Goed signaal, die Europese praatclub van 44 landen

De Europese Politieke Gemeenschap kwam op 6 oktober voor het eerst bijeen in Praag. Foto: Dark Bandic/AP Photo

De Europese Politieke Gemeenschap kwam vorige week voor het eerst bijeen in Praag. Een initiatief van Macron. Nog een praatclub? Ja, want het kan in deze tijden helemaal geen kwaad om in gesprek te blijven, vindt René van Rijckevorsel.

Europa heeft er een club bij. De Europese Politieke Gemeenschap, een idee van de Franse president Emmanuel Macron, kwam 6 oktober voor het eerst bijeen in Praag.

Leiders van de geografisch tot Europa behorende landen spraken over Oekraïne en energie, en dineerden gebroederlijk: die van 43 Europese landen én Israël. Rusland en Wit-Rusland ontbraken. Logisch.

Europese Politieke Gemeenschap: op hoogste niveau in gesprek blijven

Naast de Europese Unie (27 lidstaten), Raad van Europa (46 leden), NAVO (30), OVSE (57) en OESO (38) weer een praatgezelschap dat wordt gedomineerd door landen van het oude continent. Waar is dat goed voor?

Allereerst om, inderdaad, te praten. Met de oorlog in Oekraïne en de energieschaarste kan het nooit kwaad om op het hoogste niveau in gesprek te blijven.

Dus liep Macron gearmd met de Turkse president Recep Tayyip Erdogan en zoende hij de Britse premier Liz Truss. Premier Mark Rutte had een trilateraaltje met Macron en de Duitse kanselier Olaf Scholz, en de premier van Noorwegen, Jonas Gahr Støre, is populair vanwege zijn grote gasvoorraden. De leiders van Azerbeidzjan en Armenië zetten een eerste stap naar mogelijke vrede. Natuurlijk was er ook verbaal wapengekletter tussen Turkije en Griekenland – folklore voor het thuispubliek.

Europese Politieke Gemeenschap: 44 landen tegen Poetin

Belangrijkste was het signaal aan Moskou. Dat 44 landen, inclusief Verenigd Koninkrijk, met een bruto binnenlands product van 20 biljoen euro, zich zo ostentatief verenigen tégen Vladimir Poetins Rusland, met zijn bbp van 1,5 biljoen een economische dwerg.

Wordt vervolgd, over een half jaar, in Moldavië.