Staatssecretaris Klaas Dijkhoff (VVD) van Asiel wil maatregelen treffen tegen landen die weigeren asielzoekers terug te nemen, nadat Europa ze heeft uitgeleverd. Volgens Dijkhoff kunnen landen uitgeprocedeerden veel te makkelijk weigeren.
‘We moeten met de vuist op tafel slaan en minder gaan doen met zo’n land als het niet meewerkt,’ is Dijkhoff duidelijk. De VVD’er sprak donderdag in Luxemburg met zijn Europese collega’s over de huidige migratieproblematiek.
Weigering
Dijkhoff wil landen niet langer ‘netjes vragen’ om de uitgeprocedeerde asielzoekers weer terug te nemen. Maatregelen kunnen er komen in de vorm van economische sancties of het intrekken of verminderen van hulpprogramma’s.
‘Handel oké, maar daar hoort ook bij dat je je eigen mensen terugneemt.’ Sommige landen weigeren categorisch uitgeprocedeerden volgens de staatssecretaris.
Dijkhoff kan nog niet inschatten hoeveel asielzoekers Nederland op korte termijn uitzet. Donderdag werd bekend dat 70 procent van de migranten direct een verblijfsvergunning krijgt. Nederland is op het gebied van goedgekeurde asielaanvragen een stuk ruimhartiger dan andere Europese landen.
Oranje
Naast het terugkeerbeleid ging Dijkhoff ook in op zijn opvangbeleid. Dinsdag werd het Drentse dorp Oranje gedwongen om zevenhonderd extra asielzoekers op te nemen. Dat leidde tot hevige protesten bij de inwoners. Zij probeerden om de auto van de staatssecretaris tegen te houden en vormden een een menselijke blokkade voor bussen met asielzoekers.
Dijkhoff had de beslissing over de gedwongen opvang voor de gemeente ‘liever niet van stal getrokken’. Hij zegt dat er direct extra bedden nodig waren. Ondanks de vele protesten zijn er volgens Dijkhoff nog steeds gemeenten die meewerken aan het openen van opvanglocaties.
De veiligheidsdienst van de Tweede Kamer vreest inmiddels voor de veiligheid van Kamerleden bij bijeenkomsten over het asielvraagstuk. In een interne mail van de beveiliging aan de Kamer staat dat de fracties de veiligheidsdienst moeten waarschuwen bij een bezoek. Dat is volgens hen een ‘verhoogd risicomoment’.