Dat de mobiele eenheid (ME) versterking behoeft tegen gewelddadige demonstranten, is duidelijk. Maar zoek de oplossing niet in meer wapens, vindt Gerlof Leistra.
De sterke arm van de politie heeft te weinig spierkracht: de mobiele eenheid (ME) is niet opgewassen tegen het georganiseerde geweld van demonstranten. Agenten komen geregeld in de problemen door de agressie van goed voorbereide relschoppers. Bij voetbalrellen op de Coolsingel in Rotterdam moesten agenten zelfs hun vuurwapens gebruiken om hun vege lijf te redden.
Demonstranten aarzelen niet om agenten te bestoken met zwaar vuurwerk, waardoor die soms ernstige gehoorschade oplopen. Ook worden agenten geschopt en geslagen, en bekogeld met stenen. Een ME-dienst draaien is niet zonder gevaar en zorgt steeds vaker voor stressklachten onder agenten.
‘Niet-dodelijke wapens’
Logisch dat de politie pleit voor versterking pleit. Portefeuillehouder van de Nationale Politie Frank Paauw wil zo snel mogelijk beschikken over ‘niet-dodelijke’ wapens om het ‘gat’ tussen wapenstok en vuurwapen op te vullen. Zo zou de politie met rubberen kogels moeten kunnen schieten. Of met kleurpatronen om agressieve demonstranten te kunnen identificeren en later eenvoudiger te kunnen oppakken.
Betere training
Ingeschakelde experts zien niets in meer wapens, wel in betere training. Nu worden agenten na een korte training al in het harnas gehesen. Die voorbereiding moet beter. Ook kan de uitrusting verbeterd worden, waardoor agenten beter beschermd zijn tegen agressie. Tot slot moet de politie eerder weten wat er onder demonstranten speelt. Bijvoorbeeld door de sociale media beter te volgen en zo nodig te kunnen onderscheppen.
Zonder sterke arm staat de politie machteloos, maar kracht zit niet altijd in nog meer wapens.