Activisten krijgen ruim baan in veel Nederlandse kranten door een combinatie van progressieve denkbeelden en een burgerlijke beleefdheid. Dat is slecht voor het vertrouwen in de media, schrijft Constanteyn Roelofs.
Wekelijks verkent historicus Constanteyn Roelofs (1989) op ewmagazine.nl de tragikomische tegenstrijdigheden in economie en maatschappij.
Weer zo’n grappig inkijkje in de manier waarop de Nederlandse systeemkranten functioneren. De NRC was naar Canada afgereisd voor de biodiversiteitstop, en voor een van Nobele Wilden-romantiek aan elkaar hangend verhaal was een aantal inheemse activisten geïnterviewd die menen dat de omgang van de natuurvolken met de aarde veel beter is voor de planeet dan het uitputtende kapitalisme van de boze witte bourgeoisie.
Natuurlijk precies wat de witte NRC-bourgeois met hun ruime koophuizen, mooie autootjes en bomenverslindende krantenabonnementen willen lezen. Het stuk wordt dan ook goed gedeeld door het soort transitiemanagers en coaches dat LinkedIn bevolkt.
Een van de opgevoerde activisten in het stuk was nogal verdacht
Eén probleempje: een van de opgevoerde activisten, Shawna Knight, was een beetje verdacht. Ze presenteerde zich als lid van een van de ‘First Nations’ (de Canadese term voor wat we vroeger Indianen zouden noemen) maar zag er precies zo uit als elke andere hagelwitte Extinction Rebellion-activist die zich aan des Heren wegen vastkleeft in protest tegen Shell. Een hippie in Hiawathapak. Even googelen bevestigde dat ze een nepperd was. Knight is gewoon blank. Op sociale media was deze vrouw ook al keurig ontmaskerd door de echte First Nations-activisten die ook op de conferentie aanwezig waren.
Collegiaal als ik ben meldde ik deze canard netjes bij een paar collega’s van de NRC. Ik kreeg stilte terug, of een preek dat ik niet zo cynisch moest doen, dat de NRC een wat linksere koers is ingeslagen en ik me ‘luisterend op moest stellen’ om te horen wat deze mensen te zeggen hebben, in plaats van ze direct af te branden. Het was weer duidelijk dat de activistische boodschap belangrijker was dan journalistieke basisvaardigheden als het checken of je bronnen wel een beetje betrouwbaar zijn.
Activisten komen weg met raarste beweringen
Je komt als activist weg met de raarste stellingen in de Nederlandse media. Zie ook de kranten vol vrouwen die nog steeds klagen dat vrouwen niet gehoord worden in dit land door de verstikkende deken van het Patriarchaat en zwarte mensen met hun eigen instituut die klagen dat Nederland een institutioneel racistische roofstaat is, in plaats van een door een multiculturele ideologie gestuurde herverdelingsmachine.
Waarom mijn collega’s bij andere media zo zijn, weet ik niet precies. In de eerste plaats is de journalistiek niet zelden een rusthuis voor mensen die in hun studententijd met de vuistjes stonden te maaien tegen het onrecht in Palestina en de bontindustrie. Daarnaast speelt het vast een rol dat hoewel de progressieve denkrichting ideologisch overheersend is, de taal van de stroming alleen bestaat uit activistisch slachtofferschap en claims van onrecht en onderdrukking.
Je kunt er natuurlijk allemaal moeilijke verklaringen voor zoeken in de intellectuele hoek, zoals ‘cultuurmarxisme’ en de dominantie van activistische linkse ideeën op de universiteit, waardoor de hoger opgeleiden bij de courant in de downstream van deze trends ook allemaal activistisch links worden. Je kunt ook stellen dat met de ontkerkelijking de burgerlijke moraal z’n magnetische noordpool is verloren en er duizenden activistische splinterfracties zijn ontstaan op zoek naar een nieuwe moraal voor de nieuwe tijd.
Nederlandse media zijn geobsedeerd door progressieve jeugd, schreef Constanteyn Roelofs vorig jaar
Er zit ook een element van journalistieke trends in: om het nieuws ‘dichter bij de mensen’ te brengen moet je maar vooral opschrijven wat de gillers met wonderlijke persoonlijkheidstrekken roepen, in plaats van overzicht bewaren en feiten checken. Maar dat is denk ik niet het hele verhaal.
Aardigheid in dagelijks leven lovenswaardig, in journalistiek onhandig
Het heeft volgens mij ook te maken met kleinburgerlijke neuroses, zoals de angst om onaardig gevonden te worden, die dan vaak verzwaard wordt met de angst om als racist, milieucrimineel of seksist te worden weggezet. Maar in de kern is het niets anders dan een soort brave aardigheid, die weliswaar lovenswaardig is in het dagelijkse leven maar niet bijzonder handig in de journalistiek. Deze burgerlijke schroom wordt schaamteloos uitgebuit door de narcistische bullshit artists uit de activistische hoek.
Hoe het ook zij, de optelsom van al deze losse halve waarheden is een soort activistische schijnrealiteit, die weliswaar als ‘echt’ wordt ervaren door iedereen die in de media werkt en die in de activistische bubbel zit, maar daarbuiten wordt beleefd als volstrekt vervreemdend. Het leidt bovendien tot pervers gedrag van mensen zoals Shawna Knight die zich een heel andere afkomst aanmeten omdat een onderdrukte stem voorrang krijgt en niet bekritiseerd mag worden. Goed voor het vertrouwen in de media is het in elk geval allemaal niet.