EW maakt woensdag 7 december de Nederlander van het Jaar 2022 bekend. Vandaag aandacht voor 1972: Sicco Mansholt (toen 64) slaagde er dit jaar in om eindelijk zijn grote wens te vervullen. Hij was als eerste Nederlander ruim negen maanden voorzitter van de Europese Commissie.
Dit portret is afkomstig uit het boek 75x Nederlander van het Jaar, dat in 2020 verscheen ter ere van EW’s 75-jarig bestaan.
Het kon bijna niet anders of Sicco Mansholt (PvdA) zou voorzitter van de Europese Commissie worden. Als hij iets in zijn hoofd had, gebeurde het ook. En als het een Nederlander moest zijn, dan hij – telg uit een geslacht van socialistische Groninger hereboeren. Na secretaris-generaal van de NAVO Joseph Luns was Mansholt de landgenoot met de meeste statuur in internationale politieke kringen. En weinigen hadden zo’n grote bestuurskracht.
Mansholt (1908-1995) had vijftien jaar moeten wachten. Al in 1957 ambieerde hij het voorzitterschap van de Europese Commissie, die net was opgericht en op 1 januari 1958 zou beginnen. De Duitse bondskanselier Konrad Adenauer (CDU) was tegen: ‘Een boer en een socialist, dat is een beetje te veel van het goede.’ Dus leidde de kleurloze Duitser Walter Hallstein (CDU) op 10 januari in een Luxemburgse hotelkamer de eerste Commissievergadering. In 1967 blokkeerde de Franse president Charles de Gaulle een hernieuwde poging van de naar zijn smaak te Europees denkende Mansholt.
De vernederingen weerhielden Mansholt er niet van om vanaf 1958 in Brussel krachtig op te treden als landbouwcommissaris, net als hij daarvoor twaalfeneenhalf jaar in Nederland had gedaan als minister van Landbouw (1945-1958). Landbouw groeide onder hem uit tot een van de belangrijkste onderdelen van de Europese Economische Gemeenschap (EEG), de voorganger van de Europese Unie. Mansholts akkoord in 1962 over een gemeenschappelijk landbouwbeleid is historisch gebleken. De New York Herald Tribune wist toen al: ‘Een nieuwe reus is opgestaan in de wereldeconomie.’
Met door de EEG minimaal gegarandeerde prijzen voor landbouwproducten en één importtarief aan de EEG-grens wist Mansholt zijn beleid als minister op Europees niveau te kopiëren en bezorgde hij de EEG wereldwijd status. Maar wat in het naoorlogse Nederland nodig was om iedereen te voeden, bleek op Europees niveau overdreven door verbeteringen in de landbouw. Al gauw ontstonden enorme overschotten landbouwproducten. Mansholt was een van de eersten die dit inzag. Zijn voorstel in 1968 om de garantieprijzen te verlagen en overschotten te verminderen, was moedig.
Dat bleek in maart 1971 toen de landbouwministers in Brussel over het voorstel vergaderden: 100.000 boeren overspoelden de stad, velen vochten met de rijkswachters. Resultaat: één dode, honderden gewonden. Binnen, in het Commissiegebouw, bezweek Mansholt ook bijna. Na een vergadering van 45 uur – een EEG-record – was zijn bloeddruk zo hoog dat hij een bloedneus kreeg. Maar de garantieprijzen werden verlaagd.
Lees het omslagverhaal terug over de Nederlander van het Jaar 2021: Lale Gül
In de decennia daarna zou blijken hoe lastig het was om af te komen van de subsidies en structuren die Mansholt had geïnitieerd. Zijn landbouwbeleid bestaat in uitgeklede vorm nog altijd.
Bloedneus of niet, Mansholt bleek in dit jaar een taaie. Hij was de enige overgebleven Commissaris uit de eerste Europese Commissie van 1958. Met Adenauer en De Gaulle van het toneel en als in heel Europa verreweg de bekendste Commissaris, kon de Raad van Ministers niet om hem heen toen Commissievoorzitter Franco Malfatti op 17 maart van dit jaar aftrad.
Tot en met 5 januari 1973 zou Mansholt de EEG kundig leiden, als eerste en tot op heden enige Nederlander. Een verdiend slotakkoord van een indrukwekkende politieke carrière.
Elsevier nummer 43, 24 oktober 2015