Fanatiekelingen trekken, tillen en springen als commando’s bij CrossFit Newstyle, een sport die in 2012 ook voet aan Nederlandse grond kreeg.
Sportfreaks zijn het. De mannen en vrouwen die zich zondagochtend om 09.00 uur voor het whiteboard verzamelen waarop coach Kevin van Helden (28) de Workout Of the Day (WOD) heeft geschreven. Amper een minuut later houden ze ieder met één hand een ultralicht buikspiermatje boven hun hoofd.
Alsof ze tikkertje doen, proberen de CrossFitters elkaars matje weg te slaan. Wie zijn matje laat vallen, moet een serie burpees uitvoeren: opdrukken, opveren en zo hoog mogelijk met verticaal gestrekte armen in de lucht springen. Er wordt nu nog gelachen. Maar aan het eind van de WOD is dat wel anders: een enkeling heeft nog energie, de meesten zijn uitgeput.
De Utrechtse Rianne Schampers (27) zit op een veredeld martelwerktuig dat de ruggegraat en buikspieren op de proef stelt. Op wilskracht maakt ze haar laatste set af. Met haar billen en benen gefixeerd tussen een zitje en voetsteuntjes buigt ze haar bovenlijf zo ver mogelijk achterover.
Omhoogkomen vergt het uiterste van haar buikspieren, die als een trekharmonica in en uit worden getrokken. Als ze naar de kant is gestrompeld, zakt ze op de grond. ‘Even zitten hoor.’ Zweetdruppels glijden van haar voorhoofd terwijl ze water drinkt. Ze staart versuft voor zich uit. Haar coach biedt uitkomst met een Dextrotablet. ‘Suikertekort en een korte nachtrust,’ luidt haar diagnose.
Knotje
Schampers traint vier keer per week in de sportzaal van CrossFit Newstyle, in jargon box geheten. Bij voorkeur ’s morgens. ‘Ik houd van de ochtendles. Het is afzien, maar de rest van de dag voel ik me er energieker door.’ Ze waagde zich aan de sport in de hoop haar rugklachten te verminderen. Dat lijkt intussen aardig te zijn gelukt. ‘Ik ben veel sterker geworden, waardoor mijn rugklachten inmiddels flink zijn afgenomen.’
Beroepsbreakdancer Bastiano van Wijk (32) is al even tevreden over de resultaten. ‘Door CrossFit spring ik veel hoger en heb ik meer energie.’ De WOD zit er inmiddels op, maar hij heeft zin in een toetje. De rekstok lonkt. De Utrechter knijpt zijn ogen samen en bijt op z’n tanden als hij zich optrekt.
In plaats van te stoppen als zijn kin boven de stok reikt, stuwt hij zich met een oerkreet omhoog, tot zijn armen volledig boven de rekstok uitsteken. Z’n knotje reikt tot aan het plafond. Als hij voldaan weer op de vloer staat, somt hij nog wat voordelen op. ‘Niemand kijkt een ander hier weg. De saamhorigheid is enorm. En door de trainingen ga je er goed uitzien, waardoor je zelfvertrouwen toeneemt.’
Geen wonder dat inmiddels zo’n tachtig fanatiekelingen vele ochtenden en avonden in en rond de box van Newstyle trainen. Zonder fitnessapparaten. Even spelen met de smartphone is taboe. Wel: gooien, tillen, touwtjespringen, roeien en optrekken. CrossFit dus. De sport werd vijftien jaar geleden door de Californiër Greg Glassman ontwikkeld en combineert gymnastiek met gewichtheffen en conditietraining.
Buren
Sinds 2012 heeft de sport ook in Nederland voet aan de grond gekregen. Inmiddels zijn er 91 boxen. De box aan de Ambachtsweg op de grens van Utrecht met Maarssen bestaat nu 2,5 jaar en is een begrip geworden op Lage Weide – het bedrijventerrein waar de club zit.
Buren klagen soms als er een zware halter op de grond wordt gesmeten. Maar volgens coach en krachtspecialist Van Helden hoort dat erbij. ‘Wij halen uit sporters wat erin zit. Kapot gaan op een veilige manier. Dan laat je wel eens een stang vallen.’
Joke Dikhoff (65) is de trots van CrossFit Newstyle. De pezige atleet uit Tienhoven is in training voor haar tweede deelname aan de CrossFit Games in Californië in juli. Alleen al haar warming-up duurt een halfuur. Alsof het om een boodschappentas gaat, trekt ze met ogenschijnlijk speels gemak een halter van de vloer. ‘Heerlijk de kop vrij maken.’
Vorig jaar eindigde Dikhoff in de top-20 van de 60-plusvrouwen. ‘Als enige Europese deelnemer tussen allemaal Amerikanen en een Canadese was ik best zenuwachtig, maar ik werd mooi negentiende van de wereld.’ Tussen 21 en 23 juli hoopt ze die prestatie minstens te evenaren. ‘Als ik maar geen twintigste word.’
Elsevier nummer 22, 30 mei 2015