Is het aantal jeugdbendes echt zo hard gedaald?

Het aantal jeugdbendes in Nederland is de afgelopen jaren flink gedaald, beweert het ministerie van Veiligheid en Justitie. Toch zijn de problemen met deze groepen zo hardnekkig dat het ministerie van Veiligheid en Justitie meer partijen wil betrekken bij de aanpak.

Minister Ivo Opstelten (VVD, Veiligheid en Justitie) stuurt dinsdag een rapportage naar de Tweede Kamer over het aantal actieve jeugdbendes, meldt dagblad Trouw.

Hinderlijk

Uit het rapport Problematische Jeugdgroepen in Nederland blijkt dat het aantal jeugdbendes de afgelopen vier jaar is afgenomen van 1.760 in 2009 naar 764 eind vorig jaar: een daling van 56 procent.

Het ministerie spreekt over drie soorten jeugdgroepen, van licht naar zwaar: hinderlijk, overlastgevend en crimineel. Alle drie de categorieën zijn de afgelopen jaren minder geworden. Vooral het aantal ‘hinderlijke’ groepen is gedaald.

Netwerken

Toch behoeven de cijfers enige nuance, zegt criminoloog en bestuurskundige Eric Bervoets. ‘Er worden jeugdgroepen in de cijfers genoemd die helemaal geen groepen zijn, maar meer fluïde netwerken van jonge criminelen. Ook missen er jeugdbendes in de lijst, omdat ze anders worden genoemd.’

Bervoets zegt dat een ‘criminele jeugdgroep‘ vaak een ‘crimineel samenwerkingsverband’ wordt genoemd. Voor het Openbaar Ministerie is dat in een strafzaak wellicht eenvoudiger aan te tonen, maar zo’n groep verdwijnt daarna uit de cijfers van Opstelten.

Bovendien is onduidelijk of ook de overlast van jeugdbendes is afgenomen. Opstelten erkent in zijn brief dat de gebruikte meetmethode beter moet. De groepen moeten meer zorg en begeleiding krijgen, ook hun broertjes en zusjes.