‘soevereinen’… Het Nederland van nu voelt soms heftig aan. Maar als iemand weet dat Nederland qua politiek oproer wel heftiger tijden heeft gekend, dan is het Berrie Hanselman. Hoofdschuddend: ‘Deze tijd gewelddadig? Het Nederland van de jaren tachtig en negentig was gewelddadiger.’
Berrie Hanselman werd inlichtingenman in een wereld die niet meer bestaat. Gezegend met een talenknobbel Duits ging de geboren Achterhoeker eind 1978 op z’n 28ste werken bij de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD), de geheime dienst die in mei 2002 werd opgevolgd door de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD).
Het idee bij zijn aanstelling was dat Hanselman naar de ‘Oost-Duitsland-desk’ zou gaan om als ‘audiobewerker’ geheime inlichtingen over bedreigingen vanuit de toenmalige Duitse Democratische Republiek te analyseren. Het verhaal is bekend. Net als de BVD is ook de communistische heilstaat DDR al lang historie.
Door een speling van het lot zou Hanselman nooit op de Oost-Duitsland-desk belanden, maar meteen aan de slag gaan op het veiligheidsterrein dat hem tot op de dag van vandaag bezighoudt. Links extremisme. Hij zou er bijna vijftig jaar van zijn leven aan besteden.
Toen hij in 2010 met pensioen kon, ging hij door – ‘Ik vond mezelf nog veel te jong om te stoppen’ – en na zijn uiteindelijke pensioen in 2017 ook. Hij begon aan het proefschrift waarop hij deze week in Leiden promoveerde: Daad en discussie. Links geweld: de invloed van interne discussie en overheidsrespons.
Extreem-linkse groeperingen
Berrie Hanselman (Lichtenvoorde, 1950). Deed na het gymnasium de lerarenopleiding Duits in Arnhem. Tijdens zijn dienstplicht volgde hij een opleiding aan de School Militaire Inlichtingen Dienst. Eind 1978 stapte hij over naar de BVD.
Toen Hanselman eind 1978 bij de BVD debuteerde, kreeg hij te maken met roemruchte extreem-linkse groeperingen als Rode Jeugd en Rode Hulp. Leden volgden voor hun beoogde marxistisch-leninistische ‘stadsguerrilla’s’ gevechtstrainingen in Palestijnse kampen in Jemen, waar ook leden van de extreem gewelddadige Duitse Rote Armee Fraktion het ambacht leerden.
Een paar jaar na zijn aanstelling ging het pas echt los met extreem-links geweld. Berucht voorbeeld is – in 1986 – de aanslag met brandbommen in Kedichem op een bijeenkomst van de radicaal-rechtse Centrumdemocraten van Hans Janmaat door gewelddadige ‘antifascisten’ uit de Amsterdamse krakerswereld.
Even berucht zijn de vele aanslagen van RaRa tussen 1984 en 1993, geïnspireerd door eerst de anti-apartheidsstrijd en later het Nederlandse asielbeleid. Schokkend dieptepunt was de zware bomaanslag op het huis van staatssecretaris van Justitie Aad Kosto (PvdA) in 1992. RaRa was het levenswerk van de man wiens initialen de groep droeg: de in 2021 in Spanje overleden René Roemersma.
‘RR’ en zijn toenmalige geliefde Henneke Hagen vormden de ‘ideologische top’ van RaRa, met een half dozijn wisselende handlangers. Alleen Roemersma werd veroordeeld – en zou in hoger beroep wegens een vormfout worden vrijgesproken. De aanslagen van RaRa op bezittingen van de Makro en Shell – beide actief in het Zuid-Afrika van de apartheid – leidden tot grote economische schade. Doden vielen er niet, maar dat was meer geluk dan wijsheid, zegt Hanselman stellig.
Recente pogingen om RaRa te rehabiliteren als eigenlijk een soort vroege antiracisme-activisten, zoals enkele jaren geleden gebeurde in het Stedelijk Museum, vindt hij maar niks. Hanselman: ‘Daar wordt zo onnozel over gedaan! Voor hetzelfde geld was het wel misgegaan en waren er doden gevallen. Dan waren de RaRa-leden gewoon terroristen geweest.’
Mislukte aanslagen
Hanselman laat in zijn proefschrift overtuigend zien dat juist de bereidheid van Roemersma en de zijnen tot geweld hen isoleerde van andere radicaal-linkse activisten. Het leidde onder meer tot een breuk met de latere GroenLinks-politicus Wijnand Duyvendak, destijds antimilitarist en anti-apartheidsactivist. ‘Wijnand was tegen bivakmutsen. Hij wil het systeem alleen maar een beetje veranderen,’ citeert Hanselman een smalende Roemersma in zijn proefschrift.
Zelfs mislukte aanslagen uit die jaren zijn in hedendaagse ogen heftig. Dit najaar is het veertig jaar geleden dat een aanslag van radicale krakers op de ambtswoning van burgemeester Ed van Thijn (PvdA) van Amsterdam maar net mislukte. De met benzine gevulde jerrycans tegen de muur van de slaapkamer van de burgemeester ontploften niet omdat het ontstekingsmechanisme bleef steken in het tapijt.
Het proefschrift van Berrie Hanselman is gedetailleerd
Dat was het Nederland van de jaren tachtig en negentig. Al die jaren zat Hanselman als analist eerste rang bij geheime inlichtingen – waaronder vele uren tapgesprekken – over het wereldje van extreem-links. Die inlichtingen vormen nu de basis van het proefschrift dat hem doctor in inlichtingenstudies maakt.
Zo’n grondig – soms duizelingwekkend gedetailleerd – overzicht van het extreem-links van toen was er nog niet, zegt Hanselman over zijn proefschrift. In elk geval niet als het gaat om de relatief kleine minderheid die geweld niet schuwde, de groep waarop hij zich concentreerde in zijn werk als analist, en nu ook in zijn proefschrift. Hanselman: ‘Zo veel als er wordt geschreven over extreem-rechts, zo weinig is er over extreem-links. Dat krijgt toch altijd een beetje het voordeel van de twijfel omdat de bedoelingen goed zijn.’
Hanselmans bronnenmateriaal was tot op heden voor andere wetenschappers niet beschikbaar. Want ja: vertrouwelijk. ‘Mijn voordeel was dat de dienst tegen mij niet kon zeggen dat het materiaal er niet was. Ik kon aanwijzen waar het stond.’
Handboek over extreem-links
Het voor intern gebruik bedoelde handboek over extreem-links dat Hanselman schreef voor de dienst, getiteld Panta Rhei, legde het fundament voor Daad en discussie. Hij vroeg het 425 pagina’s tellende handboek op bij de dienst en kreeg het ter inzage. Lachend: ‘Her en der zwart gelakt – maar ja, ik heb het zelf geschreven.’ Hanselman verwijst in het proefschrift 138 keer naar zijn handboek.
Het grote voordeel van dit bronnenmateriaal is dat het, dankzij de taps, een onopgesmukt beeld geeft – uit de eerste hand – van het denken en handelen van de ‘bivakmutsen’. De interviews die enkelen van hen zouden geven aan bevriende krakersblaadjes, geven zeker géén betrouwbaar beeld, weet Hanselman uit ervaring. ‘Interviews zeggen me niks. Roemersma lulde maar raak over RaRa en zijn motieven.’ Praten met wetenschappers doet dit wereldje sowieso niet.
Hanselman zegt te hopen dat zijn proefschrift als breekijzer fungeert voor andere wetenschappers. ‘Een wat meer toeschietelijke openbaarmaking van inlichtingenmateriaal komt niet alleen ten goede aan wetenschappers, maar ook aan veiligheidsdiensten zelf,’ schrijft hij in een van zijn stellingen. Die kunnen ‘door zo’n vorm van transparantie het “buiten” bestaande wantrouwen reduceren’.
Inspraak in het eindresultaat heeft de dienst niet gehad. ‘Ik heb het opgestuurd met de mededeling: zo wordt het. Er wordt niks meer veranderd. Het ligt inmiddels bij de drukker.’
In het licht van het verleden vormen Hanselmans promotor en copromotor een opvallend koppel. Promotor Paul Abels werkte lang bij BVD en AIVD, copromotor Jelle van Buuren – de extremisme-expert die door Hanselman in zijn proefschrift als ‘ervaringsdeskundige’ wordt bedankt – werkte in zijn jonge jaren voor het links-activistische ‘onderzoeksburo’ Jansen & Janssen, in de marge van de kraakbeweging opgericht om ‘politie, justitie, inlichtingendiensten, overheid in Nederland en de EU kritisch te volgen’.
Het kan verkeren, zeg je dan.
Roemersma: een megalomaan, emotioneel en ‘onvoorzichtig’ heethoofd
De ‘bivakmutsen’ waren geen lachebekjes. Zie het geval Roemersma. Hanselman omschrijft hem in gesprek met EW als een megalomaan, emotioneel en daardoor ‘onvoorzichtig’ heethoofd, dat er niet voor terugdeinsde om spontaan een nieuwe aanslag te plegen als de vorige tot zijn grote woede was genegeerd door de media. Door alle emotie ging dat maar net goed, zegt Hanselman. ‘Als de wind anders was geweest, was een hele wijk in de hens gegaan.’
Maar bij alle ernst valt er ook wel te lachen. Bijvoorbeeld als je leest dat de autoriteiten de verhitte ‘claimbrieven’ waarin RaRa een aanslag opeiste, al snel herkenden aan dezelfde taalfout: ‘gezamelijk’ in plaats van ‘gezamenlijk’.
Of als je leest dat leden van de groepering Rode Hulp – die wilden afreizen naar een Palestijns gevechtstrainingskamp in Jemen – informatie over dat land inwonnen bij… de ANWB. Een optreden dat Hanselman droogjes kwalificeert als ‘amateuristisch’. Best geestig is ook om te lezen dat de Rode Hulpers de op papier zo door hen bewonderde Duitse RAF-leden die óók in het trainingskamp zaten, in het echt een stel arrogante eikels vonden.
Zijn oproep tot transparantie ten spijt, is er ook veel dat Hanselman niet openbaart in zijn proefschrift, en evenmin in het gesprek met EW. Vooral met het noemen van namen, op een enkeling na, en operationele details is hij terughoudend.
Berrie Hanselman: geweld schrok veel linkse activisten af
Dat geldt niet voor zijn wetenschappelijke conclusies. De eerste is dat het geweld van RaRa, en dat van de brandbommen gooiende ‘antifascisten’ in Kedichem, leidde tot veel discussie onder linkse activisten. Opvattingen mochten dezelfde zijn, geweld schrok velen af.
Hanselman: ‘Roemersma en de zijnen vonden de anderen veel te gematigd, keerden zich af en verkeerden daardoor met RaRa van meet af aan in een isolement. Als dienst is dat altijd het moment waarop je gaat waarschuwen. Pas op! Want in een isolement gaan ze gekke dingen doen. Uit boosheid. Ongeduld over het tempo waarin de overheid kwesties aanpakt. Vooral ongeduld is gevaarlijk. Juist dan zeggen dit soort groeperingen vaak: “We gaan ze maar eens hard aanpakken.”’
Tegelijk schrok de radicalisering van enkelen vele anderen dus af, stelt Hanselman. De lankmoedige reactie van de autoriteiten leverde daaraan óók een bijdrage. Terwijl Duitsland meedogenloos optrad tegen de RAF, weigerden Nederlandse autoriteiten – waaronder de BVD – bij RaRa te spreken van terrorisme. ‘Politiek gewelddadig activisme’ was het eufemisme.
Dutch approach heeft radicalisering voorkomen
Hanselman is ervan overtuigd dat deze Dutch approach – waarbij de autoriteiten bij tijd en wijle repressief, maar doorgaans toch relatief coulant reageren op radicale groepen, veel radicalisering heeft voorkomen. Hij omschrijft die aanpak als: ‘Nu eens dulden, dan weer hard aanpakken.’ Dat voorkomt dat steeds grotere groepen activisten in die repressieve overheid een legitiem doelwit gaan zien.
Hanselman: ‘Geweld heeft nooit echt school gemaakt in Nederland. Het had echt veel erger kunnen zijn. De houding van de overheid heeft daarin denk ik wel meegespeeld. Bij de BVD zeiden we altijd: plak mensen niet te snel het etiket van “terrorist” op, dan gaan ze ondergronds en heb je de poppen aan het dansen. Drijf mensen niet naar de gewelddadige kern. Ik denk dat dat een goede zaak is geweest.’
Toppunt van de Dutch approach was wel de behandeling van Roemersma. Na zijn ‘carrière’ bij RaRa mocht hij voor Buitenlandse Zaken klussen doen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking.
Hoe verleden is extreem-links (geweld)?
Hoe verleden is deze tijd? Roemersma is dood – zijn ex-geliefde en ideologische kompaan werd documentairemaker bij de VPRO. Het einde van hun relatie midden jaren negentig, was vermoedelijk ook het (plotse) einde van RaRa. Ook vele anderen uit de ‘beweging’ van toen zijn ‘goed terechtgekomen’, constateert Hanselman.
Maar af en toe steken spoken uit het verleden toch weer de kop op. Oud-kraker Joke Kaviaar – die Hanselman diverse keren in zijn proefschrift noemt – duikt nu weer op als klimaatactivist. In 2023 kreeg ze een taakstraf wegens opruiing rond een A12-blokkade door Extinction Rebellion (XR). Vooral rond XR ziet Hanselman dat ‘ongeduld’ terug dat in de jaren tachtig tot geweld leidde. Hij waarschuwt er expliciet voor in zijn proefschrift. Als activisme met legale middelen niet snel genoeg leidt tot oplossingen, ‘is de kans zeker reëel dat extremisme weer de intrede doet’.
Hanselman: ‘Klimaat is een ideale dekmantel voor extreem-linkse actievoerders die van binnenuit de zaak willen overnemen. Dat Joke Kaviaar opduikt rond XR, stelt me niet gerust.’