Asielzoekers klagen over de trage asielprocedures en de matige omstandigheden in opvanglocaties. Maar er is ook dankbaarheid en begrip.
‘Het is hier niet veel beter dan in het Zaatari-kamp in Jordanië,’ zegt de 22-jarige Hakim terwijl hij naar het asielzoekerskamp Heumensoord in Nijmegen wijst. ‘Wat zeg ik, het is hier slechter dan in Jordanië!’.
Volgens Hakim zijn de voorzieningen in het kamp niet om over naar huis te schrijven. ‘Het is hier binnen echt heel slecht. ’s Nachts is het koud, de douches worden niet warm. Ook het eten is niet lekker, soms is er alleen kaas. Dat is slecht voor mijn maag. En er zijn stomme regels; zo moeten we om 22.00 uur stil zijn. Dat is veel te vroeg, we zijn hier met veel jonge mensen. En we krijgen hier ook geen geld, mensen vóór ons kregen dat wel, hebben we gehoord.’
Dankbaar
Een groepje Palestijnse jongens knikt instemmend wanneer hun vriend het kamp bekritiseert. Toch is er ook dankbaarheid en begrip. ‘De 28-jarige Naja uit de Syrische hoofdstad Damascus denkt dat veel mensen zijn gekomen met verkeerde verwachtingen. ‘Hij mag zeggen dat hij Jordanië beter vond, maar ik ben het daar niet mee eens. Je kunt wel klagen over het eten hier, maar had je dan verwacht dat ze Syrisch voor ons zouden koken?’
‘Toen ik ging, wist ik dat het in begin lastig zou zijn. Ik wist dat we niet in een paleis zouden worden onthaald. Ja, de omstandigheden zijn niet ideaal hier, maar ik neem het voor lief en ben heel dankbaar. Ik dank Nederland dat ze mij deze kans geven.’