Organisaties tegen vrouwengeweld beweren dat naar schatting elke acht dagen een vrouw door haar (ex-)partner wordt vermoord. Dat zijn er gelukkig aanzienlijk minder. Bovendien zijn niet alle vrouwenmoorden hetzelfde, schrijft Gerlof Leistra.
Het kabinet wil nog voor de zomer een plan presenteren om vrouwenmoord en ander geweld ‘vanwege gender’ te voorkomen. Dit na een oproep door het Landelijk Netwerk Veilig Thuis en het Landelijk Netwerk Vrouwenopvang, die stellen dat de moord op vrouwen bijna altijd door hun man of ex-man wordt gepleegd. ‘Vaak omdat een vrouw uit de relatie wil stappen of op een andere manier haar grenzen aangeeft.’
Natuurlijk is het goed dat de organisaties dodelijk geweld tegen vrouwen willen tegengaan, maar hun stelling klopt niet.
Motieven verschillen per zaak
Volgens het jaarlijkse moordonderzoek van EW betreft partnerdoding iets meer dan de helft van alle vrouwenmoorden. In totaal werden 27 vrouwen door hun partner vermoord, maar het is onzinnig om te beweren dat dit ‘vanwege gender’ gebeurde. Ook binnen deze categorie bestaan verschillende typen.
De motieven en omstandigheden verschillen bijna bij elke zaak. Van een dreigende echtscheiding of financiële problemen tot een ‘verwarde’ dader of een ordinaire ruzie. Lang niet altijd is er sprake van een lange voorgeschiedenis van huiselijk geweld.
Aanpak probleem begint met deugdelijke registratie
De twee organisaties wijzen op de aandacht voor ‘femicide’ in andere landen en pleiten voor een aangescherpt plan om vrouwenmoord in Nederland tegen te gaan. In hun lobby vegen ze gemakshalve alle levensdelicten tegen vrouwen op één hoop.
Prima om aandacht te vragen voor de aanpak van huiselijk geweld, maar let daarnaast bijvoorbeeld ook op financiële of psychische problemen. Een goede aanpak van het probleem begint met een goede definitie en een deugdelijke registratie.
Gelukkig pleiten de organisaties ook voor betere registratie. Ter informatie: de juiste cijfers staan al sinds 1992 elk jaar in EW.