Of het nou gaat om militaire actie in het Midden-Oosten of het opnemen van Guantánamo-gevangenen: Nederland blinkt uit in besluiteloosheid.
Schermutselingen tussen migranten en militaire eenheden aan de grenzen van Hongarije en Kroatië illustreren de chaos. Het gaat niet louter om een niet meer te controleren vluchtelingenstroom. Dit zijn de symptomen van een wereldorde waarin elke regie ontbreekt.
Nederland vleit zich graag met de gedachte ‘trouwe bondgenoot’ en de ‘grootste van de kleine landen’ te zijn. Den Haag wil zelfs een tijdelijke zetel in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties als bevestiging dat er nog een vergaderzaal is van waaruit de wereld wordt bestuurd en waarin Nederland een woordje meespreekt. De harde werkelijkheid is anders.
Nog niet zo lang geleden waren er zeven machtige landen die op topconferenties deals sloten over veiligheid en economie. Maar de G7 breidde zich uit tot de G20, en weldra zaten er 28 landen aan tafel. Met Nederland op een krukje. De Amerikaanse politicoloog Ian Bremmer schreef toen al zijn studie over ‘G-Zero’. Geen enkel land – zelfs de Verenigde Staten niet – heeft het nog voor het zeggen. In een wereldwijde turbulentie ontstaan burgeroorlogen en falende staten. In elk machtsvacuüm duiken misdaadsyndicaten, paramilitaire groepen en mensensmokkelaars.
De gevolgen beperken zich niet tot instabiele regio’s als het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Ook West-Europa wordt erin meegezogen. Brussel kan geen orde scheppen in de ‘vluchtelingencrisis’. Dit is een wereld van ieder voor zich. De dreigend klinkende titel van Bremmers boek uit 2012 luidt: Every nation for itself.
Toegejuicht
De burgeroorlog in Syrië illustreert de G-Zero-theorie. Het regime van Bashar al-Assad was traditiegetrouw een bondgenoot van Moskou en daarom bleef die samenleving seculier. Zeker, de mensenrechten werden er geschonden. Maar zie wat de ‘Arabische Lente’ – zo enthousiast toegejuicht door Hilversumse omroepen – vijf jaar na dato aan ellende heeft gebracht.
Geen democratie maar godsdienstoorlogen. Vier miljoen vluchtelingen; grote delen van Syrië en Irak platgebrand tot terroristisch kalifaat. Moskou tracht, enigszins in samenspraak met Washington en Jeruzalem, het Syrische regime te redden en Islamitische Staat (IS) te kortwieken.
Wat betekent dit voor Nederland? De brave Klaas Dijkhoff, VVD-staatssecretaris voor vreemdelingenzaken, zal er in Brussel het beste van maken en een fair share van de migranten opvangen – niet alleen Syriërs overigens. Het kabinet stoeit intussen met de opdracht aan de Koninklijke Luchtmacht om ook in Syrië IS-stellingen te bombarderen. Het gaat hier om vier F-16’s, meer kan Nederland – dat eens 215 jachtvliegtuigen van dit type had – tegenwoordig niet leveren.
Zwijgen
VVD-fractieleider Halbe Zijlstra pleitte in maart voor een ‘actief en realistisch veiligheidsbeleid’. Amerika let steeds meer op Azië. Europa en Nederland staan er alleen voor en moeten, redeneerde Zijlstra, niet vies zijn van samenwerking met ‘ongemakkelijke partners’: dictatoriale machthebbers die met harde hand de stabiliteit in hun land waarborgen.
Vrijwel alle partijen wezen dit ‘realisme’ van de hand. Ze blijven liever in de waan dat er ook op wereldniveau erkende instanties zijn waarin je polderend tot gemeenschappelijke oplossingen komt. Zijlstra deed er verder het zwijgen toe, want ruimere bevoegdheden voor inlichtingendiensten en een fors hoger defensiebudget, dat zit er nu gewoon niet in.
Zes jaar geleden pleitte oppositiepartij VVD nog voor het opnemen van enkele gedetineerden uit Guantánamo Bay – het steentje in de schoen van de Amerikaanse president Barack Obama. Nu regeert de VVD in een coalitie met de PvdA, maar die weigert deze vriendendienst aan Washington, en de VVD sluit zich daarbij aan.
Haags probleem opgelost. Maar het is geen ‘actief veiligheidsbeleid’ en ‘realistisch’ is het evenmin. Het heet gewoon besluiteloosheid.
Elsevier nummer 39, 26 september 2015