De feiten: Twee regeringspartijen om, Kamermeerderheid voor vuurwerkverbod
Nu ook regeringspartij NSC om is, is er een meerderheid in de Tweede Kamer voor een landelijk vuurwerkverbod voor consumenten. De Kamer besprak donderdagavond 3 april het initiatiefwetsvoorstel voor zo’n verbod van GroenLinks-PvdA en Partij voor de Dieren.
Vorige week liet regeringspartij VVD – begin dit jaar nog tegen – weten onder strikte voorwaarden voortaan voor een verbod te zijn.
Eerder al spraken ook de christelijke partijen, waaronder het CDA, hun steun uit voor het linkse initiatiefwetsvoorstel.
Twee regeringspartijen zijn nu voor een landelijk vuurwerkverbod, en twee tegen. De kans is nihil dat PVV en BBB zich nog bij VVD en NSC zullen voegen.
Het kabinet-Schoof is dus ook over dit onderwerp verdeeld. Maar het kabinet heeft ook al laten weten de Kamer in haar oordeel te zullen volgen. Toch concludeerde het kabinet na de bespreking van het initiatiefvoorstel dat invoering dit jaar vooralsnog niet haalbaar is.
EW’s visie: Vuurwerk afsteken bewandelt de weg van het roken
Door: Gertjan van Schoonhoven, adjunct-hoofdredacteurTradities geven het leven zin en kleur. Het oudejaarsknallen – in de huidige vorm na de Tweede Wereldoorlog ingeburgerd geraakt – is zeker niet bij alle, maar wel bij veel Nederlanders geliefd als overgangsrite van het oude naar het nieuwe jaar.
Het is dus moeilijk om enthousiast te zijn over een landelijk vuurwerkverbod voor consumenten.
Principieel grijpt het ook nogal diep in in de privésfeer van burgers. Reden waarom de landelijke politiek er vele decennia – terecht – huiverig voor is geweest.
Vuurwerkverbod en zorgen illegaal vuurwerk
Ook zijn er even terechte zorgen dat het verbod vooral leidt tot nog meer levensgevaarlijk illegaal vuurwerk.
De politie zegt het landelijke verbod juist nodig te hebben om beter te kunnen handhaven als het gaat om dat illegale vuurwerk. Maar daarover bestaat de nodige scepsis, want de Nederlandse politie en handhaven…
Wangedrag heeft vuurwerktraditie verknald
Er kleeft ook iets oneerlijks aan het verbod. Vuurwerkliefhebbers die zich wél weten te gedragen, moeten boeten voor het wangedrag van anderen. Die hebben de traditie letterlijk en figuurlijk verknald.
Dat een landelijk vuurwerkverbod desondanks langzaam maar zeker onontkoombaar werd, komt doordat steeds meer Nederlanders er hun handen vanaf trokken.
Vooral het weerzinwekkende geweld tegen politie en hulpverleners lijkt voor een omslagpunt in de publieke opinie te hebben gezorgd. Na de VVD beroept ook NSC zich op de groeiende roep van politie en hulpverleners om een verbod.
Ook PVV verdeeld over vuurwerkverbod
De liberalen roken daarbij vermoedelijk hun kans om zich te profileren als law & order-partij die pal achter de belaagde agenten staat. Dit ten koste van electoraal concurrent PVV – Geert Wilders is tégen een vuurwerkverbod.
Al onthult voormalig PVV-Kamerlid Lilian Helder deze week in EW dat ook Wilders’ partij en haar achterban verdeeld zijn over dit onderwerp. Ze zegt de PVV destijds als Kamerlid te hebben geadviseerd om als law & order-partij achter de agenten te gaan staan en een verbod te steunen.
Daarvoor kreeg Helder van de partijleiding geen steun. Handen af van de vuurwerktraditie, was het devies. De VVD volgt nu Helders redenering.
Vuurwerkverbod in voetspoor van rookverbod
Hoe dan ook, het afsteken van vuurwerk bewandelt de weg van het roken, zou je kunnen zeggen. Eens vrij normaal, maar hoe langer hoe meer een onbeschaafde gewoonte die steeds moeilijker viel te verdedigen in de ogen van steeds meer mensen.
Tot uiteindelijk een meerderheid van de bevolking zich ervan afkeerde, getuige diverse peilingen.
De landelijke politiek voegt zich hier nu naar.
Tegenargument: ‘Vuurwerk is vooral een probleem in grote steden’
Het wangedrag speelt zich vooral af in bepaalde wijken in de grote steden, zeggen tegenstanders van het vuurwerkverbod zoals BBB en de vuurwerkbranche. De rest van het land zou daarvoor moeten boeten.
Maar onderzoek van de Politieacademie heeft allang laten zien dat grote stad én platteland, Kanaleneiland én dorpen in de bible belt, echt niet voor elkaar onder doen.
De jaarwisseling is van oudsher een moment waarop (vooral) jongeren in de stad en op het platteland gretig de confrontatie met de autoriteiten zoeken.
‘Overheidsingrijpen wordt daarbij niet als legitiem ervaren en leidt tot gewelddadige reacties,’ aldus politiewetenschapper Otto Adang in 2020 tijdens een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer. Hij noemde ‘bepaalde volkswijken in de grote steden’ in één adem met ‘streng gereformeerde dorpen op het platteland’.
Verdere verdieping: Wanneer gaat het vuurwerkverbod in en hoe hoog wordt de compensatie?
De vuurwerkbranche zag de bui al hangen. Dat er een Kamermeerderheid voor een vuurwerkverbod zou komen, kan landelijk voorman Leo Groeneveld van de Belangenvereniging Pyrotechniek Nederland onmogelijk hebben verbaasd.
De branche liet afgelopen weekend al weten 895 miljoen euro te zullen eisen als compensatie voor de 8 tot 10 importeurs van vuurwerk en de naar schatting 800 tot 850 vuurwerkwinkels.
Dat is fors meer dan de 50 tot 150 miljoen euro die staatssecretaris Chris Jansen (PVV) van Milieu onlangs noemde in een brief aan de Kamer, en bijna het dubbele van de hoogste raming die tot nu toe de ronde deed: 450 miljoen euro.
Dat kan maar één ding betekenen: wat de vuurwerkbranche betreft waren de onderhandelingen al geopend, nog voor de Kamermeerderheid er echt was.
Discussie over compensatie
Dat de vuurwerkbranche moet worden gecompenseerd, staat in de Kamer niet ter discussie. Ook de initiatiefnemers GroenLinks-PvdA en Partij voor de Dieren willen dat, en voor de VVD was het een harde voorwaarde om zich achter het voorstel te scharen.
Maar het is twijfelachtig of die partijen daarbij aan 895 miljoen hebben gedacht. Donderdag in de Kamer zal het daar waarschijnlijk veel over gaan.
De hoogte van de compensatie hangt af van het moment van ingaan van het verbod. Hoe eerder, hoe hoger de compensatie. Dat geeft de vuurwerkbranche een sterke onderhandelingspositie.
Aan compensatie valt in theorie te ontkomen door een overgangstermijn van enkele jaren te betrachten. Maar de initiatiefnemers van het verbod willen dat het komende jaarwisseling al ingaat.
‘Afscheids-Oud en Nieuw’ vermijden
En ook daarbuiten zit niemand – burgemeesters en politie al helemaal niet – te wachten op het scenario van een soort laatste ‘afscheids-Oud en Nieuw’, waarbij het nog één keer helemaal losgaat.
Dat pleit dus voor snelle invoering van het verbod, al dit jaar. Al is er ook serieuze twijfel of dat in zo’n termijn nog wel mogelijk is.