Het barst vast van de tactische slimmigheden, de verkiezingscampagne van 2017. Kiezers willen geen tactische slimmigheid, schrijft Syp Wynia. Maar duidelijkheid. En betrouwbaarheid.
De verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn pas op 15 maart, maar de campagne begon al in augustus. De aftrap kwam van VVD-lijsttrekker Mark Rutte, die al twee keer premier was en het nog eens probeert te worden. In De Telegraaf zei Rutte ‘sorry’ voor gebroken verkiezingsbeloften. Als Zomergast op de tv zei hij ‘pleur op’ tegen Nederturken die een NOS-verslaggever het werken bemoeilijkten.
Zo nu en dan een opleving
Nog nooit duurde een verkiezingscampagne zo lang. Geen wonder dat die zo nu en dan een opleving nodig heeft. De SP doet dat door behalve de PVV ook de VVD uit te sluiten. Het CDA benadrukt het morele failliet van VVD-premier Rutte. GroenLinks-lijsttrekker Jesse Klaver vult met opgestroopte mouwen zalen vol jonge studentes. PVV-leider Geert Wilders spreekt in het Duits en het Engels, samen met andere ‘populistische’ Europese leiders die meedeinen op de inauguratie van Donald Trump. Lodewijk Asscher (PvdA) voert, net als veel anderen, juist campagne tegen alles wat op Trump lijkt.
Alexander Pechtold van D66 en ook Mark Rutte plaatsten bovendien paginagrote advertenties in kranten. Opmerkelijk, dat inzetten van krantenadvertenties – al helemaal voor D66, dat graag door het leven gaat als de partij van de digitale voorhoede, maar kennelijk heeft gemerkt zonder papieren campagne toch teveel kiezers te missen.
Meer van Syp Wynia: Hoe Mark Rutte in zes jaar vertrouwen verspeelde
Onder het motto ‘Nu is het moment’ kondigt Pechtold aan samen met u en mij ‘het tijd te keren’ en te voorkomen dat Donald Trump ook in Nederland aan de macht komt. ‘Ik weet dat het kan. (…) Met elkaar krijgen we het voor elkaar.’
‘Doe normaal’
De advertentie van Pechtold trok heel wat minder aandacht dan die van Rutte, die de vorm had van een brief ‘Aan alle Nederlanders’. Volgens Rutte zijn de meeste Nederlanders van goede wil, maar is er een kleiner aantal, dat in toenemende mate de stemming aan het bepalen is.
Het staat een beetje verstopt in Rutte’s lange brief, maar ‘zij die niet normaal doen’ zijn degenen die asociaal gedrag vertonen. De oplettende lezer zou daar onder meer (Marokkaanse?) hangjongeren uit kunnen destilleren, maar heel precies wordt de VVD-lijsttrekker niet. Hij hint ook op immigranten ‘die afgeven op onze gewoontes’. Dat zou kunnen gaan over Zwarte Piet-activisten ‘die gewone Nederlanders uitmaken voor racisten’, maar zeker is het niet. Centrale boodschap: ‘Doe normaal of ga weg.’
Eric Vrijsen: Asscher begaat klassieke fout met sneer naar Rutte
PvdA-lijsttrekker Lodewijk Asscher verweet Rutte meteen ‘een slap aftreksel van een populist’ te zijn. Om dat vervolgens weer in te trekken.
Haagse spelletjes
De brief van Rutte vormde een vervolg op het ‘pleur op’ dat hij zich als Zomergast bij de Vpro dus niet zomaar had laten ontvallen. Het ‘niet normaal’ kan ook als een vervolg worden gezien van Rutte’s controverse, in 2011, met zijn toenmalige gedoger Geert Wilders in de Tweede Kamer. Wilders: ‘Doe normaal, man.’ Rutte: ‘Doe zelf normaal.’ Rutte heeft bovendien leentjebuur gespeeld bij de Rotterdamse PvdA-burgemeester Ahmed Aboutaleb, die (islamitische) allochtonen al sinds de moord op Theo van Gogh (2004) oproept naar hun land terug te keren als ze het in Nederland niet bevalt.
Het is overduidelijk dat deze advertenties, ook die van D66, alles met de aanstaande verkiezingen van doen hebben, maar wat dan wel? De hele verkiezingscampagne die nu al vijf maanden duurt en nog meer dan anderhalve maand voort moet lijkt vooral over verkiezingstactiek te gaan. De campagne heeft ook wel heel veel trekken van Haagse spelletjes die over de hoofden van de kiezers heen worden uitgespeeld.
Afshin Ellian: Angst voor premier Wilders doet denken aan periode-Fortuyn
De zaken waar Nederlanders zich echt druk over maken
Volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau maken de burgers van Nederland zich in de eerste plaats druk over de immigratie, in de tweede plaats over de manier van samenleven, ten derde over de zorg, ten vierde over economie en inkomen en ten vijfde over politiek en bestuur. Ondertussen is het volgens datzelfde bureau ook opvallend dat het vertrouwen in de EU weer gezakt is (nog maar 39% steunt het EU-lidmaatschap) en minder dan 1% noemde vorig kwartaal desgevraagd ‘klimaat’ of ‘duurzaamheid’ als urgentste probleem.
Nu was kabinet-Rutte gericht op het verlagen van het begrotingstekort (ook in verband met ‘Europa’), gericht op het grootschalig subsidiëren van windmolens (ook om aan Europese regels te voldoen) en gericht op het binnen de euro houden van Griekenland, ook als dat veel geld moest kosten.
Dat zijn het soort dingen waar zo’n campagne over zou moeten gaan. Meer of minder Europa? Meer of minder windmolens? Meer of minder belastingen? Meer of minder immigratie? Meer of minder eigen risico?
Cynisch electoraat
Ondertussen gaat het vooral om tactische spelletjes. De partijen die het beleid van Rutte de afgelopen jaren hebben gesteund – en dat zijn er heel wat – doen alsof ze hem niet kennen. Rutte zelf beweegt een beetje naar de CDA- en D66-kiezer, dan weer een beetje naar de PVV-kiezer, om de PVV vervolgens uit te sluiten.
Tactische spelletjes, die moeten wel heel slim in elkaar steken wil je er kiezers mee aan je kant krijgen. Kiezers zijn over het algemeen slimmer dan politici denken, mediawijs als ze de afgelopen decennia zijn geworden. Met teveel tactiek krijg je kiezers niet naar je toe, maar verlies je hun vertrouwen. Kiezers willen duidelijkheid, en het vertrouwen dat je doet wat je zegt. Teveel tactiek maakt kiezers cynisch.