De feiten: Defensie wil met Wet op de Defensiegereedheid obstakels omzeilen
Bron: NOSStaatssecretaris voor Defensie Gijs Tuinman heeft op 31 maart 2025 de Kamer geïnformeerd over plan voor een nieuw wetsvoorstel: de Wet op de Defensiegereedheid. Deze wet moet het mogelijk maken om projecten van Defensie – zoals de bouw van kazernes en oefenterreinen – sneller te realiseren.
Vooral milieuwetgeving, zoals stikstof-, natuur- en geluidsnormen, vormt een groot obstakel voor de ambities van Tuinman.
Volgens de staatssecretaris is de wet noodzakelijk om de krijgsmacht op korte termijn uit te kunnen breiden. ‘Die wet zorgt ervoor dat in het grijze gebied tussen oorlog en vrede waar we nu in zitten, Defensie de ruimte heeft om bijvoorbeeld kazernes neer te zetten om te kunnen oefenen,’ zei hij tegen de NOS.
Wet op de Defensiegereedheid moet chaos bij Defensie oplossen
Vorige week werd al duidelijk dat de krijgsmacht aan de vooravond staat van een fundamentele transformatie. Het personeelsbestand moet groeien van 74.000 naar 200.000 mensen in 2030. Voor die opschaling zijn nieuwe kazernes, oefenterreinen, werkplaatsen en ondersteunende infrastructuur onmisbaar.
Die zaken zijn verre van op orde. Veel kazernes verkeren in erbarmelijke staat door jaren van achterstallig onderhoud. Ze zijn onleefbaar voor militairen, en niet geschikt om de enorme beoogde nieuwe aanwas op te leiden.
Tuinman stelt dat de bestaande regels onvoldoende ruimte bieden voor de grootschalige uitbreiding die hij voor ogen heeft.
EW’s visie: Goed dat Tuinman voortvarend te werk gaat met Defensie
Door: Nard Lodewijk, redacteur defensieGijs Tuinman zit allesbehalve stil. De BBB-staatssecretaris gaat voortvarend te werk in zijn missie om de krijgsmacht fors uit te breiden. Daarvoor is het noodzakelijk dat Defensie buiten de gebaande paden durft te treden.
Zijn plannen voor een uitzonderingspositie zijn goed verdedigbaar. De wereldwijde veiligheidssituatie laat weinig ruimte voor getreuzel.
Dertig jaar lang is de krijgsmacht, en alles wat daarbij hoort, verwaarloosd. Kazernes zijn onleefbaar geworden. Een grote inhaalslag is onvermijdelijk.
Defensie krijgt voorrang
Dat Tuinman nu werkt aan de Wet op de Defensiegereedheid is dan ook logisch. Hoe de wet er precies uit moet zien, is nog onduidelijk. Maar dat hij inzet op uitzonderingen binnen bepaalde procedures en regelgeving is helder.
Alleen is Defensie niet de enige partij in Nederland die snakt naar soepeler regels. Iedereen wil een uitzondering.
De vraag is dus: hoe krijgt Tuinman het voor elkaar om de belangen van Defensie zwaarder te laten wegen dan die van andere sectoren met een even groot maatschappelijk belang?
Verdere verdieping: Iedereen wil een uitzondering — niet alleen Defensie
Het gevecht om ruimte in Nederland is al jaren gaande. Verschillende sectoren met een zogeheten ‘vitaal maatschappelijk belang’ proberen uitzonderingsposities te verkrijgen, omdat zij anders hun kerntaken niet kunnen uitvoeren. Zonder extra ruimte of soepelere regelgeving dreigt stilstand.
Naast Defensie willen ook netbeheerders een uitzondering
Die stilstand is al gaande. Neem het overvolle stroomnet: door netcongestie zitten netbeheerders als Tennet aan hun limiet. Nieuwe aansluitingen zijn amper mogelijk.
Tegelijk duurt het uitbreiden van het hoogspanningsnet vaak jaren. Voor een enkele verbinding moet Tennet tientallen procedures doorlopen, participatietrajecten organiseren en aan strenge milieunormen voldoen. Zo is het bedrijf soms tien jaar bezig voor één verbinding.
Om dat proces te versnellen, is in Brussel in 2023 de herziening van de Renewable Energy Directive aangenomen. Die verplicht EU-lidstaten om procedures voor duurzame energieprojecten – waaronder netuitbreidingen – te verkorten.
Snellere procedures in de woningbouw
Ook de woningbouw zit muurvast, terwijl deze sector eveneens van ‘vitaal maatschappelijk belang’ is. Beperkingen door onder meer stikstofregels en trage vergunningverlening zorgen al jaren voor een impasse.
Woonminister Mona Keijzer (BBB) presenteerde begin dit jaar de Wet versterking regie volkshuisvesting, waarin opnieuw wordt aangestuurd op snellere procedures.
Iets meer hinder accepteren
Als Defensie aanspraak wil maken op een uitzonderingsstatus – zoals beoogd in de Wet op de Defensiegereedheid – zal het ministerie binnen datzelfde kader moeten opereren.
Of, in de woorden van Tuinman: ‘We doen het voor onszelf, voor het vaderland. En we moeten misschien wel iets meer hinder accepteren om onze manier van leven te beschermen.’
Als iedere sector uiteindelijk een bepaalde uitzonderingspositie krijgt, zal deze situatie zich steeds weer voordoen.