Door het uitstellen van kritische zorg mensen laten sterven ter wille van vaccinweigeraars is laakbaar, schrijft advocaat Gerard Spong in een ingezonden opiniestuk. ‘Ik ken geen moreel houdbaar argument op grond waarvan het leven van de één zou mogen worden opgeofferd aan de vrijheid van de ander om geen vaccin te nemen.’
Demissionair minister Hugo de Jonge (CDA) heeft de zogeheten fase 2D afgekondigd, een fase waarin er volgens hem ‘zeer wel mogelijk’ meer doden kunnen vallen. Niettemin houdt hij mét demissionair premier Mark Rutte (VVD), de overige leden van de regering en niet te vergeten de leden van de Tweede Kamer vol dat we in Nederland geen vaccinatieplicht hebben.
Gerard Spong (1946) is advocaat gespecialiseerd in strafzaken.
Ingezonden opinieartikelen worden geselecteerd door de redactie, maar vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van EW.
Deze keuze komt erop neer dat het medisch zelfbeschikkingsrecht van veelal irrationele vaccinweigeraars van groter belang wordt geacht dan het recht op leven en het recht op geneeskundige bijstand en verzorging van andere Nederlandse burgers. De Jonge en Rutte aanvaarden zo welbewust de geenszins denkbeeldige kans dat uit respect voor vaccinweigeraars andere mensen onnodig zullen sterven.
Zowel moreel als juridisch laakbaar
Voor zover het gaat om vaccinweigeraars die om andere dan medische redenen het vaccin weigeren, is deze keuze zowel moreel als juridisch laakbaar. Ik ken althans geen moreel houdbaar argument op grond waarvan het leven van de ene mens zou mogen worden opgeofferd aan de vrijheid van de andere mens om een medische handeling zoals het toedienen van een vaccin te weigeren.
Ook juridisch gezien is de huidige onnodige verabsolutering van het medisch zelfbeschikkingsrecht onhoudbaar. Artikel 11 van de Grondwet garandeert weliswaar het recht op onaantastbaarheid van het lichaam, maar dat recht mag bij of krachtens de wet worden beperkt als daar goede redenen voor zijn. Hetzelfde geldt voor het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van artikel 10.
Vaccinatieplicht botst niet met mensenrechten
In het strafrecht wordt gretig van deze uitzonderingsmogelijkheden gebruik gemaakt, zelfs als er in de verste verte geen levens van andere mensen op het spel staan. Denk aan anale visitatie door de politie om drugs op te sporen, het afnemen van celmateriaal voor DNA-onderzoek bij inbraken en het toedienen van dwangmedicatie zoals sederende middelen aan gedetineerden om gevaar voor de gezondheid van anderen af te wenden. En in het verkeer kan iedereen bij verdenking van rijden onder invloed, omwille van de verkeersveiligheid en dus tevens ter bescherming van de levens van anderen, in bepaalde gevallen worden bevolen zich te onderwerpen aan een bloedonderzoek.
Op de mensenrechten behoeft een vaccinatieplicht evenmin af te stuiten. Uit de recente uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in de zaak Vavřička e.a. tegen Tsjechië (8 april 2021) kan immers worden afgeleid dat als in een land de nood echt aan de man is, de nationale autoriteiten ervoor mogen kiezen een vaccinatieplicht in te voeren ter bescherming van het leven en de gezondheid van anderen, bijvoorbeeld in de vorm van een boete bij niet-vaccineren.
Verbijsterende Haagse keuze
Op de persconferentie van vrijdagavond (26 november) zei De Jonge dat de huidige problemen in de gezondheidszorg er niet zouden zijn zonder de grote aantallen ongevaccineerden op de verpleegafdelingen en op de intensive care.
Bij gebrek aan steekhoudende morele en juridische gronden voor de huidige verabsolutering van het medisch zelfbeschikkingsrecht, ontkom ik niet aan de ontnuchterende conclusie dat deze Haagse keuze op niets anders is gebaseerd dan op politieke gronden, waaronder angst voor kiezersverlies. Het is verbijsterend te moeten vaststellen dat we in Nederland daaraan mensenlevens opofferen.