Als het aan de officieren van justitie ligt, krijgt Geert Wilders een boete van 5.000 euro voor het ‘minder, minder Marokkanen’, dat hij in 2014 uitlokte op de avond van de gemeenteraadsverkiezingen. Of het er werkelijk van komt moet uiteraard blijken.
Het Openbaar Ministerie (OM) vindt Wilders schuldig aan discriminatie, groepsbelediging en haat zaaien omdat hij doelbewust het publiek dat hij op de verkiezingsavond in maart 2014 toesprak had geïnstrueerd. De leider van de PVV zette volgens het OM een hele bevolkingsgroep als inferieur in de hoek. Dat is volgens het OM rassendiscriminatie, omdat Marokkanen in juridische zin als ras moeten worden beschouwd.
Slap excuus
Wilders was volgens het OM ook haat zaaiend door de toedracht en de uitwerking, zoals de gekwetstheid die het opriep onder Marokkanen. En omdat het effect bij deze uitspraken van Wilders groter is dan bij gewone mensen of in eerdere gevallen van politici (zoals Glimmerveen en Janmaat) moet de straf volgens het OM ook hoger zijn.
Waar het Openbaar Ministerie gelijk in heeft, is dat Wilders zich al te gemakkelijk verlaat op wat hij zei en wat hij bedoelde. Dat is een slap excuus, want als Wilders zich werkelijk had willen beperken tot maatregelen jegens criminele Marokkanen had hij dat kunnen zeggen.
Uitspraak over Wilders? Moeilijk als niemand weet wat intolerantie is. Lees dit eerdere artikel van Syp Wynia >
Mensen kunnen niet aan Marokkaan-zijn ontsnappen
Het OM heeft ook gelijk dat Wilders doelbewust het risico nam dat zijn woorden commotie zouden veroorzaken. De vraag is echter of dat als zodanig zo erg is. Het veroorzaken van commotie zit in beginsel in de instrumentenkist van iedere politicus, tenzij die politicus liever onopgemerkt blijft.
Sowieso lepelde het Openbaar Ministerie wel heel veel overwegingen op, aanvechtbare overwegingen ook. Kennelijk waren de officieren nu ook weer niet zo zeker van hun zaak en wilden ze vooral geen observatie of overweging onbenut laten.
Dat Marokkanen volgens het OM een ras zijn is natuurlijk buitengewoon vreemd, maar in juridische zin misschien niet per se onzin. Het OM maakte het nog wel een beetje gekker, door te benadrukken dat mensen ook nog eens niet aan het Marokkaan-zijn kunnen ontsnappen, omdat de Marokkaanse overheid het schrappen van de Marokkaanse nationaliteit onmogelijk maakt.
Het OM bevindt zich op glad ijs
Dat is een heel aanvechtbare redenering. Dan zou de vrijheid van meningsuiting van Nederlandse burgers of politici aangaande Marokkanen extra ingeperkt worden door een Marokkaanse beleidslijn, die door Nederland ook nog eens wordt betreurd. Een beetje rechtbank veegt die overweging van tafel.
Het Openbaar Ministerie leunt in zijn redenering in belangrijke mate ook op de gekwetstheid van Marokkanen. Dat is echter glad ijs, al is het glad ijs dat helaas vaker wordt betreden. Er is immers een maatschappelijke trend dat leden van minderheidsgroepen zich onkwetsbaar kunnen maken of hun wil kunnen opleggen aan andere bevolkingsgroepen puur op grond van de melding dat ze zich gekwetst voelen. Rechtspraak op grond van zelf gemelde, maar ongeverifieerde gekwetstheid is echter een rechtstaat onwaardig.
Dan zegt het OM ook nog dat de straf zwaarder moet uitpakken dan in eerdere gevallen rond Glimmerveen en Janmaat. Daarmee gaat het OM er aan voorbij dat het vervolgen van politici vanwege uitspraken rond migratie al lang niet meer vanzelfsprekend is.
Wat is tolerantie? En wat is respect?
Menige betrokkene rond de vervolging van met vooral Janmaat heeft inmiddels spijt. Door de toch ook weer niet wereldschokkende uitlatingen van Wilders in lijn met processen uit de jaren tachtig en negentig te plaatsen maakt het OM zich zelf onderwerp van discussie, namelijk met de impliciete doelstelling beperkingen aan de vrijheid van meningsuiting verder te willen aantrekken. Het Openbaar Ministerie loopt dus allerlei straten in om Wilders maar (stevig) veroordeeld te krijgen, maar mijdt daardoor ook de risico’s in zijn redeneringen niet.
Waar het Openbaar Ministerie beweert, dat Wilders’ uitspraken ‘de sfeer van tolerantie en respect’ ondermijnen is het helemaal tricky business. Is er wel zo’n sfeer van tolerantie en respect? Als die er is, waarom spreekt het OM dan ook over ‘olie op het vuur’?
Moet de multiculturele samenleving van tolerantie en respect dan in leven worden gehouden door de vrijheid van meningsuiting in te perken, ook of juist voor politici? Leidt dat tot de gewenste wereld, te beginnen in Nederland? En wat is dat eigenlijk, tolerantie? En respect?