De feiten: UvA-rapport adviseert centraler optreden en betere communicatie
Bron: UvAHet bestuur van de Universiteit van Amsterdam (UvA) gaf na de zomer adviesbureau Berenschot opdracht onderzoek te doen naar het eigen functioneren tijdens de anti-Israëlprotesten, die in mei 2024 op meerdere locaties van de UvA escaleerden in gewelddadigheden en vernielingen.
Het rapport van Berenschot van 32 pagina’s, dat deze week verscheen, bevat een reconstructie (25 pagina’s) van de gebeurtenissen vooraf, tijdens en na de protesten, gevolgd door een summiere evaluatie en enkele – wederom summiere – aanbevelingen.
Berenschot sprak met 22 mensen, onder wie studenten, academici, medezeggenschapsleden, decanen, facilitair medewerkers en leden van het College van Bestuur (CvB).
De onderzoekers adviseren de UvA om in crises een meer centrale aanpak te hanteren, meer inlevingsvermogen te tonen en zowel de interne als de externe communicatie te verbeteren.
EW’s visie: een duur en gebrekkig rapport door Berenschot
Door: Onderzoeksredacteuren Marthe-Geke Bracht en Geerten WalingHet rapport van Berenschot kostte 49.708 euro, laat een UvA-woordvoerder weten aan EW. Dat is veel geld, zeker voor een rapport dat ronduit gebrekkig is.
Zo waren onder de 22 – anonieme – ondervraagden slechts 5 studenten, die ook nog ‘betrokken waren’ bij de demonstraties. Er lijkt niet of nauwelijks te zijn gesproken met omstanders, zoals studenten en medewerkers die zich bedreigd voelden door de agressie van de activisten.
Uit niets blijkt bovendien dat Berenschot met Joodse en Israëlische studenten en medewerkers heeft gesproken.
Tegenover EW verklaarden zij zich (nog altijd) onveilig te voelen op de UvA en het liefst zo min mogelijk op de universiteit te komen.
Het is pijnlijk dat deze kwetsbare groep niet alleen door de faculteiten en het CvB, maar nu ook door een ‘onafhankelijk onderzoeksbureau’ volkomen wordt genegeerd.
Interne tegenstrijdigheden zonder onderbouwing
Verder staat het rapport bol van de interne tegenstrijdigheden. Zo meldt Berenschot dat er vanuit het CvB ‘gesprekken zijn gevoerd met personen die demonstreerden waarbij ruimte is gegeven aan hun emoties’.
Tegelijk verwijt ‘een deel van de studenten en medewerkers’ het UvA-bestuur een ‘gebrek aan empathie en emoties tonen en zorgen begrijpen’.
Volgens Berenschot helpt zo’n empathische insteek ‘in de regel’ om te de-escaleren, ‘maar die was weinig zichtbaar vanuit het CvB, en mede daarom voerden demonstranten de druk op’.
Kortom, het CvB heeft zelf de escalatie uitgelokt door te weinig empathie te tonen. Onderbouwing van deze claim, of waarom dat ‘in de regel’ zo werkt, ontbreekt.
Berenschot verzuimt te melden dat de studentenraad faalde
Van enige gevoelloosheid van de kant van het CvB geeft Berenschot geen voorbeelden.
Sterker: het rapport vermeldt keurig dat het CvB al op 26 oktober 2023, twee weken na de aanval van Hamas in Israël, liet weten ‘dat ook het CvB geraakt is door heftige beelden en schrijnende verhalen. Het CvB spreekt zijn zorgen en medeleven uit voor iedereen die zich persoonlijk betrokken voelt.’
Intussen verzuimt Berenschot te vermelden dat de Centrale Studentenraad (CSR) van de UvA tot april 2024 met geen woord over Gaza of Israël heeft gesproken.
Uit onderzoek van EW blijkt dat de vergaderingen van CSR met het CvB al die maanden vooral gingen over gratis tampons en genderneutrale toiletten.
Dat de CSR in april ineens het vertrouwen opzegde in het CvB en in mei zelf in groten getale meevocht in de frontlinie van de demonstraties, laat zich dan ook niet rijmen met haar verzaakte plicht als studentenvertegenwoordiging.
Ook deed Berenschot geen onderzoek naar prangende vragen als: hoe komt het dat veel activisten van buiten de universiteit kwamen?
En waarom sprak de meerderheid Engels? Waarom zagen de activisten het vernietigen van universiteitsbezit als noodzakelijk voor hun acties tegen Israël? Is het omgaan met zulke agressieve activisten niet gewoon een kwestie van duidelijk grenzen stellen?
De UvA heeft alle reden om ontevreden te zijn met het bestelde rapport.
Reacties aan de UvA: ‘Onevenwichtig rapport’
Bron: Medewerkers UvA, Jessica Roitman (VU)Toch klinkt de formele reactie van het UvA-bestuur positief: ‘Berenschot (…) biedt ons bruikbare aanbevelingen voor de toekomst. Het rapport vormt een belangrijke basis om als organisatie te reflecteren en te leren van deze ingrijpende periode.’
Het CvB neemt hierop alvast een voorschot door lessen te trekken over de interne organisatie van de UvA, het contact met de ‘driehoek’ (politie-burgemeester-justitie), de trage communicatie en het (klaarblijkelijke) onvermogen om ‘verbinding te maken met de hele universitaire gemeenschap’.
Maar bij navraag door EW blijkt bij de UvA achter de schermen veel kritiek te zijn op het rapport. Zo laten diverse medewerkers van de universiteit weten dat het ‘een onevenwichtig rapport’ is, waar Berenschot toch ‘lang over heeft gedaan’. De sfeer binnen de UvA? ‘We zijn er niet blij mee.’
De conclusies zouden ‘intern niet worden gedeeld’. Onder meer de tegenstrijdige conclusies (empathisch en tegelijk een gebrek aan empathie) zijn ‘onbegrijpelijk’.
‘Met deze mensen viel niet te onderhandelen’
Ook de suggestie dat er sneller had moeten gehandeld en dat er nóg meer met de activisten had moeten worden gepraat, valt niet goed aan de UvA.
‘Wat wil je nou?’ vraagt een medewerker zich af. ‘Met deze mensen viel niet te onderhandelen.’
Decaan Marc Salomon van de Amsterdam Business School (die deel uitmaakt van de UvA) zegt: ‘Het is terugkijken op een situatie waar we nu, doordat we veel meer informatie en ervaring hebben, makkelijk over kunnen oordelen – maar die toen voor alle betrokkenen heel nieuw en moeilijk was.’
Eerder sprak hij zich fel uit tegen het antisemitisme in de anti-Israëlprotesten.
‘Geen oog voor Joodse en Israëlische studenten’
Dat deed ook Jessica Roitman, hoogleraar Joodse studies (Vrije Universiteit Amsterdam). Zij toont zich nu verbaasd dat de UvA ‘in een tijd van bezuinigingen’ zo veel geld vrijmaakt voor een onderzoek ‘dat geen oog heeft voor de Joodse en Israëlische studenten die zich onveilig of bedreigd voelden door het geweld dat zich om hen heen ontvouwde’.
Roitman: ‘De UvA had die halve ton nog beter kunnen besteden aan genderneutrale toiletten, gratis vrouwelijke hygiëneproducten of iets anders wat de studenten aan de UvA in het voorjaar van 2024 bezig leek te houden totdat ze, zoals het rapport beschrijft, plotseling overgingen op een allesoverheersende vurigheid voor de Palestijnse zaak.’
Verdieping: UvA-protesten, hoe zat het ook alweer?
Bron: EWIn navolging van eerdere rellen in de Verenigde Staten, ontaardden tussen 6 en 13 mei 2024 de anti-Israëlprotesten op en rond de UvA in gewelddadigheden.
Tot de demonstranten behoorden studenten, medewerkers van de universiteit, niet-studenten en gemaskerde personen. Uiteindelijk maakten politie en ME een einde aan de rellen. Er vielen rake klappen, en de UvA en de gemeente leden miljoenen euro’s schade.
Diverse demonstranten werden gearresteerd en vervolgd, onder wie de toenmalige voorzitter van de Centrale Studentenraad, Noah Pellikaan – in zijn geval wegens het gooien van stenen en een vloeistof naar de politie.
Verscheidene UvA-medewerkers zijn bedreigd. En diverse Joodse en Israëlische studenten en medewerkers zitten nog altijd thuis of komen zo min mogelijk op de universiteit, uit angst te worden geconfronteerd met anti-Israëlische en antisemitische acties.