Het kabinet mag in principe voorwaarden stellen aan de bed-bad- en broodvoorziening van een uitgeprocedeerde asielzoekers. Maar dan moet wel eerst gecontroleerd worden of de illegaal niet lijdt aan een psychische stoornis.
Dat blijkt uit een uitspraak van de Raad van State.
Voorwaarden
De hoogste bestuursrechter boog zich over de zaak van een uitgezette Iraniër die al jaren als dakloze in Utrecht verblijft. De staatssecretaris had de man onderdak aangeboden in een vrijheidsbeperkende locatie onder de voorwaarde dat de man mee zou werken aan zijn vertrek.
Maar vertrekken wilde de man niet en hij ging in beroep bij de rechtbank in Den Haag. Volgens de advocaat van de man heeft de uitgeprocedeerde recht op onderdak en leefgeld op basis van het Europees Sociaal Handvest en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De rechtbank stelde de vreemdeling in eerste instantie in het gelijk waarop de staatssecretaris in hoger beroep ging.
De Raad van State oordeelt nu dat het kabinet wel degelijk voorwaarden mag stellen aan het onderdak van de vreemdeling. De voorwaarde dat de vreemdeling moet meewerken aan zijn vertrek is gerechtvaardigd, aangezien hij is uitgeprocedeerd en juridisch onrechtmatig in Nederland verblijft.
De staatssecretaris biedt de vreemdeling bovendien wel degelijk onderdak aan en handelt daarmee niet in strijd met het EVRM.
Psychische stoornis
Maar toch stelt de Raad van State de uitgeprocedeerde Iraniër in het gelijk. De staatssecretaris heeft immers bij het opleggen van de voorwaarden voor bed-bad- en brood geen rekening gehouden met bijzondere omstandigheden.
Als de asielzoeker bijvoorbeeld lijdt aan psychische stoornissen dan kunnen hem niet zonder meer voorwaarden voor de opvang worden opgelegd.
Onrechtmatig
Omdat de staatssecretaris dit niet van tevoren heeft getoetst, is de beslissing om voorwaarden op te leggen, onrechtmatig geweest, vindt de hoogste bestuursrechter. Het hoger beroep is dan ook ongegrond en de beslissing van de rechtbank in Den Haag in het voordeel van de asielzoeker blijft staan, al moeten de gronden waarop zij rust worden gewijzigd.
De proces- en de griffiekosten komen voor rekening van het ministerie van Veiligheid en Justitie.
Gemeenten
Bijna gelijktijdig sprak de Centrale Raad van Beroep zich ook uit over een groep uitgeprocedeerde vreemdelingen die in Amsterdam op straat terecht zijn gekomen en panden kraken.
Volgens de Centrale Raad mag de gemeente onderdak weigeren en verwijzen naar een vrijheidsbeperkende locatie die door het Rijk kan worden toegekend. Uit bovenstaande blijkt dat deze vrijheidsbeperkende locaties gelden als bed-bad-en brood opvang en daarmee dus niet in strijd zijn met het EVRM.