Wie niet doodgeschoten wil worden, moet ook geen trein kapen

Het feit dat er doden zijn gevallen bij de bevrijding van de gegijzelde treinreizigers door Zuid-Molukse terroristen in 1977, viel de toenmalige regering lastig te verwijten. Wie niet doodgeschoten wil worden, moet ook geen trein kapen.

Het archiefonderzoek naar de treinkaping bij De Punt in 1977, dat het ministerie van Veiligheid en Justitie woensdag publiceerde, vertelt ons wat we al wisten: het besluit tot ingrijpen was destijds zorgvuldig, volledig en juist geweest. Het optreden berustte op een toereikende wettelijke grondslag.

Bliksemsnelle actie

Molukse organisaties vinden dat er buitensporig geweld is gebruikt en stellen de staat aansprakelijk voor de dood van de omgekomen terroristen. Maar de verantwoordelijkheid ligt niet bij de toenmalige gezaghebbers of militairen, maar bij de terroristen zelf. Terecht besloot toenmalig minister van Justitie Dries van Agt (CDA) dat er na drie weken een einde moest komen aan de gijzeling van onschuldige kinderen in een basisschool en dito passagiers in een trein.

Met bliksemsnelle acties, de daadwerkelijke bevrijding van de trein duurde minder dan drie minuten, maakten militairen een einde aan beide gijzelingen. In de school vielen geen slachtoffers, bij de trein kwamen twee passagiers om het leven, raakten er zes gewond en bleven er 43 ongedeerd. Dit laatste is een wonder te noemen aangezien de terroristen, toen ze notie kregen van de bevrijdingsactie, de coupé in probeerden te rennen om de gegijzelden allen neer te schieten. De precisieschutters en mariniers hebben dit bloedbad gelukkig kunnen voorkomen. Dit staat allemaal uitgebreid in het rapport beschreven.

Overgeven

Bij de bevrijdingsactie zijn ook zes terroristen gedood. In het rapport staat dat de regering zich erbij neerlegde dat de kapers gedood zouden kunnen worden. Volgens het rapport hebben de zes gedode gijzelnemers ‘zich niet duidelijk waarneembaar overgegeven’. Daarnaast is achteraf vastgesteld dat drie van hen op dat moment geen wapens bij zich droegen. Van dit gegeven waren de militairen niet op de hoogte. In een pikdonkere trein moesten zij er in luttele seconden zeker van zijn dat de terroristen geen gevaar meer zouden vormen. Je kunt dan niet even rustig vragen of iemand toevallig een wapen bij zich draagt of niet.

Volgens advocaat Liesbeth Zegveld, die de staat namens de nabestaanden van de terroristen aansprakelijk stelt wegens het gebruiken van onnodig geweld, onderschrijft het rapport dat zeker drie kapers zijn geëxecuteerd. Vermoedelijk heeft zij een andere versie onder ogen gekregen. Het rapport ontkent immers dat de terroristen zijn geëxecuteerd. De kapers werden gedood omdat zij zich ‘ niet duidelijk waarneembaar’ konden overgeven. Volgens Zegveld konden zij dit niet, omdat ze zwaargewond op de grond lagen. Is het daarmee de schuld van de mariniers? Hadden de kapers niet drie weken de tijd om tot inkeer te komen en zich met een witte vlag, en zonder kogels in het lijf, over te geven?

Bewondering

Een advocaat als Zegveld doet alles om de schuld van dit drama in de schoenen van de Nederlandse staat te schuiven. Maar moet je het de Nederlandse regering kwalijk nemen dat het geweldsmonopolie is ingezet om onschuldige burgers uit handen van gewapende terroristen te redden? Zou er, met alle respect voor de nabestaanden van de doden, niet juist bewondering moeten zijn voor de razendsnelle en efficiënte manier waarop de militairen hebben gehandeld? Het enige wat je de staat zou kunnen verwijten, is dat het wel erg lang – drie weken-  heeft geduurd tot de bevrijding. In het begin bestond immers de veronderstelling dat de terroristen op de Hollandse manier wel even ‘murw’ konden worden gepraat.

De valse beloftes van de Nederlandse regering over de repatriëring van Zuid-Molukkers naar een eigen staat zijn niet goed te praten. Maar niets rechtvaardigt het gijzelen van onschuldige kinderen en volwassenen. Dat er doden zijn gevallen bij de treinkaping bij De Punt in 1977 is de schuld van de terroristen, niet van de staat. Wie niet doodgeschoten wil worden, moet geen trein kapen.