Rutte III is een bijzonder kabinet, en dan niet alleen doordat het is samengesteld uit vier partijen: VVD, CDA, D66 en ChristenUnie, iets wat niet vaak voorkwam.
Het kabinet telt zestien ministers, inclusief premier Mark Rutte (VVD) tegen dertien Rutte II. Geen record. Voorgangers leidden ook al eens kabinetten met zestien ministers. Een kabinet met meer ministers was er nooit eerder. Wel een kabinet met meer staatssecretarissen: het kabinet Den Uyl telde er zeventien tegen Rutte III acht.
Ook opvallend is de voorgeschiedenis van de kabinetsleden: twaalf van de 24 ministers en staatssecretarissen waren eerder wethouder. De meeste kabinetsleden studeerden in Leiden: zes. Groningen is goede tweede met vijf.
Rutte III blijkt ook een kabinet met opvallend veel gelovige leden. Van de 23 beëdigde kabinetsleden legden er dertien de eed af – zo waarlijk helpe mij God almachtig – en tien de belofte. Mark Rutte hoefde niet opnieuw te worden beëdigd, maar hij legde bij de installatie van de Tweede Kamer in maart ook nog de eed af. Daarmee kan geconcludeerd worden dat van de 24 kabinetsleden er veertien hechten aan het geloof.
Rutte III is een kabinet met veel kinderen
Blauwe boek
De tekst in het blauwe boek voor bewindslieden was lange tijd geheim. Toch werd er regelmatig naar verwezen door journalisten, zelfs al hadden ze het nooit in handen gehad.
Elsevier gaf het boek uit in 2013, u kunt het hier bestellen in de webshop.
De laatste tijd wordt weleens geklaagd dat de kinderloze Mark Rutte niet weet wat er speelt in gezinnen, maar daarvoor hoeft hij slechts om zich heen te kijken. Zes van de 24 kabinetsleden hebben vier kinderen. Staatssecretaris Mona Keijzer (Economische Zaken en Klimaat, CDA) heeft er zelfs vijf.
Alleen de VVD-staatssecretarissen Sander Dekker, Mark Harbers en Barbara Visser hebben geen kinderen.
Misschien wel het opvallendst aan dit kabinet is de portefeuilleverdeling. Daar is flink mee geschoven en gaat de secretarissen-generaal van de ministeries nog heel wat hoofdbrekens kosten. Heel wat ambtenaren moeten van het ene naar het andere departement, omdat specialisten op hun terrein meeverhuizen. Zo gaat de Omgevingswet van Infrastructuur en Milieu naar Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Die wet, waar al jaren aan wordt gewerkt, is niet sexy maar heeft gevolgen voor de hele bebouwde omgeving. Vice-premier en minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren (D66) mag hem in 2021 invoeren.
Mark Harbers is minister van Migratie in het buitenland
Milieu is totaal opgeschud. Op Infrastructuur en Waterstaat resteren nog slechts kleine onderdelen als geluidhinder, gevaarlijke stoffen en emissies. Economische Zaken en Klimaat gaat de centen uitdelen voor investeringen die Nederland van het gas moeten halen. Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Sigrid Kaag (D66) gaat over het internationale milieu- en klimaatbeleid.
Op Infrastructuur en Waterstaat valt op dat staatssecretaris Stientje van Veldhoven (D66) over de NS gaat. Zij staat bekend als sterk voorstander van concurrentie op het spoor.
In het verleden mochten staatssecretarissen zich in het buitenland ook al eens minister noemen, dit keer geldt dat voor Mark Harbers die de moeilijke portefeuille Migratie kreeg.
Vier ministers VOOR een departement en niet VAN
Had een kabinet in het verleden meestal maar een minister VOOR en niet VAN een bepaald departement, dit keer zijn dat er vier. Zo is Arie Slob (ChristenUnie) minister voor Onderwijs en Ingrid van Engelshoven (D66) minister van Onderwijs. Zij is de minister die over het departement gaat en de eerst verantwoordelijke.
Wat is te verwachten van dit gezelschap? De 225 dagen formatie en het dikke regeerakkoord vormen een stevige basis voor dit kabinet. De minimale meerderheid in de Tweede Kamer – 76 van de 150 zetels – is de zwakke stee. Premier Rutte heeft al eerder bewezen goed te kunnen samenwerken met oppositiepartijen. Het regeerakkoord – typisch dat van een middenkabinet – zal geen-sta-in-de weg zijn.
Vallen doet een kabinet meestal over bananenschillen, en die liggen er altijd onverwacht.