Een campagne tegen gedwongen huwelijken heeft nauwelijks iets opgeleverd. Jonge allochtone meisjes krijgen ermee de mogelijkheid om een ‘noodplan’ in te vullen voor als ze na de zomervakantie niet op school terugkeren.
De campagne, die valt onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie van Sociale Zaken, heeft weinig effect.
Geen noodplannen
Uit een rondgang van dagblad Trouw blijkt dat op de grote regionale opleidingscentra (roc’s) in Amsterdam, Rotterdam, Flevoland, Den Haag en Midden-Nederland geen enkel meisje een noodplan heeft ingevuld. Ook een speciaal meldpunt, het Meldpunt Eergerelateerd Geweld, kreeg geen noodkreten binnen.
Er zijn dit jaar minstens vijfentwintig meisjes in vooral Turkije en Marokko achtergelaten door hun ouders om daar te trouwen, schrijft Trouw. Naar de werkelijke getallen van de kinderen die door hun ouders worden gedumpt in hun vaderland blijft het gissen.
Ambtenaren
Eerder dit jaar schreef vicepremier Lodewijk Asscher (PvdA) dat het aannemelijk is dat honderden jongeren worden gedwongen om te trouwen. Het kabinet heeft daarom besloten dat iedereen vanaf twaalf jaar zich voortaan persoonlijk moet melden bij een gemeenteambtenaar als hij of zij zich wil uitschrijven bij hun gemeente. Tot nu toe konden ouders of echtgenoten dat voor hun kinderen of partner doen.
Als de ambtenaar die de uitschrijving behandelt, vermoedt dat het vertrek uit Nederland niet vrijwillig is, mag die voortaan zijn beroepsgeheim doorbreken en een melding doen van een vermoeden van huiselijk geweld.