In Nederland krijgt 70 procent van de asielzoekers een verblijfsstatus toegekend. Dat is een veel hoger percentage dan in andere Europese landen. Hoe kan dat?
Geen land is zo ruimhartig als Nederland, lijken recente asielcijfers te vertellen. Van de asielzoekers in Nederland krijgt 70 procent een verblijfsvergunning toegekend.
Grafiek van de dag: Nederland is ruimhartig. 71 procent van asielaanvragen wordt goedgekeurd http://t.co/YTkP9nsldS pic.twitter.com/CjXb2IsOZM
— EW (@ewmagazinenl) August 18, 2015
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Dat is een veel hoger ‘inwilligingspercentage’ dan bijvoorbeeld in Duitsland waar meer dan de helft wordt weggestuurd. Gemiddeld leiden in landen van de Europese Unie ongeveer 45 procent van de asielaanvragen tot een verblijfsvergunning.
Braafste jongetje?
Is Nederland weer het braafste jongetje van de klas of is er iets anders aan de hand?
Deze percentages vergelijken, zonder rekening te houden met de samenstelling van de asielstroom, is ‘appels met peren vergelijken’, laat het ministerie van Veiligheid en Justitie aan elsevier.nl weten.
Het verschil met andere landen zit hem volgens het ministerie niet zozeer in de ruimhartigheid bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst, maar ligt vooral aan verschillen in nationaliteit. Naar verhouding komen er veel meer Syriërs en Eritreeërs naar Nederland om asiel aan te vragen en die hebben een verhoogde kans op permanent asiel. De onderste tabel geeft de verschillen treffend weer:
Syriërs en Eritreeërs
Uit deze cijfers blijkt dat het aantal asielzoekers in Nederland voor 41 procent uit Syriërs bestaat. Dat is een veel hoger percentage dan het Europese gemiddelde dat op 25 procent ligt. Ook staatlozen (15 procent) en Eritreeërs (8 procent) vragen relatief vaker asiel aan dan in de rest van de EU (respectievelijk 2,3 procent en 6,3 procent).
De inwilligingspercentages in Nederland zijn vergelijkbaar met de Europese gemiddelden. Sterker nog: in de EU krijgt 95 procent van de Syriërs asiel, terwijl dat percentage in Nederland op 93 ligt. De medewerkers van de IND zijn dus niet per definitie ruimhartiger dan Europese collega’s, maar ze krijgen wel relatief vaker Syriërs en Eritreeërs te zien.
Succesvolle route
De cijfers geven hoe dan ook geen antwoord op de vraag waarom er relatief veel Syriërs en Eritreeërs naar Nederland komen. In het algemeen kan daar over worden gezegd dat migranten kopie-gedrag vertonen. Als één route naar een land succesvol is gebleken, is de kans aanzienlijk dat anderen dezelfde route zullen nemen.
Om die reden gaat nu het grootste deel van de Syriërs naar Duitsland. De door Angela Merkel gegeven zekerheid op asiel is een enorme aanjager gebleken. Dat het ‘inwilligingspercentage’ in Duitsland toch lager ligt in Nederland, komt omdat er veel andere nationaliteiten in het kielzog van de Syriërs komen. Een bekend voorbeeld hiervan zijn de Albanezen en Kosovaren die volstrekt kansloze asielaanvragen doen. Ook Nederland heeft te maken met dit soort kansloze asielaanvragen, maar de cijfers laten zien dat dit minder vaak voorkomt dan bijvoorbeeld in Duitsland.