Bij het afschaffen van de coronamaatregelen benadrukte de overheid dat er wel nog dringende adviezen gelden. Maar die lijken aan dovemansoren gericht, schrijft Bram Hahn.
Een kleine week nadat per woensdag 23 maart de laatste coronamaatregelen werden afgeschaft, klinkt vooral opluchting. Geen mondkapjes meer, geen 1,5 meter, niet meer testen voor grote evenementen. Het is allemaal zeer bevrijdend na bijna twee jaar leven met de rem erop.
Lees ook dit commentaar: Overheid moet herhaalprik beter onder de aandacht brengen
De piek in infecties met de omikronvariant lijkt achter de rug en mede dankzij de hoge vaccinatiegraad leiden de besmettingen niet meer tot de grote aantallen ernstig zieken op de intensive care en tot sterfgevallen. Enigszins bedrieglijk zijn die geruststellende cijfers wel, want op de ‘gewone’ corona-afdelingen van de ziekenhuizen liggen nog altijd tegen de tweeduizend patiënten, net zoveel als bijvoorbeeld afgelopen december, toen de media volstonden met verontrustende verhalen over de overbelaste zorgsector. De zorg is niet alleen uitgeput door de maandenlang aanhoudende overbelasting, maar lijkt inmiddels ook niet meer de puf te hebben om voor de zoveelste keer te moeten zeggen dat het nog steeds crisis is.
Laden…
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Wilt u opnieuw inloggen