Het is vooral Hennis’ besluiteloosheid die militairen ergert

Hennis - bron:ANP

Ministers van Defensie verdedigen het land, wat niet hetzelfde is als het verbeteren van de arbeidsvoorwaarden van het militaire personeel, schrijft Eric Vrijsen. Ze zijn er niet om ambtenaren te plezieren.

De militaire vakbonden verspreiden dinsdag een enquête waaruit blijkt dat 84 procent van het defensiepersoneel (militairen en burgers) nog altijd geen vertrouwen heeft in de door oude bezuinigingen geplaagde organisatie. Kleine verhogingen van het defensiebudget brachten geen verbetering. Volgens de vakbonden sluit minister van Defensie Jeanine Hennis (VVD) haar ambtsperiode af met een dikke onvoldoende.

Hier is een relativering op zijn plaats. Stel dat Hennis elk jaar het extra budget had gebruikt om salarissen en wachtgelden te verhogen, dan waren de soldaten ‘pang pang’ blijven roepen, maar waren de vakbondsleden minder ontevreden geweest.

Sloeg Hennis wel voldoende met vuist op tafel?

Iets anders is of Hennis wel voldoende met de vuist op tafel sloeg om extra defensiebudget te krijgen. Het waren vooral de Kamerfracties van CDA, VNL en SGP die zich daar sterk voor maakten. De VVD was het daarmee eens, maar zat vast aan coalitiepartner PvdA. VVD-fractieleider Halbe Zijlstra fluisterde SGP-collega Kees van der Staaij de moties in, waarmee de VVD uit het coalitiecordon kon worden gehaald.

Intussen ergerden de militairen zich aan hun geruisloos afwachtende minister. Vorige week bepleitte Hennis een verhoging van het defensiebudget met 2,5 miljard. Het verkiezingsprogramma van haar VVD gaat echter niet verder dan ‘het Europees NAVO-gemiddelde en langzaam toegroeien naar de NAVO-norm’. Tja, dat maakt ook geen bijster sterke indruk.

In de periode 2002 tot 2006 zat VVD-minister Henk Kamp op Defensie. Onder hem werd stevig bezuinigd. Toch had het defensiepersoneel groot vertrouwen in hem, omdat Kamp lijnrecht opereerde en de indruk gaf dat hij de organisatie tot in detail beheerste. Hennis kreeg daarentegen niet altijd greep op de dingen. In gevoelige dossiers als de financiële fiasco’s met ict en de kankerverwekkende stoffen waarmee vroeger in onderhoudswerkplaatsen werd gewerkt, had ze moeite alle gedetailleerde informatie uit haar apparaat te trekken.

Een moeilijk ministerie

Defensie is vanwege de geslotenheid een moeilijk ministerie. Militairen werken op basis van need to know waardoor je ook als minister nooit zomaar informatie krijgt toegeschoven. Je moet er specifiek naar vragen, anders houdt iedereen zijn mond.  Typerend is ook de gang van zaken rond de Special Forces.

Al een paar jaar ligt er een rapport om de elite-eenheden van het Korps Commandotroepen van de landmacht en het Korps Mariniers van de marine samen te voegen en direct onder de Commandant der Strijdkrachten te plaatsen. Ingewijden weten dat het die kant op gaat, maar in haar nadagen kan Hennis het niet meer doordrukken.

Ze stuurde vorige week een vrij vage notitie naar het parlement over de toekomst van de krijgsmacht. Het concrete punt van nauwe samenwerking tussen Nederlandse, Belgische en Deense Special Forces, inclusief de oprichting van een gezamenlijk commandocentrum, raakte ondergesneeuwd, omdat CDA-leider Sybrand Buma diezelfde dag een verlanglijstje bekend maakte: hij wil minstens twee miljard extra voor defensie en bewapende drones.