De verhoren van de commissie die het Fyradebacle onderzoekt zijn in volle gang. Verantwoordelijke managers en ministers geven elkaar de schuld, niemand wijst naar zichzelf.
Een rij ambtenaren, spoorwegmanagers en voormalig verkeersministers trekt voorbij de Parlementaire Enquêtecommissie Fyra en allen hebben één ding gemeen: niemand geeft zichzelf de schuld van het debacle; iedereen wijst naar een tegenpartij. Welke tegenpartij? In wezen dezelfde overheid. Het ministerie van Verkeer slaagde er niet in de hogesnelheidslijn op tijd te laten aanleggen, waardoor overheidsbedrijf NS via dochteronderneming HSA te laat kon gaan rijden en dus geen geld kon verdienen om tol af te dragen.
Contract
De financiële ramp moest volgens NS door het ministerie van Verkeer worden betaald. Dat gebeurde ook. NS dreigde een deel van het superdividend van 1,4 miljard niet af te dragen en kreeg toch een gunstig contract.
Toen de lijn eindelijk klaar was, bleek de NS krakkemikkige treinen te hebben besteld en kon er ook niet worden gereden. In de tussenliggende jaren stoeide deze regentenklasse over het opeisen van de cijfers inzake dit bureaucratische drama.
Het toont maar weer eens aan hoe ‘publieke’ managers zich vereenzelvigen met hun eigen stukje overheid. Nooit het oog gericht op de belangen van de reiziger of de belastingbetaler. Altijd weer zelfvoldaan in de weer met het strikte eigenbelang van de bureaucratische thuisclub.
Farce
Het hele idee dat je de service aan de reiziger kunt verbeteren zonder de kosten voor de belastingbetaler op te jagen door overheidsbedrijven te laten functioneren als een bedrijf, blijkt ook tijdens deze enquête een farce. In theorie klopt de marktwerking wel, maar in de praktijk loopt alles in het honderd door kortaangebonden potentaatjes in het publieke domein.
Ze dachten aan van alles, die nieuwe regenten, maar nooit verder dan hun neus lang is. Geen NS-functionaris die buiten het onmiddellijke bedrijfseconomische belang durfde redeneren. Nooit een ambtenaar die zich kon verplaatsen in de denkwereld van een bedrijf dat zit opgescheept met een onrealistisch contract. Daar bovenop bewindslieden die hun handen in onschuld wassen en nu wijsheden achteraf debiteren. ‘Onacceptabel en maatschappelijk onverantwoord.’
Controle
Was het niet vreemd dat het overheidsbedrijf NS bij een Italiaanse bromfietsenfabrikant de goedkope treinstellen bestelde en ze bij aflevering alleen op papier inspecteerde? Dat de Inspectie Leefomgeving en Transport alleen het eerste exemplaar bekeek en niet in de gaten had dat elk volgend treinstel (à 28 miljoen euro) uniek was, wegens de geïmproviseerde manier waarop het was geassembleerd?
De huidige minister, VVD’er Melanie Schultz, haalde haar schouders op. De uitgeoefende controle deugde in werkelijkheid niet, maar bleef volgens haar wel binnen de regels der wet. Zelf overhandigde ze het treinendossier in 2012 aan haar PvdA-staatssecretaris.
Onuitroeibaar
Managers in de publieke sector pretenderen altijd dat ze ‘verantwoordelijkheid nemen’, maar wat ze blijkens zo’n enquête vooral doen, is lastige taken afschuiven. Ook deze Kamercommissie beveelt straks weer aan ‘verkokering’ in de ambtelijke organisaties te bestrijden. Maar dergelijke kortzichtigheid blijkt een onuitroeibaar kwaad tijdens alle parlementaire enquêtes sinds 1983. Want het erge van de Fyra-enquête is: we wisten het al lang.
Elsevier nummer 23, 6 juni 2015