Carla Joosten is politiek redacteur van Elsevier en ziet dat het ministerie van Buitenlandse Zaken voortrekker is van een strategie tegen Poetin.
Hoe de Russische desinformatie te tackelen? Het is niet de minste vraag waarover ambtenaren op de ‘Apenrots’ in Den Haag zich buigen.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken financierde eerder al een Europese studie naar de mogelijkheid om propaganda die van Kremlin-gelieerde Russischtalige media komt, te debunken. Die studie moet nu tot actie leiden.
Media
De Russische president Vladimir Poetin heeft de media in zijn zak. Miljoenen Russischtaligen nemen tot in Duitsland toe kennis van het nieuws door een Kremlinbril. Daarin heet het bijvoorbeeld dat Oekraïne de MH17 uit de lucht heeft geschoten. En nog wel opzettelijk ook. Iets wat Nederland, dat de zaak onderzoekt, zwaar irriteert.
Het European Endowment for Democracy, een organisatie die democratie tot wasdom tracht te brengen, doet in zijn studie aanbevelingen om Russischtalige onafhankelijke media te ondersteunen.
Persbureau
Daarbij gaat het niet om een tv- of radiokanaal à la The Voice of America, maar om uitwisseling en verspreiding van nieuws en programma’s via bijvoorbeeld een multimediaal persbureau. Wat het precies gaat worden, bekijken Nederland en gelijkgezinde landen als Polen nog.
Minister van Buitenlandse Zaken Bert Koenders (PvdA) laat weten: ‘We willen Russischtalige gemeenschappen toegang bieden tot onafhankelijk en objectief nieuws. Iedereen heeft daar recht op.’ En hij vindt dat Nederland de daad bij het woord moet voegen en dus ook moet meebetalen.
Het klinkt allemaal wel erg idealistisch. En hadden we voor dit alles de Wereldomroep niet? Die bestaat nog – fors afgeslankt en niet gericht op een Russischtalig publiek. Intussen berichten media in eigen land amper nog over de lokale democratie. Slecht, maar geen reden voor overheidsbemoeienis. Waarom dan toch elders?
Elsevier nummer 31, 1 augustus 2015