Rutte moet rapport omarmen dat VVD-imago verpulvert

Natuurlijk is de premier woedend over de bevindingen van de commissie-Oosting. Rutte zal zich woensdag in alle verbale bochten wringen. Maar aan één ding ontkomt hij niet: hij moet het rapport omarmen dat het crimefighter-imago van de VVD om zeep helpt.

In de loopbaan van een minister-president ontstaat een moment dat hij deemoed moet tonen. Dat hij iets moet omarmen waarmee hij het pertinent oneens is.

Voor VVD-premier Mark Rutte breekt woensdag dat moment aan. Natuurlijk is hij woedend over het rapport van de commissie-Oosting. Het hele idee dat de VVD pal stond voor de strijd tegen de misdaad, is verpulverd.

Reputatie

Ivo Opstelten en Fred Teeven golden jarenlang als de crimefighters van de VVD, maar van die reputatie is niets meer over. Er was een slechte deal met drugscrimineel Cees H. – die er met 4,7 miljoen gulden belastingvrij vandoor ging – en naderhand mocht de Tweede Kamer daar niets over weten.

Het is nog altijd vaag of de samenspannende VVD’ers een soort doofpot fabriceerden, dan wel of ze allemaal op zo’n stupide manier langs elkaar heen werkten dat er een scherm van onwetendheid ontstond.

Messen

In beide gevallen deugt het niet. In de Tweede Kamer slijpt de oppositie de messen. Zelfs D66 dreigt met een motie van wantrouwen tegen Rutte.

Vorige week op zijn persconferentie verkeerde Rutte nog in een staat van ontkenning. Hij bleef erbij dat hij zijn voormalig staatssecretaris van Justitie Fred Teeven niet naar het exacte bedrag had mogen vragen: ‘Onkies.’ Hij hield vol dat hij een ambtelijke gespreksnotitie ‘wel had gezien, maar niet had gelezen’. Hij sprak zelfs over ‘klootzakken’.

Hij suggereerde nog maar eens dat Cees H. flinke tegenprestaties had geleverd voor die 4,7 miljoen belastingvrij, al moest alles geheim blijven, natuurlijk.

Tegenaanval

Ruttes houding doet denken aan de reactie van CDA-premier Jan Peter Balkenende in januari 2010 op het rapport-Davids (besluitvorming Irak). Balkenende ging – terecht of niet terecht, dat deed toen al niet meer ter zake – in de tegenaanval op Davids. Hij botste met zijn coalitiegenoot PvdA en zette daarmee de val van zijn kabinet in. Twee maanden later was de kabinetscrisis een feit.

Rutte wringt zich woensdag in alle verbale bochten, maar aan één ding ontkomt hij niet: hij moet een rapport omarmen dat gehakt maakt van het imago van de VVD-crimefighters. En wees maar gerust dat bondgenoot PvdA heel vilein zal meehuilen met de critici van de oppositie.