Het grote uitsluiten is begonnen: (D)66 spant de kroon

V.l.n.r.: Kaag, Hoekstra en Van der Plas. Foto's: ANP.

Het grote uitsluiten is begonnen. Het CDA weigert met FVD en PVV te besturen na 15 maart en D66 heeft in alle twaalf provincies samenwerking uitgesloten met praktisch alle partijen rechts van de VVD, vanwege hun stikstofstandpunt. Van een erg democratische houding getuigt het niet, maar het is niet verboden. En liever doen de partijen het nu dan ná de verkiezingen.

Alle twaalf provinciale afdelingen van D66 sluiten een coalitie uit met elke partij die vraagtekens stelt bij het stikstofbeleid van het kabinet. Het gaat dan om de favoriete uitsluitpartij PVV, maar ook om JA21 en BBB waarmee doorgaans wel te praten valt over een compromis. Dat is toch geen ‘uitsluiten’, schamperde partijleider Sigrid Kaag: ‘Het is zeggen dat wij ambities hebben.’

Ja, de ambitie om niet in een stevige onderhandeling te kijken of er voor de partij, voor de kiezer en voor het land een gunstig compromis te sluiten is. Dat heet gewoon uitsluiten, net als CDA-leider Wopke Hoekstra doet met PVV en FVD – en zelfs BBB-voorvrouw Caroline van der Plas liet zich ontvallen niet geïnteresseerd te zijn in deelname aan een coalitie met Mark Rutte.

Openstaan voor onderhandelingen is goede democratische gewoonte

Het is een goede gewoonte om in een democratie met alleen maar (steeds kleinere) minderheidspartijen zoveel mogelijk open te staan voor onderhandelingen. Zonder compromissen kan Nederland nooit worden bestuurd. Politiek is vóór de verkiezingen hard campagne voeren, maar ná de verkiezingen toch in achterkamertjes een beetje geven en nemen om een coalitie te kunnen vormen. Zeker op provinciaal niveau lukt dat altijd wel, in 2018 gebeurde dat in Limburg en Noord-Brabant zelfs inclusief het buitenbeentje FVD – al zouden beide coalities voortijdig sneuvelen.

Veel succes in de oppositiebankjes, uitsluiters van ’66!

Maar het is niet verboden om op voorhand partijen uit te sluiten. En misschien is het wel beter om dat vóór de verkiezingen te doen, omdat de kiezer dan tenminste weet wat hij mag verwachten. Dat betekent ook dat een ‘middenpartij’ en ‘bestuurspartij’ als D66, die zich nu opeens opstelt als een radicale, compromisloze drammerspartij inzake dat ene programmapuntje (stikstof), zichzelf buiten de orde kan verklaren door op voorhand elke onderhandeling af te wijzen met zoveel andere, volstrekt democratische partijen – waarvan zeker BBB kans loopt in veel provincies de grootste te worden. Veel succes in de oppositiebankjes, uitsluiters van ’66!