Het lukt de autoriteiten zelf niet om discriminatie op de woningmarkt effectief aan te pakken, dus wordt er maar weer eens een ‘communicatietraject’ uitgerold waarin de burger zelf van abri tot abri de schuld krijgt. Cynisch, vindt Gertjan van Schoonhoven.
Afgelopen najaar nog kreeg het kabinet in de Kamer uit de mond van het DENK-Kamerlid Stephan van Baarle het honende verwijt dat zelfs het Hongarije van Orbán ‘woondiscriminatie’ actiever aanpakt dan Nederland. Het heeft niet geholpen. In plaats van een aanpak, kreeg Nederland maar weer eens een ‘communicatietraject’. Posters in abri’s dus, voor zover nog heel na de jaarwisseling. Rijk, gemeenten en branche willen qua ‘bewustwording’ een ‘vuist maken tegen discriminatie’, zoals minister Hugo de Jonge het uitdrukte toen hij de ‘uitrol’ van het ‘traject’ aankondigde.
Lees deze blog van Zihni Özdil: Schadelijke posters van de overheid gaan woondiscriminatie niet oplossen
Dat was in de zomer. Nu weten we wát alle partijen – samen met antidiscriminatievoorziening RADAR – communiceren. Het is de schuld van ‘Erik en Annemarie’ en ‘Irene en Hans’. Autochtone Nederlanders en nog binair ook. Zij krijgen wél een nieuw huis, en ‘Omar en Samira’ niet en ‘Femke’ (‘die op vrouwen valt’) óók niet.
Dit is wel heel veel communicatiegekheid op een stokje. ‘Irene en Hans’ trekken zichzelf toch niet voor? Ongehoord cynisch zoals Rijk, RADAR én branche hier eigen falen afwentelen op burgers. Los het op of houd beschaamd je mond.