De feiten: Ramingen zijn zo slecht nog niet
Met het zicht op de overheidsfinanciën is niet zoveel mis als verwacht. Dat blijkt uit het rapport van een expertgroep dat dinsdag 25 maart in de Tweede Kamer werd toegelicht.
Nadat de overheid de afgelopen jaren continu miljardenmeevallers had, eiste de Kamer – onder aanvoering van Pieter Omtzigts NSC – onderzoek. Daaruit blijkt dat de ramingen van de Rijksoverheid grotendeels op orde zijn.
De afgelopen jaren was het zicht vooral troebel door economische ‘perfect storms’, schrijft de expertgroep onder leiding van ex-topambtenaar André de Jong in het rapport Op drift of op koers?
Tijdens de coronacrisis en oorlog in Oekraïne kreeg de overheid veel meer geld binnen dan was voorspeld: bijna 3 procent. Maar over twintig jaar was de inkomstenraming gemiddeld slechts 0,4 procent te positief.
Te ambitieuze plannen en te weinig zicht
Bij de verkeerde ramingen van de staatsinkomsten speelt vooral de vennootschapsbelasting een rol. Die is slechts goed voor 10 procent van de belastinginkomsten, maar draagt voor 60 procent bij aan de onderschatting van de belastinginkomsten. Volgens de expertgroep is sprake van een ‘constante onderschatting’.
Aan de uitgavenkant blijkt dat de overheid vooral het geld niet krijgt weggezet door te ambitieuze plannen en doordat er weinig zicht is op de uitgaven van decentrale overheden. In beide gevallen zijn de inkomsten hoger dan verwacht en de uitgaven lager. Daardoor zijn de overschotten groter.
Volgens expertgroep-voorzitter De Jong blijken niet zozeer de ramingen op drift geraakt, maar vooral de wereldeconomie. Door turbulente ontwikkelingen werden de ramingen minder nauwkeurig.
De onderzoekers doen tien aanbevelingen om de ramingen te verbeteren. Die zijn vooral technisch van aard.
EW’s visie: Kabinet moet realistischer doelen stellen
Door: Victor Pak, redacteur PolitiekStiekem had de Kamer gehoopt dat het onderzoek een andere uitkomst zou hebben. Misschien zaten de ramingen er wel zó naast, dat er jaarlijks miljarden euro’s extra konden worden uitgegeven. Maar daar is geen sprake van.
Sterker: het advies van de commissie is vooral een tik op de vingers van de politiek. De eigen besluiten zorgen ervoor dat de ramingen stelselmatig afwijken.
Zogeheten onderuitputting is goed voor een groot deel van het geld dat het Rijk de afgelopen jaren onverwacht overhield. Die onderuitputting ontstaat doordat de politiek te ambitieuze doelen stelt en die niet weet te verwezenlijken. Het geld wordt niet uitgegeven en vloeit terug de staatskas in.
Door onderuitputting vallen ramingen verkeerd uit
Realistischer doelen stellen, is het devies voor Den Haag. Daar slaagden opeenvolgende kabinetten niet in. Ook het kabinet-Schoof krijgt niet al het geld uitgegeven dat het wil spenderen. Vorig jaar bedroeg de onderuitputting zo’n 17 miljard euro.
De expertgroep raadt de politiek aan om daar zelf eerlijk over te zijn. Vakministers moeten aangeven dat zij geld niet krijgen weggezet. Maar dat willen zij vaak niet, omdat het geld dan helemaal van de begroting verdwijnt.
Wie zegt wat over de ramingen?
- NSC, dat het onderwerp op de agenda zette, kwam met een zware delegatie naar het gesprek over het rapport. Naast partijleider Pieter Omtzigt schoven Nicolien van Vroonhoven en Folkert Idsinga aan. Omtzigt benadrukte in zijn vragen aan de onderzoekers dat de ‘perfect storms’ zijn opgetrokken, maar de overschotten op de begroting nog steeds aanwezig zijn.
- Dat kwam volgens De Jong vooral door zogenoemde kasschuiven. Die worden ingezet om geld dat volgens planning kan worden uitgegeven, toch op de begroting van ministeries te houden. Tegelijk is er wel een meevaller op de begroting.
- Henk Vermeer (BBB)) vroeg of de ramingen niet meer rekening moeten gaan houden met de krapte op de arbeidsmarkt. Hij zei dat het onderzoeksrapport wijst op samenhang tussen de omvang van onderuitputting en personeelskrapte.
- Bij GroenLinks-PvdA’er Tom van der Lee hekelt dat de expertgroep niet adviseert hoe de meevallers in te zetten. Dat laat de groep aan de politiek. Het geld dat de overheid overhoudt, vloeit naar aflossing van de staatsschuld. Dat vindt Van der Lee zonde.
Verdere verdieping: Voorjaarsnota en nieuwe cijfers
De expertgroep leverde het rapport iets eerder af op verzoek van de Kamer, zodat die het nog kan bespreken tijdens de onderhandelingen over de Voorjaarsnota.
Uiterlijk 11 april moeten coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB een akkoord sluiten over de wijzigingen van de begroting van dit jaar.
Nieuwe cijfers over begrotingtekort
Het Centraal Bureau voor de Statistiek publiceerde woensdagochtend 26 maart nieuwe cijfers over het begrotingstekort. Dat liep in 2024 op tot 1,1 procent. De overheid gaf 12 miljard euro meer uit dan er binnenkwam.
De staatsschuld als percentage van het nationaal inkomen nam wel af, tot 43,3 procent, al kwam dat door de stevige groei van de overheid.