Waarom de Nederlander nog lang niet is geëmancipeerd

'ANP'

De Nederlandse burger heet geëmancipeerd te zijn. Eindelijk zelfstandig, los van de politieke en religieuze zuilen die mensen eeuwenlang ‘gevangen’ hebben gehouden.

Vaak van de wieg tot het graf. Eindelijk is de burger vrij om zijn leven naar eigen inzichten in te delen.

Helaas, het is maar schijn. Er er een nieuwe afhankelijkheid voor in de plaats gekomen. Die van de overheid. Zodra het leven maar even tegenzit, moet de overheid troost of hulp bieden, liefst beide. De overheid speelt zo moeder en vader tegelijk.

Schuld

Nu de zuil geen geborgenheid meer biedt, moet de overheid die bieden. Als een kind ontspoort, zoeken de ouders de schuld niet bij zichzelf, maar bij de overheid. Had die hun zoon niet kunnen tegenhouden toen hij naar Syrië vertrok om te vechten?

De verwachtingen die de burgers van die overheid hebben, zijn tegelijk torenhoog. Burgers mogen falen en fouten maken, hun overheid niet. Die moet perfect zijn, nimmer haperen en alle rampspoed kunnen voorzien en voorkomen.

Dat rokers nog roken, ligt niet aan de rokers, maar aan de overheid die ‘te weinig maatregelen neemt’, aldus longartsen.

Rijdt een monstertruck in Haaksbergen op het publiek in, dan moet de burgemeester opstappen. De burger zelf treft geen blaam. Eigen verantwoordelijkheid bestaat niet.

De overheid lokt dit gedrag uit. Wordt voormalig minister Els Borst vermoord door een psychiatrisch geval, dan maakt het kabinet uitgebreid excuses voor ‘ernstig falen’. Want de overheid had deze moord natuurlijk moeten voorkomen. Nee, de burger is nog lang niet geëmancipeerd.

Elsevier nummer 27, 4 juli 2015