Vier frisse jonge Turken sloegen vorig jaar de ergste antisemitische taal uit in een documentaire. Bewijs genoeg, maar het kwam niet tot vervolging. Wel werd hun Turkse ondervrager als verrader verstoten.
In de kritiek en verontwaardiging jegens PVV-leider Geert Wilders na diens toenadering tot ‘antisemitische’ partijen, zit een zekere hypocrisie. Je hoort Nederlandse politici namelijk nooit over het feit dat antisemitisme in ons eigen land de facto vrijwel nooit wordt bestraft.
Een jaar geleden speelde een discriminatiezaak in Arnhem die bewijsrechtelijk zeer sterk was: de antisemitische uitlatingen werden op beeld vastgelegd en er kon geen twijfel bestaan over de strafbaarheid. Toch kwam deze zaak nooit voor de strafrechter. Een reconstructie.